Ik volgde de bevestiging van de man op en besloot om, zodra de man de hoek om was, weer in het bos te gaan en om steeds rechtdoor te gaan. Het korte gesprek met de man had me echt goed gedaan en mijn energie was weer volledig opgeladen. Ik kon weer verder. Het was ergens rond de middag en ik wandelde rond in een bos. Een natuurlijk gebied dat al lang geen geheimen voor me had, althans dat dacht ik. Ik dacht ook dat ik alleen was in het bos, al leek me dat in het begin van mn reis onwaarschijnlijk. Plotseling hoorde ik van achter me geluid. Mijn hart begon te bonken in mijn keel, mijn lichaam verstijfde en ik huiverde. Ik draaide me abrupt om en zag voor me een meisje staan. Hoe komt zij hier? dacht ik. Ze sprak me aan: Hallo, ik ben Kato. Wat is jouw naam?. Haar stem klonk onzeker en ik herkende duidelijk behoorlijk wat angst. Mijn gevoelige kant kwam voor het eerst in tijden weer echt naar boven en ik zette mezelf vanaf dat moment op de tweede plaats. Ik ben Arno. Mag ik vragen hoe jij hier komt? vroeg ik aan het meisje. Het meisje begon te friemelen aan haar haar en zuchtte. Ik ben weggelopen van thuis en loop nu al dagen rond in dit bos waar maar geen einde aan lijkt te komen, zei ze. Ik slikte, het was praktisch precies hetzelfde verhaal als dat van mij. Waarom ben je weggelopen van thuis? vroeg ik op mijn beurt. Plotseling stortte ze in en barste in tranen uit. Ik had het nooit mogen doen, maar ik kon me geen andere oplossing meer bedenken, zei ze al snikkend. Het gejammer van het meisje ging door merg en been. Elke keer als ze haar zin hervatte, gingen de klinkers als messen door mijn hart. Ik herkende mezelf in het meisje en voelde me tot haar aangetrokken. Er was iets aan haar dat me wel interesseerde. Iets mysterieus, speciaal en ik was onmiddellijk verloren. Mijn hart begon voor de eerste keer te spreken, in een lange tijd. Mijn brein lag stil en mijn hart nam het over. Elke keer als het meisje een traan liet rollen, dan brak ik en begon ik mee te huilen. Ik zag aan haar dat ze niet wist wat haar overkwam en ook zij stond versteld van mijn emoties. We voelden hetzelfde en zonder ook maar iets te moeten gezegd hebben, waren we close geworden en kenden we elkaar zijn levensverhaal. Niet met zoveel details, maar het was wel genoeg! Kato werd terug rustig en werd weer helder. Ik bleef staan en wachtte tot het ijs gebroken ging worden. We waren net een stelletje dat nog niet weet dat de andere persoon jou ook leuk vindt. Daar zou elk moment verandering in komen Waarom ben jij alleen in een bos? vroeg het meisje. Ik had schrik om opnieuw te moeten huilen en besloot om, voor het begin, alle details weg te laten. Ten slotte ben ik ook maar gewoon weggelopen, want ik ben de misdadiger niet in mijn verhaal. Ik ben slachtoffer! Ik heb mezelf genoeg gepijnigd, nu was het tijd voor eerlijkheid, lef en zelfvertrouwen. Ik ben ook weggelopen, zei ik. Ik bleef koel en kalm. Ik dacht dat dat is wat ik wou en ook wat zij wou. Toch verbaasde de reactie van het meisje me. Hoe kan je daar zo kalm onder blijven, als je daarnet nog zat te huilen? vroeg ze. Ik wreef door mijn blonde haren en stond versteld op mijn benen. Om eerlijk te zijn, dacht ik dat jij wou dat ik kalm bleef. Omdat jij het er duidelijk zo moeilijk mee hebt, antwoordde ik. Het meisje slikte en antwoordde zeer tactvol: Denk aan jezelf en minder aan anderen. Ik zie nu al dat jij altijd het gevoel hebt gehad dat je voor anderen moest zorgen en niet voor jezelf, maar nu sta je er alleen voor. Jij hebt het recht om te leven, om iets voor jezelf te doen, maar weglopen zorgt absoluut niet voor de juiste uitweg. Ik kan het weten! Haar woorden klonken oprecht en iets aan haar deed me denken aan mijn mama. De vrouw die me alles heeft gegeven en nu doe ik dit, maar ik kan niet terug! Je kent mijn situatie niet, dit was nog de enige oplossing op korte termijn, zei ik om mezelf te verdedigen. Ze schudde haar hoofd en er kwam een niet zo gemeende glimlach op haar gezicht. Weet je, jij en ik lijken veel op elkaar. Maar ik kan het weten, dit is niet goed, zei ze. Ze ging verder: En ja, ik ken de situatie niet. Maar leg het me dan uit, misschien begrijp ik het wel. Ik kon niet geloven dat iemand mijn opinie, mijn verhaal wilt aanhoren. Was zij dan degene op wie ik gewacht had? Was zij de reden, de sleutel naar de oplossing? Al na een week? Ik weet het niet, hoor. Je hebt zelf al genoeg problemen. Het was in ieder geval fijn om je te leren kennen. Hou je goed, zei ik en ik draaide me om. Ik stond op het punt om me om te draaien en om haar te laten staan. Plots voelde ik een hand op mijn schouder en verbaasd draaide ik me om. Het meisje zei zacht: Stop met jezelf te pijnigen en loop niet weg van je problemen. Dat gaat niet! Vertel het me. Haar ogen fonkelden als duizenden sterren op een heldere nacht. Ik keek naar de lucht en zag dat het al bijna duister was. En ik had nog geen slaapplaats gevonden, ik had simpelweg geen tijd. Ik moet echt verder, ik heb nog geen slaapplaats gevonden, het spijt me, zei ik. Maar ze wachtte nog geen seconde. Dat is geen probleem, volg mij, zei ze. Met een bang hartje knikte ik dat het in orde was en ik stapte achter haar aan. Na een vijftal minuten stappen in het bos zei ze dat we er waren. "Zo, hier is mijn plekje. Hier woon ik", zei ze al grijnzend. Het was de eerste keer dat ik haar zag lachen sinds ik haar ontmoet had. "Hoe heb je dit voor mekaar gekregen?" vroeg ik. Voor me stond gewoon een houten blokhut, volledig ingericht in hout. Zoiets moois had ik in een bos nog nooit gezien. "Ik verzamel hout van in de bossen en ik ben vrij handig. In het begin zocht ik steeds weer naar een nieuwe plek om te slapen. De eerste paar nachten lukte dat, maar dan stopt het. Ik moest een dak voor over m'n hoofd vinden en begon te improviseren", zei ze terug. Ik begon te denken. "Hoe heb je dit ding überhaupt in elkaar kunnen steken?" vroeg ik. "Wel, als ik geld vond stak ik het weg en spaarde het op. Na twee weken op mijn jas te slapen en geld te vinden of te krijgen van vriendelijke mensen had ik al een kleine honderd euro bij elkaar gekregen. Ik stapte naar een doe-het-zelfwinkel en kocht gereedschap. Hout kon ik niet kopen, want dat ging over mijn budget. Toch was ik met vijzen, een schroevendraaier, een hamer en een zaag al veel", antwoordde ze. Ik was erg onder de indruk van haar handige kwaliteiten. "Je steekt gewoon eventjes een houten blokhut ineen met dingen die je in een godvergeten bos vindt. Hoe kom je aan dat hout?" vroeg ik weer. "Man, jij bent wel heel nieuwsgierig! Ik zocht naar het dichtst bij zijnde afvalstort. Daar raapte ik hout bij elkaar en legde het op deze plek. Eerst was het hier struikgewas, maar na veel schrammen en snijwonden heb ik dat weg gekregen en een huisje kunnen maken", antwoordde ze. "Dus, jij blijft hier? Jij blijft hier overnachten, leven en je trekt niet verder?" vroeg ik. "Ja, dat klopt!" zei ze alsof het normaal was. Ik draaide met mijn ogen en dat kreeg ze in de gaten. "Hoe ben jij van plan te overleven zonder geld, zonder dak boven je hoofd of zonder eten of drinken?" vroeg ze op haar beurt aan mij. "Wel, ik probeer steeds verder te trekken tot ik aan mijn eindbestemming ben in de Kempen", antwoordde ik. Ze bekeek me raar en schudde met haar hoofd. "Dat gaat je toch nooit lukken! Zonder eten of drinken kan je nooit energie uitputten. En slapen alleen zal je niet redden!" zei ze. Nu ik erover nadacht had ze wel een punt. Ik was mijn lichaam aan het pijnigen. Ik kan mezelf niet blijven uitputten als ik mijn lichaam niet kan verzorgen. "Wat moet ik anders doen, hé? Als ik niet ver genoeg wegga vinden ze me te gemakkelijk en dan is mijn leven helemaal voorbij"", antwoordde ik radeloos. Van de opwinding werd ik vuurrood en mijn hart bonsde als een gek. Mijn haar kon wel rechtop komen te staan van spanning en intensiteit. "Van wie heb jij dan zo'n schrik? Denk aan jezelf en stop met anderen voor te trekken", zei ze. Nogmaals had ze een punt, maar er was iets aan haar. Iets speciaals dat me raakte en ik voelde door haar iets dat ik sinds mijn ziekenhuisopname niet meer heb gevoeld en dat was verdriet! Ik snakte naar adem en begon te snikken. Tranen rolden van m'n gezicht af. Kato keek me verrast aan. Dacht ze dan werkelijk dat ik geen gevoelens had, dat ik niet kon breken? Vanaf dat moment ging het snel, ze vroeg me naar binnen en dat deed ik ook. Ik stapte de blokhut binnen en probeerde terug op adem te komen. Ondertussen was Kato al gaan zitten op haar matras en ze gebaarde dat ik naast haar moest komen zitten. Ik veegde de tranen van m'n gezicht en begon te dromen. Het werd enkel later, maar toch was ik nog niet moe. Terwijl ik er zeker van ben dat mijn lichaam was uitgeput van alle inspanningen die het vandaag had moeten leveren. Ik werd ontwaakt door Kato die duidelijk zag dat ik weg was van de wereld en zij zou me terughalen. "Waarom heb je zo'n schrik?" vroeg ze opnieuw. Deze keer was gewoon teveel, ik antwoordde: "Kijk, ik red me wel. Ik trek gewoon door tot aan de Kempen dan trek ik mijn plan wel. Alvast bedankt!" Maar daar zat ze niet op te wachten, ze wou een echt antwoord hebben, eentje dat ik nog niet gegeven had. Toch zou ze het krijgen. "Zeg het nu, Arno", zei ze opnieuw. Haar stem doordrong gans mijn lichaam en langzaam maar zeker kreeg ik de drang om te praten, wat verrassend is. Meestal ben ik stil en behulpzaam, dan zadel ik niemand op met mijn problemen omdat die meestal geen 'big deal' zijn, maar deze keer is het anders. "Wel, hier gaan we dan. Zet je maar schrap", zei ik en begon aan mijn uitleg:" Eigenlijk is alles al zo'n dikke maand aan de gang, maar sinds de eerste dag dat het bezig was is alles in snel tempo gegaan voor mij. Sommige gebeurtenissen hebben een drastisch gebeuren op poten gezet. Het begon allemaal op de eerste schooldag. Zoals gewoonlijk werd ik afgezet door mijn mama voor de schoolpoort. Ze wachtte tot ik de school binnen was en dan vertrok ze. Op zich heb ik een gewone schooldag gehad, maar het einde van die dag was anders dan de anderen. Na de schooluren stond mijn mama normaal gezien aan de schoolpoort te wachten, want dan had ze immers al gedaan met werken, maar nu was ze er niet." Ze luisterde zeer aandachtig en hier en daar stelde ze en vraag waar ik in de rapte op antwoordde zodat ik verder kon en er zo snel mogelijk van af was, want het bleef een bizar verhaal. "Wat doet je mama voor werk?" vroeg ze. Ik zuchtte eens diep, want stilletjes aan had ik het gehad met politiemoeder en ik antwoordde zeer rustig:" Ze werkt als politieagente in Mechelen." Ze knikte en deed teken dat ik verder mocht gaan. Dat deed ik dus ook, maar op mijn eigen tempo. "Ik ben te voet naar het politiebureel gestapt en vroeg aan de receptie achter mijn mama. Of ze al gedaan had met werken. Maar in plaats dat ze antwoordden , brachten ze me naar een of andere bureau naast de verhoorkamer. Best indrukwekkend, want de criminelen werden zo binnengebracht. Criminelen stroomden binnen en buiten, enkelen bleven binnen in de cel. Ik denk dat ik drie uur aan dat bureautje heb gezeten voor dat ze binnenkwam. Ik dacht natuurlijk dat we naar huis gingen, maar ze zei dat dat niet ging. Ze is bezig aan een belangrijk onderzoek dat over de Italiaanse maffia gaat. Die maffialeider is door een lek binnen het korps te weten gekomen wie het onderzoek voert, mijn mama dus, en begon haar te volgen. Om haar uiteindelijk te kunnen bedreigen toen ze te weten waren gekomen dat ik bestond. Ze bedreigden haar met mij, ze dreigden me iets aan te doen en ik zou sindsdien bewaakt moeten worden. De politie zei dat ik niet veilig was bij mijn mama en haalde me van haar weg. Ik werd ondergebracht bij verschillende collega's van mijn mama die me voltijds zouden bewaken. Ik mocht niet meer naar buiten en kreeg les van een privéleraar. De laatste politieagent bij wie ik terechtkwam was Rob, met hem kwam ik het beste mee overweg. Ik had hem echter horen bellen en zeggen dat hij geen raad meer met me wist. Ik kreeg het gevoel dat ik het hem toch nog knap lastig maakte en dat ik zijn leven tegenhield. Ik kreeg elke dag een schuldgevoel dat steeds groter werd", vertelde ik. Ze begon te denken en het bleef een tijdje stil. Uiteindelijk leek ze iets door te hebben en vroeg bevestiging aan mij: "Je bent toch niet om die reden weggelopen?" vroeg ze. "Jawel, dat was de druppel die de emmer deed overlopen", antwoordde ik. Ze kon zichzelf wel voor het hoofd slaan. "Dat meen je niet! Jij maakt van alles mee, je wordt bedreigd door één van de grootste criminele bende die er bestaat. Ten eerste, dan ben je zo stom om alle bewaking op te geven en weg te lopen. Ten tweede is de reden dat je wegloopt niet alle miserie, maar jij die een schuldgevoel krijgt dat je iemand zijn leven tegenhoud. Iemand die veel om je gaf", zei ze. Op dat moment kraakte er iets in mij, iets dat er al veel eerder uit moest, maar nooit is gebeurd. Ik was triest, ontroostbaar bijna. "Sorry", zei ik beteuterd en begon weer te huilen. Ze kreeg medelijden met me. Ze wreef mijn tranen weg met haar smalle vingers en begon met haar handpalm te wrijven op m'n rug zodat ik er wat door kwam. Het hielp, alles hielp als zij het deed. Het laatste wat we over dat onderwerp tegen elkaar zeiden was:" Kijk Arno, je moet sterker worden. Je weet niet waar je aan begonnen bent. Je moet durven meer aan jezelf te denken en minder aan anderen, zeker in jouw situatie", zei ze. 'Mijn situatie'. Deze situatie is niet van mij, maar ze is wel hoofdzakelijk om mij beginnen te gaan en daar heb ik onwaarschijnlijk veel spijt van. Nadat ik alles had uitgelegd was ik moe. De vermoeidheid sloeg echt toe, er waren zeker al uren voorbijgevlogen na dat gesprek. Kato ging languit op de matras liggen, maar ik bleef rechtzitten. "Je mag mee komen liggen, hoor", zei ze. Ik keek haar aan en slikte een brok door die al even vastzat in mijn keel. Was het angst of verlegenheid? Wie zal het zeggen! Het was iets. "Hier, je mag mijn kussen hebben. Ik lig wel op m'n jas", zei ze. "Nee, lig jij maar op jouw kussen. Ik lig wel op mijn jas", drong ik aan. Ze dacht na en zei tenslotte:" Weet je wat, we liggen met twee op één kussen", stelde ze voor en ik ging akkoord. Ik ging neerliggen en legde m'n hoofd op het kussen. Ze pakte m'n hand vast. Dat was het moment waarop ik terug dat gevoel kreeg. Dat gevoel dat zo lang is weggeweest. Ware liefde! Dat moment was het begin van iets moois, maar dat moois zou nog op de proef gesteld worden...
JE LEEST
Beroepsgeheim
حركة (أكشن)Beroepsgeheim gaat over een jongen die Arno noemt.Hij is twaalf jaar en is de zoon van een politieagente.Zijn vader is weg van thuis,hij is op een onbekende manier overleden.Zijn moeder is bezig met een onderzoek dat gaat om een crimineel die banden...