Ik moest nadenken, zorgen dat ik uit de auto geraakte. Moest ik bang van hem zijn, zou hij echt schieten? Dat kon ik nauwelijks geloven. Wel, had ik hem nog nooit zo gezien, hij leek echt gebroken te zijn, maar wat nu het meest gevaarlijke was, was dat hij dronken achter het stuur zat met een pistool en hij reed aan een hoge snelheid. Moest ik misschien tegen hem praten of zou dat het alleen nog maar erger maken?
Ik wist gewoon niet wat doen, maar ik had wel enorm veel schrik.
Een klein kwartier later, zag ik dat hij de hoofdbaan was afgereden en een verlaten straatje was ingedraaid. Hij reed helemaal tot het einde en kwam toen tot stilstand. Op de verlaten koer brandde maar één lamp en deze gaf niet zo veel licht. Op de koer zelf stond slechts één grote garagabox, het leek zelfs eerder een opslagruimte te zijn.
Ging hij me hier in opsluiten, wat was zijn bedoeling eigenlijk?
'Uitstappen,' zei hij kil. Ik deed uiteindelijk maar wat hij me vroeg, wat kon ik anders doen?
Ik deed de deur open en werd plots door hem overdonderd. Hij greep me aan mijn schouder vast en sleurde me de auto uit. Ik had zo het gevoel dat het niet snel genoeg voor hem ging, maar ik ging me niet laten doen. Vanaf ik recht stond, snokte ik mezelf los, hij moest me niet proberen aan te raken.
Nu kreeg ik een harde duw tegen mijn schouderbladen.
'Loop!' schreeuwde hij, hij was duidelijk kwaad om het feit dat ik me wat had verzet, misschien moest ik wel oppassen met wat ik deed, hij was tenslotte nog altijd dronken en had een wapen in zijn handen.
Ik zag slechts één poort voor me dus vermoedde ik dat ik daar naartoe moest gaan.
Toen we er voor stonden, deed hij de poort open, ik zag meteen dat het al een oud geval was, bij het openen kraakte en piepte het nogal. Hij zei me naar binnen te gaan en vanaf ik dat was, kwam hij ook en deed hij onmiddellijk de poort terug naar beneden. Er brandde geen enkel licht, ik stond in een zwart gat, nu kreeg ik het wel benauwd, maar tot mijn opluchting hoorde ik hem een lichtschakelaar aanzetten. Boven ons gaven drie TL - lampen wat licht, maar deze waren eigenlijk niet voldoende om de hele ruimte goed te verlichten.
Wat me daarna opviel was dat de kamer vrij leeg was. Het enige dat ik zag staan was een klein rond tafeltje waarrond twee stoelen stonden die er alles behalve stevig uitzagen en volgens mij waren ze van hout. En dan als laatste lag er nog een matras in de kamer met een deken op, niets anders. Ik vroeg me af of hij hier ooit overnachtte, of was het hier geweest dat hij altijd had afgesproken met... Ik kon mijn gedachte niet afmaken, het deed me te veel pijn, een steek ging door mijn hart.
'Wat wil je dat ik doe?' vroeg ik hem en ik hoorde de razernij in mijn stem, ik was woest op hem, hoe kon hij mij dit ooit allemaal aangedaan hebben? 'Wat verwacht je van me?'
Nonchalant liep hij de kamer door, hij keek me niet eens aan. Hij ging naar het tafeltje en legde daar zijn pistool op en zijn jas, hij reageerde niet.
'Ben je nu echt van plan me hier voor altijd op te sluiten?' Nog steeds geen reactie. 'Jij hebt me achtergelaten, ik niet jou,' riep ik gefrustreerd. Nu had ik wel zijn aandacht, hij had zich met een snok naar me omgedraaid en keek me woest aan, hij bliksemde me zowat neer. Met gebalde vuisten liep hij mijn richting uit, door hem zo te zien, kreeg ik wel wat angst, ik zette instinctief een paar passen achteruit, maar plots stond hij al voor me.
'Hoe kan jij zoiets zeggen?' schreeuwde hij uit. Hij gaf me een ontzettend harde duw waardoor ik mijn evenwicht verloor en met een harde smak op de grond terecht kwam. Hij bukte zich voor me, greep me vast en sleurde me meteen terug over eind.
'Ik heb je altijd graag gezien, jíj hebt mij bedrogen!' Hoe kon hij zoiets zeggen? Probeerde hij de schuld nu in mijn schoenen te schuiven, hij kwetste me hier zo hard mee en ik werd er vooral nog kwader om.
'Wat?' riep ik ongelovig. 'Jíj hebt mij een half jaar terug al bedrogen, toen was er nog geen sprake van...' Met een krachtige slag kwam ik tegen de betonnen muur terecht, even dacht ik dat alle lucht uit mijn longen werd geperst.
'Je blijft bij mij, oké?' snauwde hij me toe. 'Ik kan je niet verliezen.'
'Daar had je misschien dan wat eerder aan moeten denken.' Ik hoorde hem grommen vanbinnen en voor ik het wist, had hij mij een slag gegeven en was ik weer op de grond gevallen.
'Zwijg,' brulde hij. Met zware passen kwam hij naar me toe.
'Lucas, hou op.' En opnieuw trok hij me weer overeind, dit keer sleurde hij me mee naar de matras en daar gooide hij me op neer.
'Lucas, je kan hier niet mee doorgaan.'
'Blijf zitten.' Neen, dat ging ik niet doen, ik moest ervoor zorgen dat ik nog sterk overkwam en ik moest laten zien dat ik me niet door hem zou laten doen. Hij liep naar het tafeltje toe terwijl ik hem er heel de tijd van probeerde te overtuigen dat hij hiermee moest stoppen.
Een harde knal vulde de kamer, gevolgd door een gil van mij. Ik dook helemaal in elkaar en greep met mijn handen naar mijn hoofd. Hij had geschoten, hij had godverdomme geschoten. Hoe kon hij?
'De volgende keer mis ik niet,' zei hij kil, daarna zette hij zich rustig neer aan tafel en hield hij zijn blik heel de tijd op mij gericht. Ik was zo hard geschrokken, hij had weldegelijk geschoten, niet op mij, hij had gewoon naar boven geschoten, maar hij had het wel gedaan.
Ik was echt bang geworden, ik wist niet wat hij nog allemaal zou doen. Ik kon niet anders dan naar de andere kant van de kamer te lopen en me in de verste hoek van hem te zetten. Ik trok mijn benen op en sloeg mijn armen om me heen. Ik wilde hier vandaan, ik wilde bij Jeroen zijn. Ik had hem met me moeten laten meegaan dan had hij me geholpen en zat ik hier niet. Ik was zo bang, wat ging er nog met me gebeuren?
JE LEEST
Verkeerde liefde
Short StoryEen goede studie, beste vriendinnen en een geweldig vriendje dat hoort alleen maar thuis in een perfect leven. En dat heeft Olivia ook. Maar met één vingerknip kan het lot alles doen omkeren. Een mysterieuze jongeman komt haar wereld ingestapt en ze...