H18. Een dronken Tim is een bijna kus
~+~+~+~+~+~
De volgende morgen lig ik nog om tien uur met koppijn in bed. Vannacht kon ik niet slapen, aangezien ik me alleen maar zorgen maakte om dat hele brief gebeuren, en ik voel me nu echt brak.
Zuster Mika is net langs geweest met ontbijt, maar ik had niet echt honger, dus heb ik het laten staan.
Er klinkt geklop op de deur, en ik kreun zacht als antwoord. Kunnen ze me nou nooit eens met rust laten? Blijkbaar niet. Ik hoor de deur verder open gaan en ik open met een chagrijnig gezicht mijn ogen. Ik draai mijn hoofd wat naar rechts en zie Vera staan, die me met een glimlach aankijkt. 'Goeiemorgen,' begroet ze me zonnig en ze loopt met lichte stappen naar me toe. Ik geef haar een dodelijke blik en duik weer onder de dekens.
'Ga weheg,' zeur ik, maar natuurlijk doet ze dat niet. Wat zijn vrouwen toch lastig. Misschien dat ik daarom niet op het vrouwelijke geslacht val. Ze geven alleen maar moeilijkheden.
Ze haalt de deken van me af en onmiddellijk verschijnt er over mijn hele lichaam kippenvel. Vervloekte kou. Ik schiet omhoog en kijk haar boos aan. 'Ga gewoon weg,' brom ik en ik wil de deken weer over mijn hoofd gooien, als ze me verbaasd aankijkt. 'Ben je chagrijnig? Zo ken ik je niet.' Ze kijkt me onderzoekend aan en ik steek mijn tong naar haar uit. Ja, ik ben volwassen!
'Nou, dan ken je me nu beter. Fijne dag nog verder!' Maar alweer houdt ze me tegen en ze schudt haar hoofd. 'Oh nee. Jij kleedt je aan en we gaan samen verder bezig met de behandeling. We zijn al zo ver!' Ze kijkt me enthousiast aan en ik aarzel. Ze heeft gelijk, we zijn nu al zo ver dat ik bijna de hele gang kan lopen zonder gelijk in elkaar te zakken. Ik zucht diep en geef me gewonnen. 'Goed dan. Ik kom eraan,' mopper ik en Vera glimlacht. 'Dan zie ik je zo.' Ze geeft me een knipoog en vertrekt.
Mokkend trek ik mijn kleren aan en kijk naar buiten. De lucht is grijs en het ziet ernaar uit dat het elk moment kan gaan regenen. Ik pers mijn lippen op elkaar en laat mezelf in mijn rolstoel vallen. Het zal vandaag geen dag vol uitstapjes worden. Geen uitstapje, geen Luke. En geen Luke betekent een depressieve Tim. Ik heb echt geen idee wat er met die brief gebeurd kan zijn. Waar zou hij in vredesnaam ooit zijn kunnen gebleven? En wat nou als de brief wél was aangekomen? Zou Luke dan misschien wel gekomen zijn? Of zou hij dan nog steeds zijn weggebleven?
De vragen blijven maar rond spoken in mijn hoofd en ik word er nog chagrijniger van. Met een diepe zucht rol ik mezelf de gang op.
Misschien helpt de training wel om alles -vooral Luke- eventjes te vergeten.
(/^-^/)
Oké, verdorie. De training helpt voor geen flikker.
Ten eerste komt dat door mijn gedachten die steeds naar de goddelijke knapperd vertrekken, en ten tweede komt diezelfde goddelijke knapperd de gang binnenlopen wanneer ik net in dezelfde gang heen en weer paradeer. Ik loop net weer met een frons de gang weer in, terwijl Vera me op de achtergrond aanmoedigt, wanneer Luke met een aarzelende blik me tegemoet komt lopen. Ik verstijf meteen en hap naar adem als een goudvis.
Hallucineer ik?! Sinds wanneer?
Mijn benen beginnen gelijk te trillen en Luke snelt toe wanneer ik dreig in te storten. Hij slaat snel zijn armen om me heen en houdt me dicht tegen zich aan. Een schaapachtige glimlach siert zijn gezicht. 'Kijk uit,' mompelt hij en ik kan hem alleen maar aanstaren. Mijn spraakvermogen is allang vertrokken naar de Bahama's.
'W-wat..,' hakkel ik verward en ik hem onthutst aan. Ik haal diep adem en probeer mijn lichaam weer onder controle te krijgen. Luke laat me voorzichtig los, maar wanneer mijn benen weer beginnen te trillen, houdt hij me snel bij mijn onderarmen vast.
JE LEEST
Komt een jongen bij de dokter (BxB)
RomanceEén ziekenhuis. Twee jongens. Een stagiaire die voor dokter wil leren en een patiënt. En de patiënt is nogal stalkerig. Tim is een vrolijke 18-jarige die in het ziekenhuis belandt. Zijn benen werken niet meer mee door een ongeluk en daarom verblijft...