Papa merkte op dat het niet makkelijk ging worden, maar ook niet onmogelijk. Ook hij zat vastgebonden, maar niet met kettingen. Waarschijnlijk omdat ze dachten dat hij al helemaal verzwakt was. Hoe lang zit hij hier al wel niet? "Papa, als jij je omdraait dan maak ik je los", zei ik. Hij deed wat ik zei en draaide zich om. Ik begon te trekken en te prutsen aan de touwen. Wat me opviel was dat het verbazend stil was. Geen enkel geluid, het leek wel alsof we helemaal alleen waren. Maar ik wist wel beter. Ze zouden ons nooit onbewaakt laten zitten. Zij weten ook dat dat mijn vader is en dat vader en zoon te samen wel wat kan. Ik trok aan één van de touwen en ik voelde dat het touw minder strak werd. Ik trok nog een keer en opnieuw kwam het losser te zitten. "Probeer je handen er al eens uit te krijgen", vertelde ik en opnieuw deed hij wat ik zei. "Ja, 't is gelukt!" zei hij euforisch. "Nu is het jouw beurt", zei die. Hij maakte zijn voeten zelf los en wandelde naar mijn handen, ik moest me niet omdraaien. Hij maakte mijn touwen al iets sneller los. Hij was zelf los en hij maakte ook mijn voeten los. "Eindelijk" zuchtte ik. Ik keek naar mijn polsen en zag de blauwe plekken en bloedvlekken erop. Eerst was ik verrast, maar wat wil je hebben. Ik weet niet hoe lang ik al weg ben, maar ik heb heel de tijd vastgebonden gezeten. Aangezien er van ergens licht binnenkwam wisten we dat er ergens een raam moest zijn. Hij ging op zoek en ik moest blijven zitten. Ik had nu pas echt goed de tijd gekregen om hem goed te bekijken en zijn beschrijving van mama kwam precies overeen met hoe hij eruit zag. "Jij bent ook nog geen haar verandert, hoor", complimenteerde ik. "Tja, wat zal ik zeggen", zei hij. Hij grijnsde en ging weer op zoek. "Hier, hebbes", fluisterde hij. "Wie gaat er eerst?" vroeg ik. "Jij, want dan kan ik je nog helpen. Ik geraak daar boven wel", zei hij. Ik knikte en stond op. Eenmaal onder het raam aangekomen begon ik voor het eerst lawaai te horen van achter de deur. "Haast je!" beval papa me. "Maar wat ga jij dan doen, we gaan nooit op tijd zijn!" riep ik al panikerend. "Nu, ga!" riep hij terug. Ik zette m'n voeten op z'n handen en drukte me op aan de vensterbank. Mijn handen waren al buiten en voor ik het wist waren mijn benen dat ook. Ik ademde diep in en haastte me om papa te kunnen helpen. Er ging een sleutel in het slot, maar papa liet zich niet afleiden. "Watch and learn!" zei hij al grijnzend en hij drukte zich op. Binnen de drie seconden was hij door het raam en hij trok me opzij zodat ze me niet konden zien. Hij had het raam gesloten zodat het niet echt duidelijk was op welke manier we waren ontsnapt. "Kom,we zijn weg", zei hij. "Maar, we kennen de weg toch helemaal niet. We zijn in Italië!" riep ik. "Sst, straks horen ze ons. Ze moeten het gevoel krijgen dat we al lang weg zijn en al bijna terug in België zitten, manier van spreken dan toch" fluisterde hij weer. "Ok, maar wacht!" siste ik. "Ik ken iemand die hier ook zit en die ook weg moet. Hij is ook een Belg en hij is ook een kind", zei ik. "Wacht, nog iemand?" vroeg die verwonderd. "Ja, zijn naam is Stef en hij was al erg lang gevangen genomen. Die opvliegende kereltjes dachten dat hij iets had wat van hen was, maar hij weet zelf niet waar het over gaat", antwoordde ik. Zijn ogen dwaalden af en hij begon na te denken. "Zou hier nog een andere cel geweest zijn?" vroeg ik. Hij dacht na en keek door het raampje. "Ja, en ik weet hoe we er veilig geraken", zei die vastberaden. Ik keek ook door het raampje en zag achter de deur die nog openstond een andere deur die niet helemaal dicht was. "Er zijn er maar twee" opperde ik. "Inderdaad" antwoordde hij en hij duwde het raampje weer open. "Jij blijft hier, kan je in bomen klimmen?" vroeg hij. "Tuurlijk" antwoordde ik opgewekt. "Laat me dat dan maar eens zien en klim in die boom. Zorg dat ze je niet zien! Ik ben direct terug met Stef", zei hij en hij liet zich op de matras in de cel vallen. Hij rolde door en voor ik het wist stond hij aan de deur en nog geen twee seconden daarna stond hij al in Stef zijn cel. Na een minuutje was hij buiten met Stef. Ze kwamen samen de andere cel binnen en Stef kroop net zoals mij als eerste met wat moeite door het raampje. Papa deed hetzelfde en was weer onmiddellijk boven. Hij sloot het raampje weer. "Wie bent u?" vroeg Stef. Ik klom uit de boom en antwoordde kort:" Mijn vader." Hij draaide zich om en keek verwonderd. "Arno, ben jij dat echt? Ik dacht echt dat ze ons zouden splitsen", zei hij. Ik glimlachte en zei dan vrij gehaast. "Sorry Stef, maar volgens mij is er geen tijd voor een koffieklets. Ze zijn al aan het zoeken en we moeten zo snel mogelijk uit dit bos zien te geraken. Maar hoe?" Papa keek in het rond en ademde opgelucht. "Ik ken het hier, ik ken iemand die hier nog geen tien minuten vandaan woont. Hij krijgt ons in België op een veilige en legale manier", zei hij. Ik knikte en glimlachte. Hij deed hetzelfde terug en ging ons voorop. Stef wreef nog even over z'n bloedende hoofd en daarna volgde ook hij mijn vader. Ik sloot af en was meer aan het denken dan aan het lopen, maar er zat te veel adrenaline in mijn lijf om traag te kunnen lopen. Ik zal mijn vader altijd dankbaar zijn omdat hij dit kan en heeft gedaan. Toch handig, hé. Zo'n goede vader! En nu, terug naar België. Terug naar mama zodat ik haar terug kan zien en zodat mama, papa terug kan zien. Back to the little, happy family!
JE LEEST
Beroepsgeheim
ActionBeroepsgeheim gaat over een jongen die Arno noemt.Hij is twaalf jaar en is de zoon van een politieagente.Zijn vader is weg van thuis,hij is op een onbekende manier overleden.Zijn moeder is bezig met een onderzoek dat gaat om een crimineel die banden...