Hoofdstuk 11

449 20 7
                                    

De volgende ochtend werd ik wakker met barstende hoofdpijn. Misschien had ik toch wat te veel gedronken. Maar uiteindelijk, wat maakte dat nu uit? Ik had iets gedaan dat vele erger was. Ik had gekust met Jeroen?! En ik meende het! Wat moest ik doen? Als ik zou zeggen dat hij me gedwongen had, zou ik liegen. Ik vond het eigenlijk ook nog wel leuk, maar ik kon het echt niet maken tegenover Lucas. Toch had ik tijdens de kus helemaal niet meer aan hem gedacht. Alleen Jeroen was toen nog belangrijk. Maar het bleef een grote fout, sprak ik mezelf toe. En wat als hier iemand ooit zou achterkomen? Ik had er zelfs niets meer over gezegd tegen Jeroen. Hij heeft me daarna eigenlijk vrij snel naar huis gebracht en ik ben bijna meteen in mijn bed gekropen.Niemand mocht dit te weten komen en ik, ik moest Jeroen vergeten.

Heel het weekend hoorde ik weer niets van iemand. Femke had nog willen langskomen, maar ik had neen gezegd, daar had ik dan weer geen zin in.

Toen ik maandag het school binnenliep kreeg ik veel vreemde blikken op me gericht. Het nieuws had zich zo te zien al snel verspreid dat ik een ongeluk had gehad. Ik hoopte dat enkel Jeroen het andere nieuws voor zich had gehouden.

Mijn les ging zo meteen beginnen dus liep ik al naar de aula. Onderweg werd ik natuurlijk tegengehouden door Jeroen.

'Hallo.'

'Sorry, maar ik moet echt door,' zei ik. En zonder hem nog een blik te geven liep ik door, maar hij nam mijn arm vast.

'Wat is er?'

'Wat er is gebeurd, was een fout.' Na dit gezegd te hebben trok ik me los en liep door, dit keer liet hij me gaan. Wat had ik nu toch gezegd? Ik maakte mezelf wijs dat het een fout was geweest, maar was het dat? Ik voelde me meteen vele slechter, het deed me verdriet wetende dat ik hem gekwetst had. Toch kon ik niet terug naar hem toegaan.

De hele week had ik me van alles en iedereen afgezonderd, ik wou niemand zien of spreken. Ik was zo in de war. De enige persoon waar ik dan weer wel een goed gesprek mee wilde voeren ontweek mij. Lucas had ik amper nog gezien, en als ik hem dan al eens zag leek het of hij mij vermeed.

Zowel Femke als Roos waren ongerust om me, maar ik kon het hen niet zeggen. Eigenlijk was het hen schuld, zij hadden hem die ene avond naar me gestuurd en me met hem doen dansen. Als ik niet was gegaan, was dit allemaal niet gebeurd. Ik wist dat ik zo niet mocht denken, maar het kon niet anders.

Vrijdagavond ging ik meteen naar huis en sloot me op in mijn kamer. Ik at niets, zei niets, deed niets. Ik lag gewoon op mijn bed te denken en me steeds slechter en schuldiger te voelen. Schuldig tegenover iedereen. Lucas had ik bedrogen, Jeroen had ik diep gekwetst net zoals Roos en Femke. Zij wilden me dan helpen, maar ik liet het niet toe.

Toen ik de volgende ochtend wakker werd, kreeg ik vrijwel meteen een sms.

Wil je aub naar me toekomen? Jeroen

Deze sms had me helemaal in de war gebracht, wat moest ik doen? Ik wist dat ik niet iedereen kon blijven ontlopen, maar was dit het goede moment? Misschien was het beter ineens de korte pijn. Maar wat ik zou eigenlijk tegen hem zeggen? Het zou zichzelf wel uitwijzen zeker?

Na nog lang te hebben liggen piekeren besloot ik om dan toch maar toe te geven en naar hem te gaan.

Toen ik bij hem aanbelde deed hij open en meteen verstijfde ik helemaal, hoewel het ook ontzettend goed aanvoelde om hem te zien.

'Olivia,' zei hij blij. 'Kom binnen.' Zonder een antwoord te geven volgde ik hem dan maar. 'Wil je naar mijn kamer gaan?' vroeg hij me nog. En door die vraag werd ik helemaal overdonderd en dat zag hij natuurlijk. Maar in de plaats van zich te verontschuldigen of wat dan ook, begon hij wat te lachen. 'Gewoon om te praten, daar kunnen we rustig praten zonder gestoord te worden,' zei hij met elke keer het woord "praten" te benadrukken. Ik moest nu ook zachtjes lachen en kon mezelf wel slaan. Hoe dom had dat wel niet overgekomen? Het kwam gewoon omdat ik zo zenuwachtig was.

We liepen dan maar naar boven en toen ik in zijn kamer kwam verschoot ik er wel van. Het zag er echt proper en netjes uit voor een jongenskamer te zijn. Dat had ik eigenlijk niet verwacht.

Toch voelde dit nog steeds wat ongemakkelijk aan dus vond ik dat ik beter maar ineens kon vragen waarom hij me wilde zien.

'Wat wil je me zeggen?' vroeg ik hem. Beide bleven we gewoon rechtstaan, er hing echt een ongemakkelijk sfeer in de lucht want eigenlijk hadden we na die kus nog niet echt gesproken met elkaar en nu was het tijd om wat dingen uit te klaren.

'Ik wilde weten hoe het met je ging. En..,' aarzelde hij, 'waarom je me ontloopt.'

'Dat doe ik niet,' zei ik hem meteen.

'Olivia, alsjeblieft, dat doe je wel.'

'Het is gewoon niet gemakkelijk, oké?! riep ik toen. En daarvan verschoot hij. 'Het is gewoon zo moeilijk,' zei ik nogmaals, maar nu vele beheesder, hoewel daarna direct de triestige emoties naar boven kwamen. Mijn handen sloeg ik voor mijn ogen. 'Sorry,' zei ik hem nog zacht. Hij kwam natuurlijk onmiddelijk naar me toe en nam me zachtjes vast. Daarna leidde hij me naar zijn bed waar we beide gingen op zitten.

'Wat is er?'

'Wat is er?' zei ik hem na, maar op een wat kwadere toon. 'Jullie maken het me beide zo moeilijk dat ik niet eens meer weet wat ik wil. Lucas heeft al dagen niet meer met me gesproken, hij ontloopt me. En ik weet zeker dat er iets is, maar hij wilt het me maar niet zeggen. Hoe wilt hij dan dat ik hem help?' Tranen kwamen nu naar boven en liepen tijdens het praten over mijn wangen. 'En jij,' ging ik verder, 'Jij maakt het me ook zo moeilijk. Die kus had er nooit mogen komen, maar ik vind je leuk, oké? Ik vind je leuk. Door jou heb ik het terug goed gehad, ik heb het gevoel dat je er voor me bent. En hoe meer ik je zie, hoe sterker dat gevoel wordt.' Wat was het een opluchting geweest dat allemaal gezegd te hebben. Ik vond hem echt zo leuk en ik was het gedrag van Lucas beu. Hoe hij me behandelde verdiende ik echt niet. Hij heeft mij laten vallen, ik hem niet.

Ik had nog steeds geen antwoord van Jeroen gekregen en kreeg zo het gevoel dat ik het alleen maar erger maakte dus sprong ik toen zo snel ik kon van het bed en liep de kamer uit. Maar voor ik de deur kon opendoen, had hij weeral mijn hand vastgegrepen en draaide hij me naar zich toe. Alleen kon ik hem niet aankijken, ik schaamde me dood. Wat zou hij nu wel niet van me denken?

'Kijk me aan,' zei hij. Hoe kon ik hem nou aankijken na wat ik gezegd had? 'Kijk me aan,' herhaalde hij. Langzaamaan ging mijn blik dan omhoog naar zijn ogen. Nogmaals, beter de korte pijn. Zijn ene hand ging nu voorzichtig naar mijn gezicht toe en raakte het zachtjes aan. Ondertussen verstrengelde de vingers van zijn andere hand met de mijne. Waarom deed hij zo? Nu ik hem zo aankeek zag hij er echt perfect uit. Hij was zo knap, maar vooral ook zo lief voor me, wat hem nog eens zo knap maakte.

Zijn lippen raakte toen zachtjes de mijne aan om te voelen of ik het ook wel wilde. En vanaf ik ze voelde wist ik het zeker, ik wilde het de volle honderd procent. Een zachte kus als eerste, om zeker te weten, en dan nog een die al wat langer duurde. Hij deed me een paar passen achteruit zetten waardoor ik tegen de deur kwam te staan. Zijn gekus bleef doorgaan en zakte nu naar mijn nek. Al mijn haartjes gingen ervan overeind staan. Zijn handen waren nu verschoven naar mijn heupen en rustten daarop. Hoe meer ik hem voelde hoe meer ik nog van hem begon te houden.

Nu liep hij zelf wat naar achter, maar ik volgde hem natuurlijk. We liepen naar zijn bed toe en ik ging er nu eerst op zitten waarna ik me er helemaal oplegde. Meteen kwam hij boven me liggen en het kussen ging gewoon verder.

Ik was ervan overtuigd. Ik zag hem graag!

Mijn handen grepen naar zijn shirt en trokken deze over zijn gezicht uit. Nu ging hij met zijn handen onder mijn blouse. Voorzichtig tastte hij mijn lichaam af. Maar toen hij aan mijn borsten kwam, stopte hij en liet hij ook mijn lippen los.

'Ben je zeker dat je dit wilt?' vroeg hij al hijgend.

Was ik zeker? Als dit gebeurd was, kon ik niet meer terug. Dit was iets serieus en mocht niet gebeuren doordat al mijn gevoelens in de war waren. Doordat ik boos, gekwetst en verdrietig was. Maar vanaf ik hier nog maar aan dacht wist ik het antwoord. Dat kwam niet daardoor. Ik zag hem graag.

'Ja.'

Verkeerde liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu