Hoofdstuk 5

611 27 12
                                    

Ik reed mijn auto op de oprit en stapte met veel tegenzin uit. Ik had namelijk geen zin in de aanwezigheid van Jeroen. Wat deed hij hier nou? Hoe wist hij eigenlijk waar ik woonde? Wat een leuke verrassing van hem. Vermits hij voor mijn deur stond, moest ik wel naar hem toelopen.

'Alsjeblieft,' zei hij waarna hij me een rode roos gaf die hij vanachter zijn rug haalde. Verwonderd keek ik hem aan. Waarom zou hij mij in godsnaam een roos geven? Ik nam de roos aan en zag dat er een klein kaartje aanhing. Ik draaide het om zodat ik kon lezen wat er opstond.

Heb je zin om met mij zaterdag naar de fuif te gaan?

Onderzoekend keek ik hem aan. Meende hij dit? Wilde hij met mij naar de fuif gaan? Om welke reden dan? Maar dan nog zou ik niet met hem gaan, Lucas zou er ook zijn.

'Sorry, maar ik kan niet,' loog ik dan maar, ik kon hem niet rechtstreeks afwijzen.

'Je vriendinnen hadden me gezegd dat je er al met hen naartoe zou gaan. Dan kan ik meegaan.' Hoe vaak je hem ook zag, het mysterieuse zou nooit uit hem verdwijnen, dat hoorde blijkbaar bij hem.

'Juist ja,' zei ik lichtjes beschaamd, een kleine leugen en ik viel al door de mand. 'Ik kan je natuurlijk niet verbieden daar aanwezig te zijn,' zei ik dan maar. Hier moest hij om lachen, wat voor een vaag antwoord was dat nu wel niet geweest.

'Goed, ik zie je nog wel,' zei hij. Hij lachte nog eens naar me en vertrok daarna. Daar stond ik dan voor mijn deur met een roos in mijn hand en een hoofd dat gevuld was met vragen. Dit was gewoon zo vreemd geweest. Ik liep binnen en kreeg al meteen een vraag naar mijn hoofd geslingerd die ik eigenlijk niet wilde beantwoorden.

'Met wie stond je daar te praten?' vroeg mijn mama. Ze liep de keuken uit terwijl ze met de handdoek die over haar schouder hing haar handen droogde. 'Is die roos van Lucas? Wat lief van hem.' Ik kinkte maar gewoon ja, want ik wist eigenlijk zelf nog niet goed wat er zojuist gebeurd was. En ik had ook geen zin om het helemaal uit te leggen. Met mijn tas over mijn schouder liep ik de trap op naar mijn kamer.

De rest van de avond gebeurde er niets speciaals meer. Ik heb gegeten, heb nog een bad genomen, wat op mijn laptop gezeten en dan ben ik maar gaan slapen.

Ook de rest van de week gebeurde er niet veel speciaals. Een hele dag op school zitten, met Femke en Roos praten, Lucas proberen te bereiken, maar nooit echt een antwoord krijgen. En daarvan werd ik gek en eigenlijk ook een beetje boos. Ik snapte echt niet waarom hij mij buitensloot. Hij kwetste me daarmee enorm.

En toen was de dag aangebroken, de dag van de fuif. Bijna elke zaterdagavond was er wel ergens een fuif en meestal ging ik er ook wel heen, maar dit keer was het anders. Lucas zou er namelijk niet zijn en Jeroen juist wel. Ik had hier eigenlijk echt geen zin in, maar Femke en Roos vonden het juist goed, dat zou voor wat afleiding zorgen. Ik had het hen verteld, ze wisten het dus ook van Lucas dat hij zo afzonderlijk deed. Vanavond kon hij niet, maar de reden wou hij weer niet geven. Ze zeiden dat ik hem even wat rust moest gunnen, maar dat kon ik niet, ik vond gewoon dat ik hem moest helpen op de een of andere manier en dat zou dus niet lukken als ik naar feestjes ging.

Ik had geen zin om me helemaal op te maken dus deed ik een simpele jeansbroek aan en een topje met wat parels op. Niets speciaals dus. Ook mijn haar bleef redelijk saai. Met een zwarte rekker maakte ik een hoge paardenstaart. Snel nog een beetje mascare aan en een zwart lijntje tekenen. Als laatste maakte ik mijn tas klaar. Ik stopte er mijn portemonnee in, mijn gsm en wat papieren zakdoekjes. Zo, ik was klaar om dan te vertrekken, uiteindelijk had ik het aan mijn vriendinnen beloofd dat ik zou meegaan, maar ik wist wel dat ik al snel terug naar huis zou gaan.

Ik liep de deur uit en vertrok met mijn auto, het was hier niet zo ver vandaan, maar te voet voelde ik me niet zo veilig. Je had er altijd die overdreven en dan wel eens een gevaar zouden kunnen vormen.

Verkeerde liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu