Onderweg naar niemandsland

6 1 0
                                    

Ik was nog steeds in shock door het aangrijpende verhaal van Stef. Ik had echt te doen met hem, maar tegelijkertijd was ik, hoe wreed het ook is, opgelucht dat ik niet alleen was. Voor het eerst had ik het gevoel van compleet begrip. Tussen de berichten van medeleven door maakte ik me toch zorgen over waar ik nu zat. Ik bleef m'n handen opspannen, in de hoop dat de kettingen het opgeven, maar... Tevergeefs. Ik werd wanhopig en sloeg met m'n armen om me heen. Ik voelde de metalen ketting voor het eerst en begon de lijn af te gaan. Beetje bij beetje raakte ik dichter bij de ring waaraan ik verbonden was. Uiteraard zou het een verloren poging zijn, zelfs ook als ik er raakte. Maar wat moet je anders doen? Ik rekte me volledig uit en ging de lijn volledig af. Tot ik inderdaad de metalen ring voelde. Ik begon er aan te prutsen, maar ik was nog steeds geblinddoekt en daardoor kon ik niet zien wat ik deed. Daarnaast, aangezien we in een vrachtwagen zaten zouden we sowieso niets zien. Het is een volledig afgesloten ruimte, en met die zeilen komt er nooit licht binnen. Van buiten af, zie je ook niks en daarom pakken mensensmokkelaars deze optie. Als ik nu naar de politie kon gaan, dan zou ik behoorlijk wat nieuwe informatie kunnen mededelen over deze Italiaanse stomkoppen. Na misschien wel een kwartier aan die ring geprutst te hebben, gaf ik het op. "Stef?" zei ik. Ik hoorde iemand kuchen en daarna antwoordde hij:" Ja, Arno. Ik ben hier." Ik rolde met m'n ogen in de hoop dat ik iets zou zien onder die blinddoek. Toen kreeg ik een idee. "Kan je eens een schatting maken van de lengte van jouw ketting?" vroeg ik. Hij zuchtte diep en begon, aan het geluid te horen, aan z'n ketting te voelen. "Twee à drie meter, denk ik", zei hij. "Die van mij ook", antwoordde ik. "Als we nu eens zo ver mogelijk naar voren lopen tot we manier van spreken tegen elkaar aan lopen. Dan kunnen we elkaars blinddoek afdoen en daarna zien we wel wat we met die kettingen doen", stelde ik voor. Hij ging akkoord en probeerde recht te staan. Ik deed hetzelfde, na nog eens vijf minuten van stuntelen om op te staan. Stonden we op onze voeten en wandelden we met veel moeite naar elkaar toe. Ik strekte m'n hand en reikte m'n hand aan om Stef te kunnen helpen. Plotseling voelde ik een hand. "Ja, Stef ben jij dat?" vroeg ik. "Ja, dat ben ik", zei hij. "Ok, ik heb nog overschot dus dan kan ik vast wel aan je blinddoek aan", zei ik tenslotte. 'In hoop van zege', dacht ik in mezelf. Ik reikte met m'n hand naar z'n hoofd en begon te prutsen. Af en toe zei hij 'Au!' omdat ik aan z'n gezicht bezig was en ik dacht al na over hoe geschramd z'n gezicht zou kunnen zijn, tot dat hij mijn blauw gezicht zag. Ik voelde de blinddoek van Stef en ik trok ontzettend hard en de blinddoek viel af. "Nu jij", zei Stef. Bij hem ging het vlotter en ook de mijne viel af. Mijn ogen deden pijn van het 'felle' licht, ook al zat ik in de duisternis. Ik moet zeggen, er was toch een vrij groot verschil tussen op een blinddoek kijken en in een zwart gat kijken. Ik voelde me net alsof ik in één of andere onderwereld zat. En, het ergste was. Ik zat er nog niet eens ver naast. Mensen zochten naar mij en ik kon ze niet helpen, tenminste! Ik griste in m'n broekzak naar de telefoon die erin stak. Toen ik hem beet had, toetste ik het nummer in en drukte de telefoon zodanig dicht tegen m'n oor dat het pijn deed. Maar ik wou niet gesnapt worden. Stef zijn ogen lichtten op en wachtten vol spanning en ongeduld op resultaat. De telefoon ging over en er pakte iemand op aan de andere kant van de lijn. "Mama?" zei ik met een onzekere stem. "Arno, jongen ben jij dat?" vroeg ze. Ik hoorde haar huilen en dat was nu net hetgene dat ik niet nodig had. Elke snik die ze liet kwam als een mes in mijn keel aan. Ik keek Stef aan en zag hoe hij met ongeloof in z'n ogen in het rond keek. "Mama, we hebben niet veel tijd meer", zei ik op een drastische toon. Ze stopte met snikken en kwam ter zake. "Hoe bedoel je, jongen?" vroeg ze. "We zitten in een vrachtwagen, mama. Ze willen ons het land uitkrijgen en zeiden dat we eraan gingen!" riep ik in paniek. "Sssst!" snauwde Stef me toe. Mijn ademhaling werd onregelmatig en langzaam maar zeker ging ik in hyperventilatie. Stef wist me in bedwang te houden, waardoor het licht niet uit ging. Of ja, ik het bewustzijn verloor. "Shit, ze doen het toch!" hoorde ik mama zeggen. "Wat bedoel je?" vroeg ik. "Arno jongen, elk slachtoffer van de maffia wordt vanuit België naar Italië gesmokkeld om daar verder gevangen gehouden te worden en..." Ze stopte, ze begon weer te snikken, moesten dat echte messen geweest dan was ik eraan. Onthoofd, of weet ik veel wat. "Mama, ik moet alles weten. En?" vroeg ik bang. "Pfff, na een tijdje worden ze daar geëxecuteerd. Het is net als onbekend terrorisme", zei ze. Ik begon te beven, mijn hart trok het niet meer. Had ik dit alles meegemaakt om uiteindelijk toch te eindigen in één of andere container in Italië, met m'n hoofd in de ene en de rest in een andere. Daar had ik geen zin! Ik moest iets bedenken of het was over and out! "Jongen, je moet kalm blijven. We weten hun verblijfplaats daar zijn. We brengen de Italiaanse collega's in paraatheid en zodra je arriveert, word je bevrijd!" stelde ze me gerust. "Oké, maar haast je mama, we gaan eraan!" snauwde ik haar toe. Ze moest slikken, ze had me nog nooit zo tegen haar tekeer horen gaan. Toen begon ze over iets anders. "Zeg Arno, waarom zeg je 'we', is er nog iemand bij je?" vroeg ze. Ik keek Stef aan en hij knikte, ik moest en zou hem mee redden, hij had ook genoeg meegemaakt. "Ja, mama. Stef is ongeveer even oud als mij en zat al voor mij geblinddoekt en vastgeketend in de vrachtwagen. We hebben elkaars blinddoeken af weten te krijgen", zei ik tegen haar. Ze toonde in de volgende zinnen enorm veel angst, woede en verbazing. Maar ik was strijdvaardiger dan ooit, ik zou er weggeraakt zijn. Na tien minuten gebeld te hebben, legden we af en ik was gerustgesteld. Ze gaan ons bevrijden, terug een normaal leven krijgen. Wat al lang niet meer zo'n evidentie was. Ik keek Stef aan en hij gebaarde dat ik moest uitleggen wat er ging gebeuren, zodat hij zich kon voorbereiden. "Kijk, mijn mama is een politieagente met connecties, zij gaan de Italiaanse politie op de hoogte brengen van hun bedoelingen zodat zij ons in Italië, kunnen bevrijden. Italië is overigens de plaats waar ze ons naartoe smokkelen", zei ik. Hij knikte en leek te beseffen dat er misschien wel een ontknoping aan deze miserie vasthing. En dat die snel ging komen ook.

BeroepsgeheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu