H31.

1.3K 81 30
                                    

POV Max:

Ik zie hoe Coco voor mijn neus op de grond valt en in huilen uitbarst. Mijn voeten zijn aan de grond vast genageld.

En dan hoor ik dé stem. Dé stem die ik heb moeten missen. Dé o zo bekende stem. Dé stem van Jasmijn!

''Marc, waarom?'' jammert ze.

Mijn benen dragen me zo snel als ze kunnen naar de deur waarachter het geweer schot vandaan kwam. Ik schop tegen de deur maar de deur geeft niet mee. Ik schop harder en dan zwaait de deur open. Wat ik dan aantref, daar valt mijn mond van open.

Voor mij op de grond ligt het dode lichaam van die Vince, zo heette die gast blijkbaar. Een plasje met bloed vult kleurrijk een deel van de vloer. Tegenover mij zit Jasmijn tegen de muur. En tegenover Jasmijn staat Marc met een geweer in zijn hand. Wanneer Jasmijn mij ziet stopt ze abrupt met huilen.

''Max! Je bent gekomen!'' gilt ze. Marc richt zijn blik nu mijn kant uit. Wanneer hij mij ziet betrekt zijn gezicht. Er komt een grijns op zijn gezicht.

''Ja natuurlijk. Ik laat je hier toch niet achter met die Marc," zeg ik. De laatste woorden zeg ik zo zacht dat alleen ik ze kan horen. Ik slik een brok in mijn keel weg terwijl ik met mijn mouw de eerste tranen uit mijn oven wrijf.

Wanneer Jasmijn wilt opstaan om naar mij toe te komen pakt Marc haar ruw bij haar polsen beet. Jasmijn stribbelt flink tegen.

''Laat.Me.Los," sist ze. Ik zie dat haar gezicht nog steeds rood en nat is van het huilen. Ik zet een paar stappen richting Jasmijn.

In een schijnbeweging zet Marc het geweer tegen Jasmijn's hoofd aan.

''Blijf staan, Max!'' sist Marc. Jasmijn begint weer te huilen en is ondertussen getopt met tegen werken. Ik kan de angst van Jasmijn bijna voelen. Ze kijkt me aan met haar betraande en natte gezicht.

''Jullie komen hier gewoon even binnen wandelen. Opzoek naar Jasmijn. Die hebben jullie gevonden, kijk maar..'' en Marc trekt Jasmijn mee naar de deur. Ik loop richting de andere kant van de kamer. Eigenlijk wisselen we van plek. Ik weet dat ik nu geen foute dingen moet doen anders hebben we nooit meer een Jasmijn.

''Jullie denken nu zo even te bepalen dat jullie Jasmijn bij mij vandaan mogen halen. Mijn antwoord is daarop nee, wat denk jezelf...''

Jasmijn onderbreekt Marc. ''Marc, waar is je ware Marc. Ik ken je zo helemaal niet. Laat me gaan en ga een leven opbouwen. Ik zal je niet aangeven bij de politie," smeekt Jasmijn.

Nog steeds richt Marc het pistool op Jasmijn. De spanning is om te strijden.

''Zwijg!'' schreeuwt Marc en hij sleurt Jasmijn mee de kamer uit. Wanneer ze op de gang staat hoor ik Coco gillen. Ik ren naar buiten. Coco zit nog steeds op de vloer en kijkt voorzichtig naar het vreselijke tafereel.

''Laat haar gaan Marc!'' schreeuwt Coco wanhopig. Marc kan alleen maar grijnzen en nog harder lachen.

''Wat ik een paar minuten geleden ook al tegen je lieftallige vriendje zei, nee!''

Ik schrik van het woordje nee. Hoe Marc dat woord zo dreigend uitspuugt.

''Laat me nu met rust. Laat ons met rust. Want zeg nou zelf, Jasmijn vind het hier ook wel leuk. Toch Jasmijn?...''

Ik zie hoe Marc zijn lippen op die van Jasmijn drukt. Jasmijn kan alleen maar angstig gehoorzamen bang voor de consequenties.

''Laat me gaan Marc," sist Jasmijn tegen de lippen van Marc. Marc verbreekt de kus en kijkt Jasmijn dreigend aan. Weer word het geweer op Jasmijn gericht.

''Wanneer ga je nou beseffen dat ik dat niet ga doen? Je bent van mij, Jasmijn. En dat zal je ook voor altijd blijven.'' Als een schok komen de woorden aan bij ons drieën. Dan sleurt Marc Jasmijn weer verder.

''En jullie rotten op!'' schreeuwt Marc nog net voordat hij achter de hoek van de gang verdwijnt. Ik hurk naast Coco neer en pak haar bij haar kin vast waardoor ze me nu recht in mijn ogen aankijkt. Ik veeg met mijn duim een traan weg.

''We kunnen dit. We halen Jasmijn terug. Ik vertrouw je," zeg ik zacht.
Ieder woord meende ik. Coco knikt en staat op. Ook ik sta op.

''Wat is het plan?'' vraagt Coco dan.

''Alleen kunnen we dit niet. We hebben hulp nodig. En die hulp moeten we gaan halen bij de politie.''

POV Jasmijn:

Ik word alweer weggesleurd. Weggesleurd bij mijn vrienden vandaan. Weggesleurd van mijn vrijheid. Ik ben het echt zo zat.

Ik stop abrupt en breng ook Marc tot stilstand. Hij kijkt me vragend aan.

''Kom, Jasmijn. Mijn geduld raakt nu echt op.'' Ik huiver.

''Nee," zeg ik vastberaden. Marc richt zijn pistool weer op mij en herhaalt zijn zin.

''Kom, Jasmijn. Laatste kans.''

Ik kijk recht in de loop van het geweer. Ik weet dat ik nu nog maar één ding kan doen: opgeven.

Mezelf laten opgeven. Mijn vrijheid opgeven. Mijn vrienden opgeven. Mijn toekomst opgeven. Mijn ouders opgeven. Mijn hoop opgeven.  De hoop van iedereen opgeven.

Ik heb lang genoeg gevochten voor mijn vrijheid. Maar nu is mijn batterij op. Ik kan niet winnen van iemand met een geweer. Ik wil nog langer leven. Langer dan vandaag. Mijn leven is het niet waard om nu te worden doorboort door een kogel. Notabene een kogel die word afgevuurd door mijn grootste vijand. Degene die mijn vrijheid heeft afgepakt. Mij heeft weggesleurd. Weggesleurd van alles in mijn leven wat ik dierbaar heb. Alles. Niks blijft gespaard. Niks.

Ik geef mezelf nu op. Ik spaar alles en iedereen om mij heen. Ik blijf geloven in mijn toekomst. Er zal ooit een dag komen dat ik hier vandaan kom. Ontsnap uit deze hel. Marc aangeef en heel zijn bende. Alles en iedereen die mij pijn heeft gedaan. Die mij mijn vrijheid hebben weggenomen. Mij hebben weggesleurd uit mijn leven. Die dag zal komen. Ik weet niet wanneer. Maar tot die dag bespaar ik mezelf en iedereen om mij heen.

Weggesleurd [NL] // Winner vakantieboek 2017!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu