We liepen nog steeds in dat bos en het begon duister te worden. We liepen al minstens twee uur aan een stuk zonder te stoppen of zelfs te vertragen. Voor het eerst voelde ik de consequenties van die enorme inspanning. We moesten stil zijn, want het bos kan vol met Italiaanse maffiosi zitten, maar nu moest ik echt stoppen. Stef kreeg het ook moeilijk, maar papa ging vlotjes verder. "Papa, stop!" riep ik. Hij keek om en zag dat ik echt niet meer kon. "Ok, eventjes. Maar waar kunnen we ons verstoppen?" vroeg hij. Ik keek in het rond en zag een dichtgegroeid stukje waar er een verzameling van bomen en hoge struiken waren. Het was me in het begin niet eens opgevallen, dus de kans dat ze daar beginnen met zoeken is nihil. "Daar, we moeten zelfs niet eens klimmen. We gaan gewoon in het centrum van die struiken zitten", zei ik. Stef was de eerste die akkoord ging en slenterde richting de struiken. Papa was ook akkoord en volgde Stef. En ik sloot weer af. Ik deed m'n trui uit en legde die op de grond. Tenslotte ging ik erop leggen. Stef deed hetzelfde, maar papa bleef recht zitten. Een beetje zoals een kudde dieren. De kleintjes mochten rusten en de vader stond op de uitkijk. Nu was hij verantwoordelijk voor twee kleintjes, en je zou denken dat dat niet ging als je dat nog nooit gedaan hebt. Maar ik zag hem genieten, hij heeft dit altijd al willen doen. Dat gezinnetje onderhouden, dat heeft hij nooit kunnen doen omdat hij gevangen zat. Maar ik ga hem de kans geven om dat vanaf nu te doen. Mama heeft al genoeg gedaan. Plotseling werd de rust onderbroken. "Jongens, we moeten gaan! Als ik me niet vergis moeten we nog eventjes doorlopen. Als we een stevig tempo kunnen behouden dan zijn we er over een half uurtje. En dan zijn we morgen al in België", zei hij. Ik knikte en trok m'n trui weer aan. Stef deed hetzelfde. Plotseling kwam er weer een kind in ons naar boven. Toen we zagen dat we hetzelfde deden, begonnen we spontaan te giechelen. Papa draaide zich om en grijnsde. "Ik ben er klaar voor!" zei ik enthousiast. "Zijn we weg?" vroeg Stef sarcastisch. We knikten allemaal, maar bleven allebei ook eens grijnzen. Doei doei, bosje! Op dezelfde manier als hoe we vertrokken zijn, gingen we nu weer verder. Het werd steeds donkerder en donkerder, maar dat was net reden te meer om door te lopen. Dan zouden we sneller in veiligheid zijn! De bomen waren ondertussen nog maar schimmen en mijn vader zag ik ook al bijna niet meer lopen. Daar had ik we schrik voor, want wat als hij afdraaide. Ik zie hem nauwelijks, dan zouden we uit elkaar gaan! Maar dat had papa zelf ook door en daarom besloten we te vertragen en al stappend naast elkaar verder te gaan.
Na misschien nog een uur gestapt te hebben kwam er een einde aan het bos en we kwamen terecht in een klein dorpje. "Zo, nu nog vijf minuutjes stappen en we zijn er!" riep hij. We stapten niet op ons gemakje, maar eigenlijk waren we aan het snelwandelen. En zijn voorspelling klopte, we gingen het hoekje om en daar was een afgelegen huis. Er brandde licht. "Zo jongens, ga eventjes naar die struik daar. Verstop je! Ik ga naar binnen en regel alles. Daar kunnen we heel even schuilen en dan zijn we vannacht al op weg naar België. Klinkt goed, hé!" riep hij. We knikten en liepen naar de struik. Papa ging naar de voordeur en belde aan. Hij schuifelde zenuwachtig met z'n voeten en wachtte ongeduldig. Plotseling vloog de voordeur open en stond er een oudere man in de deuropening. Papa begroette de man, ik kon het zien aan zijn handgebaar. De man had het er duidelijk moeilijk mee, en was duidelijk verbaasd. Hij begon een uitleg en plotseling kwam hij naar de struik. Hij kwam naar ons toe. "Sta eens op" zei hij grijnzend. Ik keek rond en geloofde dat de kust veilig was. Ik zette m'n voeten op de grond en zette me af. Langzaam maar zeker kwam ik tevoorschijn. De man deed een hand voor z'n mond toen hij me zag. Ik had geen idee waarom. "Kom vlug binnen", zei de man. Ik deed teken naar papa en Stef en ook zij kwamen naar de deur toe. Ik begon een beetje te lopen en snelde de deur in. Papa en Stef deden hetzelfde. De man knalde de deur dicht en deed het licht in het smalle gangetje uit. "Ga verder", zei de man beleefd. Ik deed de deur open en zag ook een oudere vrouw aan tafel zitten. Zij was aan het eten, ik hoorde het gekras van het bestek tot in het gangetje. Ik ging de eetkamer binnen en op dat moment liet ze haar vork vallen op haar bord. "Dit kan niet waar zijn!" riep ze uit. Ik kon niet volgen en zei zo normaal mogelijk: "Ehh... Dag mevrouw, ik ben..." De vrouw onderbrak me. "Je hoeft niets te zeggen. Arno, mijn jongen!" riep ze. Ik sperde m'n ogen. Plots hoorde ik papa van achter me praten. "Arno, ik stel je voor aan jouw grootouders!" zei hij enthousiast. Stef keek erg stil toe naar het tafereel. "Euhm... Wacht even, even terugspoelen!" zei ik verwonderd. "Wat is er jongen?" vroeg papa. "Niks, hoor. Gewoon te veel informatie in één keer", zei ik. Hij knikte, maar als ik zo naar mijn oma keek voelde zij zich behoorlijk aangesproken. Toen probeerde mijn papa het ijs weer een beetje te breken. "Mama, wil jij Arno en Stef misschien wat foto's van hem laten zien van toen hij nog klein was?" vroeg hij. "Oh, da's een leuk idee!" zei ze opgewekt en ze wandelde naar de kast. "Wel jongens, jullie blijven hier want ik moet nog wat bespreken", zei hij. "Ja, jullie worden volgens mij in België verwacht. Helaas", zei opa. "Kom maar zitten", zei oma. Stef en ik zetten onze benen in gang en wandelden naar de tafel. Ik schoof een stoel naar achter zodat ik kon gaan zitten. "Zo jongens, zijn jullie er klaar voor?" vroeg oma. We knikten. "Ik ben benieuwd om je als klein kind te zien' fluisterde Stef. Hij giechelde. Ik keek hem aan. Plotseling schoot oma weer in gang. Ze straalde helemaal. "Allemaal dozen met foto's en brieven van en over jou. Je vader heeft lange tijd geprobeerd om terug contact op te nemen met je moeder, maar dat werd altijd geblokkeerd. Helaas, verdween hij dan weer voor zo'n beetje al die tijd. En sindsdien is alles veranderd", zei ze. "Hoe kunnen al die dozen nu gevuld zijn met foto's en brieven? Ik ken jullie helemaal niet. Ik ben hier nog nooit geweest" raasde ik. "Wel, dat laatste klopt niet helemaal, Arno" zei ze. Ik dacht na, probeerde herinneringen op te halen. Maar tevergeefs. "Ik kan echt niet volgen, oma", zei ik. "De eerste drie maanden na je geboorte heb je hier doorgebracht. Je vader, je moeder en jij. Het was de gelukkigste periode uit m'n leven. En dan, werden je vader en moeder teruggeroepen naar België. Voor werk. Ik heb nog voorgesteld of je hier in Italië kon blijven, maar daar hadden je ouders geen oren naar. Ik begrijp hen wel, ik zou m'n kind ook niet zo lang kunnen missen. Maar kijk nu, het is bijna twaalf jaar geleden dat ik je gezien heb. En in welke omstandigheden..." vertelde ze. Ik begreep het niet. Waarom heeft mama nooit gezegd dat ik nog familie heb in Italië? Waarom heeft ze nooit ook maar iets verteld over het feit dat ik wel degelijk in Italië hebben gewoond? Waarom?! Dat is de enige vraag die ik nog kon bedenken. Wat kan de tijd toch vliegen!
JE LEEST
Beroepsgeheim
ActionBeroepsgeheim gaat over een jongen die Arno noemt.Hij is twaalf jaar en is de zoon van een politieagente.Zijn vader is weg van thuis,hij is op een onbekende manier overleden.Zijn moeder is bezig met een onderzoek dat gaat om een crimineel die banden...