H7. De inhoud van een grijze dag
~+~+~+~
Mismoedig zit ik naar buiten te kijken. Het regent. Ik haat regen. Het maakt alles somber en grijs. Ik zucht zacht en sluit mijn ogen. Mijn ouders komen vandaag niet. Nick en Mijntje hebben wat beters te doen. En Sander... Tja, die zit waarschijnlijk weer achter zijn geliefde Xbox.
Dan moet ik mezelf maar weer gaan vermaken.
Ik draai mijn rolstoel en rol naar mijn bed waar mijn mobiel ligt. Ik scrol door mijn muziek en zet Taylor Swift op. Ja, ik heb niks anders, bitch. Ik brul keihard mee met Shake It Off en doe een klein dansje. Met mijn bovenlichaam dan.
Zuster Mika komt binnen gerend. 'Waar is de brand?!' gilt ze. Ik val stil en kijk haar gefronst aan. Tssss, zomaar mijn optreden verpesten. Hopelijk pakt karma haar. Ze kijkt me met grote ogen aan. 'Geen brand?' vraagt ze. Ik schud langzaam mijn hoofd en ze kijkt me nu raar aan. 'Waar was dat gejank dan voor?' Oh, en nog beledigen ook. Moge de karma nog aardig zijn. Nou ja, liever niet.
'Dat was mijn stem die zong.' mompel ik. Zuster Mika kijkt me achterdochtig aan. 'Weet je zeker dat het geen kat was? Anders moet je het zeggen. Ik hou niet echt van katten.' Ze kijkt zoekend om zich heen. Oké, karma, dood haar. Ze heeft het verdiend. 'Het was mijn stem.' Ik kijk haar recht aan. Haar wangen worden rood. 'Oh... pardon.' mompelt ze en ze loopt snel mijn kamer uit. En dat noemt zich een zuster. Dat is wel heel zielig.
♂♥♂
Zuchtend laat ik me weer in de rolstoel ploffen en rijd mezelf de deur uit. Ik kijk de gang in en bijt even op mijn lip. Vastberaden rijd ik dan de gang in, naar de informatiebalie, langs het kantoortje naar de lift. Eenmaal bij de lift druk ik op het knopje en wacht geduldig totdat dat rotding eindelijk met een sloom vaartje omhoog komt en de deuren opengaan. Mijn hart maakt een sprongetje als Luke naar buiten komt stappen. Hij kijkt me verbaasd aan en ik kijk net zo verbaasd terug. 'Wat doe jij nou hier?' vraagt hij dan. Ik haal mijn schouders op. 'Ik ga dingen doen.' mompel ik en ik rol mezelf de lift in. Luke draait zich naar me om en lacht. 'Dingen?' Ik knik even en druk dan op het knopje van de begaande grond.
Ik zie nog net de onderzoekende blik van Luke als de deuren zich sluiten en de lift naar beneden gaat. Een speciaal liftmuziekje klinkt door de muur. Ik kijk er wat angstig naar. Sinds wanneer kunnen muren muziek maken?!
Gelukkig klinkt al snel de zachte 'ping' en glijden de deuren open. Met een opgelucht gevoel rol ik mezelf uit de lift en kijk nieuwsgierig om me heen. Man, wat ben ik hier al lang niet geweest. Ik duw mezelf naar de informatiebalie en zie Mieke achter de computer zitten. Dat is een jong meisje die hier ook werkt. Ik ken veel personeel.
'Hoi Mieke!' roep ik vrolijk. Het meisje kijkt op en kijkt me dan verbaasd en verward aan. 'Tim? Wat doe jij nou hier? Je mocht hier toch niet komen?' Ze kijkt me vragend aan. Ik haal weer mijn schouders op. 'Dus? Dat houd mij niet tegen.' Ze grinnikt even en knikt. 'Dat weet ik. Maar gezellig dat je even langskomt.' Ze glimlacht vriendelijk naar me en ik grijns. 'Natuurlijk. Iedereen is altijd blij om mij te zien.' Mieke schiet in de lach. 'En je hebt nog steeds zo'n grote ego.' lacht ze terwijl ze met haar ogen rolt. Ik kijk haar verontwaardigt aan. 'Mijn ego is helemaal niet groot. Ik vind mezelf gewoon leuk.' Ha, gedist!
Mieke grijnst even. Dan kijkt ze naar iemand achter mij en ik kijk om. Een man met een snor staat achter me en kijkt me geïrriteerd aan. 'Jongeman, je zit in de weg.' bromt hij. Halleluja! Snorremans is gekomen! Ik knik even, maar ga niet aan de kant. De man snuift even. 'Jongeman, hoorde je me soms niet? Je zit in de weg. Zou je alsjeblieft aan de kant kunnen gaan.' Ik kijk hem droog aan. 'Nee.' zeg ik dan. De man wordt knalrood en ik word bang. 'Help! Hij gaat ontploffen!' begin ik de gillen en ik kijk de man angstig aan. De man kijkt me raar aan. Ik begin snel weg te rollen. 'Hij is een bomman! Oh help, IS is nu ook hier!' Ik gil het hele ziekenhuis bij elkaar.
Zusters komen aangerend, waaronder zuster Mika. 'Oh, Tim. Hier ben je.' Ze kijkt me opgelucht aan. En daarna komt de boosheid. 'Je moet echt naar een gesticht.' bromt ze terwijl ze de handvatten van mijn rolstoel pakt. Ondertussen kijkt ze om naar meneer Snorremans slash Bomman. 'Gut, die hele man is over de rooie.' mompelt ze. 'Kijk maar uit. Straks ontploft hij.' zeg ik zacht. Zuster Mika kijkt me kwaad aan. Zwijgend duwt ze me naar de liften en zet me erin. 'Je gaat naar je kamer en komt er verlopig niet meer vandaan.' Ze kijkt me streng aan en ik slik. Ik heb het nu echt grondig verpest. Ik knik verslagen en druk op het knopje van de tweede verdieping. De lift brengt me rustig naar de gewenste plek. Al had ik liever gehad dat hij door de grond ging.
♂♥♂
Ik verveel me. Heel erg.
Ik zit hier al anderhalf uur en verveel me kapot. Eerst heb ik wat verveeld door een boek gebladerd. Daarna heb ik wat muziek geluisterd en toen heb ik Sander gespamt op Whatsapp. Die gast komt maar niet online en daar ben ik nu chagrijnig van. Ik zucht luid terwijl ik naar het plafond kijk. Er zit een grote bruine vlek net boven mijn bed en ik bekijk hem aandachtig. Dan glimlach ik. Het is de chocoladepudding van een week geleden. Sven was toen hier en we hielden een gevecht. Alleen schrok ik toen en zo kwam er een klodder op het plafond. En die is er dus niet vandaan gekomen. Hmm.
Ik ga weer rechtop zitten en kijk naar mijn blauwe sok die wat slapjes op de rand van mijn stoel bungelt. Mijn ogen lichten op en ik rek me uit om de sok te pakken. Ik krijg hem net te pakken en doe hem over mijn hand. Ik knijp mijn ogen even samen en knip met mijn vingers. 'Je moet nog ogen hebben.' brom ik. Ik rommel in de la van mijn nachtkastje en haal de dop van de zwarte stift. 'Zo.' glimlach ik als ik twee rondjes op de sok heb getekend. Ik doe de dop er weer op en leg hem weg. Ik kijk naar de sok die me nu aanstaart. 'Hoe zal ik je gaan noemen.' mompel ik. Ik kijk met een frons naar de sokkenpop en grijns dan. 'Hallo Kees.' mompel ik.
'Hoi.' zegt Kees de sok met een gek stemmetje terug. Ik grijns. 'Wij zullen nog veel beleven.' brom ik tevreden. Kees knikt. 'Ik zal je voor altijd eren, mijn schepper.' zegt Kees vrolijk. 'Ja, doe dat maar.' glimlach ik.
Opeens wordt er op mijn deur gebonkt en ik kijk geschrokken op. Ik klem Kees tegen me aan en kijk boos naar degene die binnen komt. 'Blijf van Kees af!' gil ik naar Sanne. Ze kijkt me vreemd aan en rolt dan met haar ogen. 'Heb je al een idee?' Ze kijkt me met een kleine, vuile grijns aan. 'Hoe kom je hier, dikke stalker!' krijs ik en ik kijk haar kwaad aan. Ze glimlacht liefjes. 'Ik heb gewoon bij de informatiebalie gevraagd op welke kamer je zit. En hier ben ik dan.' Ze kijkt me triomfantelijk aan. 'Grmpf.' brom ik en ik kijk haar achterdochtig aan.
'Nou, heb je al een idee voor de verliezer? Die jij natuurlijk zal zijn, dat spreekt voor zich.' Ze kijkt verveeld naar haar nagels en dan naar mij. 'Laat me denken.' mompel ik. Ik kijk Kees aan. 'Heb jij een ideetje?' fluister ik in zijn niet-bestaande oor. Kees zegt niks en kijkt me alleen maar aan. 'Aan jou heb ik ook niks.' brom ik. Mijn ogen glijden naar Sanne, die me nu ongeduldig aankijkt. Dan zie ik dat haar wenkbrauwen zwart zijn. En zij is blond. Dat klopt niet.
'Teken jij je wenkbrauwen?' proest ik. Haar wangen worden rood. 'Ja. Heb je daar soms problemen mee?' snauwt ze en ze kijkt me arrogant aan. Ik grijns. 'Oké, ik heb een deal. Als ik verlies, zal ik mijn wenkbrauwen afscheren. Als jij verliest, wat je zeker gaat doen, dan teken jij je wenkbrauwen niet meer. Deal?' Ik kijk haar met een besmuikt lachje aan. Ze trekt een wenkbrauw naar me op -getekende wenkbrauw- en rolt dan met haar ogen. 'Oké, goed.' bromt ze en ze schudt mijn Keesloze hand. 'Goed.' glimlach ik tevreden. 'En nu verdwijnen, enge stalker.' Ze grijnst voordat ze zich omdraait en wegloopt. 'Jij gaat zo verliezen!' hoor ik haar nog roepen.
'Dat zullen we nog wel eens zien.' bromt Kees.
JE LEEST
Komt een jongen bij de dokter (BxB)
RomanceEén ziekenhuis. Twee jongens. Een stagiaire die voor dokter wil leren en een patiënt. En de patiënt is nogal stalkerig. Tim is een vrolijke 18-jarige die in het ziekenhuis belandt. Zijn benen werken niet meer mee door een ongeluk en daarom verblijft...