H10. Marsmannetjes en cliniclowns
~+~+~+~
Als ik op de vierde verdieping ben beland, dringt het pas weer tot me door dat ik straf heb. Shit.
Ik zucht even en kijk de lange gang in. Heel even je aartsvijand Sanne volgen mag toch wel? Daar is niks verkeerd aan.
Ik rol mezelf de lange gang in en kijk naar de bordjes naast de deur en kijk goed of ik al bij kamer 54 ben. Ik glimlach als dat het geval is en hou mezelf stil. De deur van de kamer staat op een kiertje en ik hoor vaag een paar stemmen uit de kamer komen.
'Ja, oma. Ik zal wel even wat halen.' hoor ik de stem van Sanne zacht brommen. Ik kijk verschrikt op en kijk wild om me heen. Shit, shit, shit, dit gaat verkeerd! Ik rol mezelf achteruit en zie dan een grote plantenbak staan met uiteraard een plant erin. Ik grijns.
Een paar lastige en moeilijke minuten later sta ik met mijn rolstoel achter de plant en komt Sanne de deur uitlopen. Ik hou mijn adem in en knijp mijn ogen dicht. Het zou wel meewerken als iemand mij in een plant kon veranderen. Of een kameleon. Maar die zijn lelijk. Ieuw.
Ik hoor haar voetstappen langs me heen gaan en ik doe voorzichtig één oog open. Opgelucht kijk ik toe hoe Sanne in het kantoortje van deze verdieping verdwijnt om waarschijnlijk koffie te halen. 'Lief plantje.' fluister ik en ik aai liefkozend een blaadje van de plant.
Als hij kon zou hij me nu prijzen.
Zonder mijn redder om te stoten rol ik me achter de plantenbak vandaan en ga weer richting de kamer. Als ik weer bij de deuropening ben, kijk ik voorzichtig om het hoekje. Ik zie een kleine vrouw met lichtgrijs haar in het ziekenhuisbed liggen met naast haar een lange jongen op een krukje.
Ik duw de rolstoel een stukje naar binnen en wil net een spontane reactie verzinnen zoals: 'Ligt hier misschien mijn verloren scheetkussen?', als de oude vrouw me opmerkt en vriendelijk naar me lacht. 'Hallo jongeman. Wie ben jij?'
Die vraag wekt ook de nieuwsgierigheid van de lange jongen en hij draait zich gelijk om en neemt me in zich op. Ik kijk naar hem en zie dan dat hij best wel op Sanne lijkt. Ik frons. Hoe kan dat? Is Sanne tweeling?
Of zijn het marsmannetjes die elkaar na-apen?
Wat argwanend kijk ik nog even naar de jongen en richt me dan op het oude vrouwtje dat nog steeds op een antwoord wacht. 'Oh.. euh.. ik ben Tim.' mompel ik. Beste eerste indruk ooit. In gedachten geef ik mezelf een schouderklopje. En een award.
Bedankt mama, voor de hoe-stel-ik-mezelf-voor tips.
De vrouw knikt en glimlacht. 'En jongeman. Wat brengt jou hier op deze prachtige dag op deze verdieping?' Ze kijkt me vragend aan en ik moet moeite doen om het niet uit te proesten. Prachtige dag?! Ik heb straf!
'Ik.. euh.. ben verdwaald.' Ik kijk haar zo onschuldig mogelijk aan en ze schiet in de lach. De jongen daarintegen trekt een wenkbrauw op en kijkt me aan alsof ik gestoord ben. Misschien ben ik dat ook wel een beetje. Een piepklein beetje.
'Kom maar verder, hoor. Ik vind het wel gezellig, zo'n vreemdeling.' Ze kijkt me vriendelijk aan en wat verlegen kom ik dichterbij. Ik zet mijn rolstoel naast de kruk van de jongen en kijk hem dan met samengeknepen ogen aan.
'Wat.' stoot hij uit en zijn wenkbrauw komt weer tot leven. Ik haal mijn schouders op. 'Je lijkt op je zus. Ben je toevallig een marsmannetje?' Ik kijk hem argwanend aan. Hij kijkt stomverbaasd terug. 'Nee, ik ben een tweeling.' zegt hij langzaam. 'En hoe ken je mijn zus in vredesnaam?'
'Hee! Wat doe jij nou weer hier!' klinkt het dan heel aardig vanuit de deuropening. Ik draai me half om en kijk recht in het gezicht van een briesende Sanne. 'Oh, hoi!' zeg ik poeslief en ik zwaai even naar haar. 'Wat toevallig dat ik jou hier tegenkom.' Ik kijk haar met een grote grijns aan.
JE LEEST
Komt een jongen bij de dokter (BxB)
RomanceEén ziekenhuis. Twee jongens. Een stagiaire die voor dokter wil leren en een patiënt. En de patiënt is nogal stalkerig. Tim is een vrolijke 18-jarige die in het ziekenhuis belandt. Zijn benen werken niet meer mee door een ongeluk en daarom verblijft...