Ik voelde onmiddellijk aan dat ik nu zelf moest beslissen, maar ik krijg ook geen zekerheid. Hoe weet ik dat ze nu de waarheid spreken of niet? Voor mij part is mijn vader al een decennium dood. Maar ja, ik weet nog steeds niet hoe, dus hij kan even goed nog in leven zijn. Zijn gevangenschap verklaart dan ook wel het feit dat hij geen contact met me opnam, hij had de kans niet. Hoeveel heeft hij dan al niet zitten denken aan mama of misschien ook wel aan mij. Ik had twee keuzes, maar als puntje bij paaltje kwam, dan waren ze allebei nutteloos en is het beter dat er gewoon een einde komt aan dit alles. En dat einde zal voor die mannen hier al vast staan. Er gaan doden vallen en als het van hun afhangt. Dan ben ik de eerste. Misschien is dat ook wel beter zo. Ik staarde voor me uit en schrok dat Romano nog steeds voor me zat. Hij keek me aan, z'n doordringende blik lieten m'n hersenen stilvallen en voor ik het wist, zei ik: "Vergeet het, ik zeg niets. Mijn vader is dood en daar blijft het bij. Ik kan je niet helpen." Dat was duidelijk niet het antwoord waar hij op hoopte en er kwam zo'n beetje stoom uit z'n oren. Hij besloot dat het genoeg was geweest en kwam dichterbij. "Hier ga je spijt van krijgen, jongen. Ik gaf je net de kans om hier levend uit te komen, maar jij gooit hem weg. Eigen schuld", zijn woorden drongen door mijn hoofd en ik geloofde hem nog ook. Die gast moet goed opgeleid zijn, waar hij zijn 'diploma' dan ook maar heeft gehaald. Ik kreeg een slecht gevoel in mijn buik en voelde aan dat ik net iets stoms heb gedaan. Hij knipte met z'n vingers naar de man en de man stapte de gang in. Philippe Romano volgde hem, maar voor hij achter de hoek ging keek hij me razend aan. Na nog geen tien seconden kwam de man met de leren vest terug en maakte de elektronische kettingen los. Hij haalde me van de matras en zette me op de stoel. Hij haalde een rol tape tevoorschijn en begon stukken los te trekken. "Dit meen je toch niet, hé", zei ik nog, maar het haalde niets uit. Hij trok aan mijn arm en ik voelde een immense pijn. Mijn schouder kraakte extreem hard en deed zo'n zeer. Volgens mij was dat niet de bedoeling van de man en hij keek geschrokken naar de schouder. Hij wist dat hij hier een fout had gemaakt, maar probeerde zo weinig mogelijk ervan aan mij te laten zien. Hij trok nu ook aan mijn andere arm en duwde mijn handen tegen elkaar. De ene grimas na de andere overtrok mijn gezicht en het signaal pijn was een trouwe vriend of vijand geworden. Hij plakte de tape rond mijn handen en ik zat vast. "Komaan, dit hoeft toch niet", zei ik weer. In de hoop van hem te kunnen overtuigen, maar met een grijns op zijn gezicht zei hij: "Hou jij je mond maar, kleintje. Ik denk dat wij trouwens nog eens een ritje gaan maken, wat vind je daar van? Oh ja, zwijgen!" Voor ik ook maar iets van onbenulligheid kon uitkramen plakte hij de tape op mijn mond. Tenslotte zei hij met een smerige stem:" Slaapwel" Ik dacht dat ik weer een enorme slag ging krijgen, maar deze keer dook hij in zijn tas. Hij haalde er een injectiespuit bij en vulde die met een product. Hij trok de spuit op en zette die in mijn hals. Ik haatte injecties sowieso al, maar dit ging m'n petje te boven. Hij duwde op de spuit en de pijn van de naald werd weggevaagd door een zwart beeld. Ik zag de man nog even grijnzen en opruimen, maar dan was ik weg. In tegenstelling tot de andere keren dat ik buiten bewustzijn was, begon ik nu te dromen. Waarschijnlijk omdat ik aan het piekeren was over wat er allemaal gebeurd en wat ik nog kan doen. Ik hoorde mama terug zeggen dat mijn vader was overleden. Ik weet dat ze daar heel veel onder leed, ze hield verschrikkelijk veel van hem. Ze heeft nooit geweten hoe hij gestorven is en ze heeft hem begraven. Al weet ik nu niet meer wat ik daar van moet geloven. Ze kan toch niet mijn hele jeugd gelogen hebben en alsof gedaan dat ze hem miste en nog van hem hield. Het kan wel dat mijn vader nog leeft, want niemand weet hoe hij is gestorven. Verschillende vragen flitsten door mijn hoofd, en dat terwijl ik niet eens weet waar ik ben of wat er aan het gebeuren is. Allemaal rare dingen die ik al gewoon geworden was. Ook al mocht dat niet. Ik begon me in te beelden over hoe hij eruit zou zien. En ik hoopte dat ik m'n kans niet had verspeeld. Ik begon me te bedenken dat als ik hier weg geraak met mijn vader. Ik weer een normaal leven kan beginnen. Eindelijk, eens echt normaal. Iedereen heeft sowieso een vader en een moeder. Sommige wonen wel bij slechts één van de twee, maar ze hebben er twee. Ik zou er dan toch ook nog twee hebben. Ik zag me al op school aankomen en tegen iedereen maar zeggen wie mijn vader is en wat hij doet. Ze hebben hem nog nooit gezien, laat staan dat ze er iets van hebben gehoord van mij. Tot twee jaar geleden dacht ik nog dat mijn mama zwanger is geworden van mij zonder iets te hebben gedaan met iemand anders. Ik heb een vaderfiguur leren kennen op school, door vrienden. Zij vertelden euforisch over welke avonturen ze hebben beleeft met hun vader. Dingen die je alleen met een vader kunt doen, niet met een moeder. En dat was nu exact hetgene wat tot nu toe nooit mogelijk is geweest voor mij. Tot ik Rob ontmoette. Hij was mijn vader, hij was degene met wie ik mannendingen kon doen. Nu ik erover nadacht, hoe kon ik degene die me zo nauw bij het hart lag verlaten. Ik laat iedereen in de steek. Eerst mama, dan Rob en nu Kato. Ik moest denken aan de ene nacht waarop ik tegen haar aan lag, hand in hand. Ik voelde me dom, omdat zij de eerste was die me liet beseffen dat ik voor een onnozele reden ben weggelopen. Maar langs de andere kant, als ik dat niet gedaan had. Dan had ik ze nooit ontmoet. Maar dan zat ik ook niet hier. Als ik het dan van nog een andere kant bekijk, dan kon ik misschien nooit mijn vader ontmoeten. Zie je, elk slecht ding heeft zo dan toch nog zijn goede kanten. Maar als ik dan weer eerlijk ben tegen mezelf dan mag en kan ik hem niet ontmoeten. Of het is mijn vader, of het is mijn moeder. En ja, dan kies ik voor mijn moeder. Zij heeft me opgevoed. Wat moet ik toch aan met mezelf. Ik zit aan ouderschap te piekeren terwijl ik een kind ben dat dik in de problemen zit. God weet waar zit ik...
JE LEEST
Beroepsgeheim
ActionBeroepsgeheim gaat over een jongen die Arno noemt.Hij is twaalf jaar en is de zoon van een politieagente.Zijn vader is weg van thuis,hij is op een onbekende manier overleden.Zijn moeder is bezig met een onderzoek dat gaat om een crimineel die banden...