Hoofdstuk 2.9: Quitte staan.

6.9K 331 4
                                    


Ongemakkelijk keek Amal naar haar ring. 'Wat is er?' vroeg ze daarna aan Fatima. Haar vriendin grijnsde ondeugend. 'Je vindt het wel leuk, he?' Fatima schudde ondeugend haar hoofd. Amal schoot in de lach. 'Ik vind het inderdaad leuk. Meneer Mokhtar is een lieve persoon, en zorgzaam. Iets dat ik in mijn leven tot nu toe miste.'

Fatima keek haar vriendin teder aan. Amal glimlachte terug en de vriendinnen omhelsden elkaar. 'Je bent een echte schoonheid. Anouar had gelijk.' Geschrokken keek Fatima op. 'Pardon?' vroegen de dames tegelijkertijd. Jabir grijnsde ondeugend en nam plaats naast Amal. Amal rolde met haar ogen.' Zit je nou te flirten?' vroeg Fatima met opgetrokken wenkbrauw.

Jabir grijnsde ondeugend en knikte. Amal stampte op de voet van Jabir. Boos trok hij zijn voet terug en keek haar boos aan. 'Niet voetjevrijen he,' zei Fatima grijnzend. Jabir schudde met zijn hoofd. 'Zo ver mag ik niet gaan van Amal. Alleen haar lippen..' Amal keek hem verbaasd aan. 'Wat zeg jij allemaal Mokhtar? Wil je naar binnen gaan?' Jabir schudde zijn hoofd.

'Nee, brutaaltje,' zei hij. Fatima keek grijnzend naar het tweetal. Amal en Jabir begonnen ruzie te maken en zo verliep de tijd. 'Ik moet naar huis gaan,' zei Fatima lachend. Amal nam afscheid en ze beloofden elkaar om elkaar zo snel mogelijk weer te zien. Amal stompte Jabir hard. 'Door jou is ze weg, idioot. Kwal dat je bent.' Jabir keek haar droog aan.

'Dat woordje past niet bij mij. Ik ben geen kwal.' Amal lachte cynisch. 'Geloof me, ben je wel. Wanneer ga je weg?' Jabir leunde tegen de deurpost en keek haar onderzoekend aan. Ze had een lange jurkje aan. Ze was mooi. Beeldschoon zelfs, moest hij toegeven. Hij merkte dat er opeens een aantrekkingskracht ontstond tussen hen twee.

Amal keek ongemakkelijk om haar heen. 'Wat is er?' vroeg ze. 'Je bent mooi,' zei hij hees. Amal wist niet wat ze moest zeggen. 'Ben je weer aan het flirtten, Mokhtar?' Jabir lachte. 'Ik flirt altijd met jou, schatje.' Amal gooide een kussen naar hem. Lachend ontweek hij het. 'Wil je van mij af?' vroeg hij daarna zachtjes. Amal schudde onbewust haar hoofd.

Jabir grijnsde als een wolf. 'Aha, je wolventanden komen tevoorschijn.' Jabir lachte. 'Ow, Roodkapje. Ik ga je opeten,' zei hij met een zware stem. Amal lachte. 'Ow oma, wat bent u opeens lelijk! En uw handen! Wat zijn die lelijk en groot!' Jabir trok zijn wenkbrauw op. 'Schatje, ik probeer me aan jou toe te passen.' Beledigd keek ze hem aan en gooide de potlood dat op het bureau was op hem. Hij ontweek het weer.

'Wat is je lievelingssprookje?' vroeg ze aan hem. Hij keek haar aan alsof hij water zag branden. 'Belle en het beest aangezien ik een beest voor me heb,' zei hij grijnzend. Amal fronste boos. 'Haha, en die van jou?' Zijn gelach klonk diep. Maar ook weer zo aantrekkelijk. 'Ik hield altijd van het sprookje Belle en het beest.' 'Waarom? En maak geen opmerking over mij,' waarschuwde hij haar. Ze lachte. Jabir leunde nog altijd tegen de deurpost.

'Want Belle vindt het beest al leuk voordat hij in een prins veranderde. Ze vond zijn innerlijk leuk en niet zijn uiterlijk.' Jabir knikte. 'Wat vind je belangrijker; innerlijk of uiterlijk?' 'Innerlijk,' zei ze. 'Stel hij is lelijk maar zijn innerlijk is prachtig, wat dan? Maar ik heb het echt over iemand die heel lelijk is,' zei hij grijnzend.

Ze lachte om zijn blik. 'Ik denk wel dat ik met hem zou kunnen leven.' Jabir grijnsde ondeugend. 'Schatje zal ik je wat zeggen,' begon hij zachtjes,' word de mijne. Ik heb het uiterlijk en het innerlijk.' Amal gooide weer een kussen naar hem toe en hij lachte. 'Wat een arrogantie. Wie heeft jou wijs gemaakt dat jouw innerlijk en uiterlijk mooi is?' 'Is dat niet zo dan?' vroeg hij met opgetrokken wenkbrauw.

'Je bent wel knap,' zei ze. 'Voor iemand die nog nooit een knapperd heeft gezien.' Jabir gooide een kussen terug en ze lachte. 'Uhum, alsof jij lekker bent.' Ze trok haar wenkbrauw op. 'Uhum, ik heb het niet over lekker zijn,' zei ze cynisch. 'Met andere woorden ik ben lekker?' vroeg Jabir en hij lachte bij haar geïrriteerde blik. 'Je kan zo irritant zijn af en toe.' 'Af en toe? Ik kan dus ook een schatje zijn,' zei hij met samengeknepen ogen.

Ze glimlachte liefjes. 'Zolang Pinksteren en Pasen nooit samenvallen, zal jij nooit een schatje zijn.' Jabir schudde zijn hoofd. 'Een klein meisje met een grote mond. Té groot zelfs.' Amal schudde haar hoofd. 'Een klein jongetje met een grote mond en arrogantie. Té groot zelfs,' na-aapte ze hem ongeveer. 'Klein?' vroeg hij grijnzend. 'Zal ik je bewijzen dat ik allesbehalve klein ben?' Geschrokken keek ze hem aan. 'Jabir Adil Mokhtar!'

Hij lachte hard. 'Hoe in Godsnaam weet jij mijn tweede naam?' vroeg hij daarna met een frons. 'Ik heb naar je diploma gekeken dat in de woonkamer hangt,' zei ze grijnzend. Hij keek haar droog aan. 'Bevalt het je niet, ballenwassertje?' Daarna schoot ze in de lach. Hij keek haar geïrriteerd aan. 'Leuke bijnaam!' Ze ging door lachen.

'Hoe weet je dat?' vroeg hij geïrriteerd. 'Laat maar, ik weet al wie. De klootzak van Anouar.' Amal lachte waardoor hij nog geïrriteerder raakte. 'Waarom noemden ze je zo?' vroeg ze nieuwsgierig. 'Te veel ballen gekregen in je gezicht? Moest je ze allemaal schoonmaken?' Daarna volgde een lachsalvo.

Hij zei niks en dat bevestigde de woorden van Amal. 'Niet te veel lachen, pechvogeltje.' Ze stopte met lachen. 'Hahaha,' klonk er. 'Oftewel stuntvrouw. Te veel stunten uitgehaald, Amal?' Ze keek hem geïrriteerd aan. 'Oké, klaar. We staan quitte.' Jabir schudde zijn hoofd. 'Wij zullen nooit quitte staan, schatje.' Hij knipoogde en liep de kamer uit. 'Wat?' riep Amal hem nog na. Maar hij was vertrokken. Wat bedoelde hij, dacht ze.

It must be loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu