Chapter 6

2.5K 109 35
                                    

De rit naar Peeta's huis is stil. Geen van ons zegt een woord. Het is vrij ongemakkelijk om de huizen voorbij te zien rijden. Ik ben nog nooit bij Peeta geweest, dus ik heb geen idee waar hij woont. Bij elke minuut dat ik in deze auto zit, hoe verder ik onderuit zak in mijn stoel. Ik heb er niet heel veel zin in.

Uiteindelijk stoppen we bij een enorm huis. En wanneer ik zeg dat het enorm is, overdrijf ik het niet. Het is nog groter dan een villa. Waar de hell halen ze dat geld vandaan? ''Ik weet het, het is groot, mijn moeder is vrij succesvol,'' zegt Peeta lachend. Ik kijk hem vragend aan. Ik weet dat zijn vader een bakkerij heeft, ik had ervan vernomen dat zijn moeder in dezelfde hoek zat. Niet dus. 

''Kom je de auto nog uit of wat?'' vraagt Peeta weer na een tijdje. Ik lach verlegen en pak het plastic handvat die de deur naast me laat openen. Met trillende benen stap ik de auto uit en volg ik Peeta naar binnen. 

''Hallo!'' schreeuwt Peeta wanneer we naar binnen lopen. ''Hallo schat!'' hoor ik een vrolijke stem ergens in het huis. ''Kom maar mee,'' zegt Peeta zacht tegen me. Hij pakt mijn hand en trekt me lichtjes mee. Ik gok dat ik geen keuze heb. 

Een kleine vrouw staat in de keuken. Peeta geeft haar snel een knuffel voordat hij weer terug loopt naar me. Een lichte steek van jaloezie steekt in mijn zij. Het is zeker zes jaar geleden sinds mijn moeder me zo heeft vastgehouden. Ik heb het haar alleen bij Prim zien doen. Het leek net alsof ik een bacterie bij me had, iets wat haar van me liet keren. Misschien lijk ik ook teveel op mijn vader. Ik ben een vrouwelijke kopie van hem. Het zal vast heel moeilijk zijn om naar me te kijken zonder aan hem te denken. Maar alsnog, dat geeft haar geen reden om me te behandelen als vuil. Al heb ik nooit de reden gekregen waarom, maar mijn geboorte heeft haar nooit echt blijdschap gegeven. En kijk waar we nu zijn, ze hoeft me nooit meer te zien. En ik weet ook gelijk op wie ik mag rekenen, en op wie niet. Win-win situatie. Of nou ja, bijna dan.

''Mam, dit is Katniss Everdeen,'' zegt Peeta. Zijn moeder glimlacht vriendelijk en steekt haar hand uit. Ik schud hem beleefd. ''En euh, ik had een klein vraagje,'' begint Peeta weer. Nou, wat je klein noemt. 

''Mam, een paar maanden geleden is ze haar huis uitgegooid. Ze leeft al maanden in een boom met haast geen voedsel en zo. Ik vind dat ze daar niet terug mag gaan. Alsjeblieft, kan ze bij ons komen wonen?'' smeekt Peeta bijna. Ik schuif steeds verder achter Peeta's rug, wachtend op het antwoord. 

Maar er komt geen antwoord. Ik kijk haar snel aan. Peeta's moeder heeft tranen in haar ogen. ''Ben jij de dochter van Livia Everdeen?'' vraagt ze ongeloofwaardig. Ik knik. ''Waarom gooit ze haar enigs kind uit het huis als ze zoveel van haar houdt?'' vraagt Peeta's moeder. ''Euh... Ik heb een zusje, Prim, misschien praatte ze daar over,'' zeg ik zacht. Oké, ik ben dus nooit haar dochter geweest. Peeta's moeder loopt naar me toe en geeft me een knuffel. ''Oh lieverd, het spijt me zo dat het me nooit is opgevallen...'' zegt ze zacht. Ik antwoord niet. Ik weet eerlijk gezegd niet eens wat ik moet zeggen. 

''Natuurlijk kan je blijven. Ik laat een jong kind niet nog langer in haar uppie met zoiets dealen,'' zegt ze tegen Peeta en mij. Daar zijn de gemengde emoties. Ik wil springen van blijdschap, huilen om verschillende redenen, schreeuwen omdat ik dit niet meer alleen hoef te doen. Ik wil Peeta's moeder graag bedanken, maar daar krijg ik de tijd niet voor. Peeta trekt me naar boven, naar een lege kamer met een simpel bed en nachtkastje. 

''Hier, als je wilt is dit je kamer. Ik slaap aan de overkant,'' zegt hij. ''Ik heb ook genoeg aan een bank of een matras ergens hoor. Zelfs de grond is al meer dan genoeg,'' fluister ik. ''Doe niet zo gek! Je woont bij ons nu! Iedereen die hier woont heeft een eigen slaapkamer. Jij dus ook,'' zegt Peeta blij. Ik knik licht. ''Kom, ik stel je voor aan mijn broers,'' zegt Peeta en trekt me de kamer weer uit. 

Niet heel ver gelukkig, een deur verderop staat Peeta weer stil en klopt op de deur. ''Mathew?'' vraagt hij. De deur gaat open en een grote, sterk uitziende jongen staat voor onze neus. ''Mathew, dit is Katniss en  ze woont nu bij ons,'' zegt Peeta snel. Mathew kijkt me lang aan en steekt uiteindelijk zijn hand naar me uit. Ik schud hem. ''Weet je waar Florian is?'' vraagt Peeta weer. Mathew schudt zijn hoofd. Hij zegt niet veel. 

Al snel vinden we ook Florian. Hij praat een stuk meer. Echt een stuk meer. Vooral over zijn vriendinnetje. Van hem krijg ik ook een aantal kledingstukken om aan te doen totdat ik mijn eigen kleding heb. Een paar uur later ontmoet ik ook Peeta's vader. Ook hij keurt mijn aanwezigheid in het huis goed. Hij bood me zelfs aan om met Peeta te komen werken in zijn bakkerij. 

Aan het eind van de dag lig ik in mijn bed. Starend naar het witte plafond. Peeta en zijn moeder willen me morgen meenemen om mijn kleding te kopen. Misschien ook wat decoratie voor mijn kamer. Geen idee hoe deze dag zo goed kon aflopen. Ik heb een deken over me heen, kan weer comfortabel liggen en heb een geweldige familie die me haast niet kent maar me toch inwijdt. Misschien heeft mijn beschermengel eindelijk haar werk goed gedaan. Of misschien heeft mijn vader van daarboven eens haar taak overgenomen. 

Ik schrik uit mijn gedachten door de krakende deur. Peeta staat in de deurpost. ''Welterusten,'' zegt hij. ''Welterusten,'' fluister ik terug. Ik verwacht dat hij weg gaat, maar in plaats van dat loopt hij naar me toe en kruipt bij me onder de dekens. Ik kijk hem vragend aan. ''Wat? Het is je eerste nacht hier! Morgen is het toch weekend, laten we er een soort pyjamafeestje van maken,'' zegt Peeta lachend. Snel doe ik mee. 

We praten voor een tijdje, over van alles en nog wat, maar niet over mijn moeder, over de laatste maanden, over mijn familie. Alleen maar goede, blije dingen. Maar ook aan al het goede komt een eind. Peeta en ik beginnen tegelijkertijd te gapen. ''Tijd om te gaan slapen,'' fluisterd hij. Hij neemt me in zijn armen. We delen de warmte die de dekens ons brengen. Opeens ben ik heel bang dat hij verdwijnt. 

''Blijf bij me?'' vraag ik voorzichtig. Zijn antwoord is amper te verstaan, en toch weet ik het uit te vogelen. Het is maar één woord, en toch is dat meer dan genoeg om me met een glimlach op mijn gezicht in slaap te laten vallen.

''Altijd...''

------------------------------------------------------------

Oké, meerderen wilden Rue in het verhaal. Maar hoe? Laat ik er een wedstrijdje van maken. Lat hieronder in de reactie achter hoe jij Rue in het verhaal wilt. Het beste idee krijgt het stuk met de introductie van Rue ''Dedicated'' en natuurlijk zal ik dat idee dan ook gebruiken. Wees origineel, daar houd ik van:)

Toodles!

Hunger Games HighWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu