Hoofdstuk 4.5: Huwelijksnacht.

6.2K 310 28
                                    


Het maanlicht scheen door het raam op de jurk van Amal. Het raam stond op een kier. Zachte briesjes wrongen zich door het raam om in de kamer zijn rol te vervullen. De jurk die Amal aanhad en nog steeds niet had uitgedaan bewoog van zijn plek. Zachtjes ging de onderkant van de jurk heen en weer.

Jabir keek zijn bruid met geloken ogen aan. De stilte deed ze beiden huiveren. De jurk leek op haar huid te branden. Al wist ze dat het de spanning was die haar gek maakte. De ogen van Jabir toonden geen emotie wat haar onzekerder maakte. 'Hoe gaat 't nu verder?' Haar stem leek van ver te komen.

'Nu niks. Kleed je om.' Dat was het. Hij had niks gezegd over hoe ze eruit zag. Hij had niet geglimlacht. Was dit het? Ze voelde een brok in haar keel. Was dit haar huwelijksnacht? Was dit haar man? Moest ze met deze man de rest van haar leven mee leven? 'Welke kamer is van mij?' vroeg ze onzeker.

Ze wist niks over dit huis. Het had een voor en achtertuin. Het huis was simpelweg een villa. Hij had het niet eens met haar besproken over het huis. Of ze wel hier wilde wonen. Niet dat ze klaagde over het huis, maar hij kon minstens dingen met haar delen. 'Onze kamer,' zei hij kil. 'Boven, eerste kamer links.'

Ze keek hem met één opgetrokken wenkbrauw aan. 'Onze kamer?' Jabir keek haar aan alsof ze zijn prooi was. Zijn blik gleed van haar ogen naar beneden. Met een roodhoofd sloeg ze haar armen om haar buik. 'Ja,' zei hij met de kille ondertoon als net,' Aangezien we man en vrouw zijn slapen we in één kamer.'

Hij kwam van de muur en liep op haar af. Ze deinsde achteruit en kwam met haar rug tegen de muur. De vonken sprongen van hen af. 'Ik.. Ik wil niet met jou in een kamer!' stamelde ze. Zijn handelingen maakte haar nerveus. Een vreugdeloze lachje ontsnapte aan zijn keel. 'Je hebt niks te willen.'

'Ow nee?' vroeg ze boos. Hij trok haar tegen zichzelf aan. 'Ik maak de rits wel open,' zei hij zachtjes en voegde de daad aan zijn woord. Haar adem stokte in haar keel. 'Laat me los,' zei ze. Hij deed wat ze vroeg en snel sloeg ze haar handen voor haar borsten. Ze hield de jurk vast zodat die niet zou vallen.

Zijn blik vol begeerte priemde door haar ogen. Het leek alsof hij wakker werd door zijn plotselinge grote stap die hij achteruit zette. De spanning was te snijden. De sfeer tussen hen was slecht geladen. Aantrekkingskracht speelde een rol tussen het tweetal. 'Voel je vooral welkom in dit huis.'

Zijn woorden klonken sarcastisch. Ze hief koppig haar neus in de lucht. 'Zal ik zeker doen, meneer Mokhtar,' zei ze even cynisch als hem. Hij lachte sluw. Zijn wolventanden kwamen te voorschijn bij zijn grijns. 'Dan is dat geregeld, mevrouw Mokhtar.' 'Ik houd mijn achternaam,' zei ze koppig.

'Zo iets hebben wij niet afgesproken. Je houdt mijn achternaam,' zei Jabir even koppig. De jurk werd te zwaar voor haar. Ze trok het weer naar boven. Dit gebaar trok zijn aandacht. Fascinerend keek hij naar haar. Daarna keek hij in haar ogen. De blik veranderde van boosheid naar tederheid. Ze raakte weer in de war, al weer.

'We zijn niet uit liefde getrouwd. Ten eerste, ik houd mijn achternaam. Ten tweede, je komt niet aan mij. Ten derde, je hebt niks te zeggen over mij,' zei ze tegen hem. Hij knipperde langzaam wat erg verleidelijk was voor haar. Zijn mooie groene ogen kregen grijze stippeltjes. Daarna lachte hij.

Ze keek hem verbaasd aan. 'Wat is er zo grappig aan mijn regels?' vroeg ze. Hij grijnsde. 'Ten eerste, ' deed hij haar na met een verwijfde stem,' Je houdt mijn achternaam. Ten tweede, ik ben je man en ik mag aan je komen. Ten derde, dat mocht je willen. Mijn huis, mijn regels. En, ten vierde, jij bent nu mijn vrouw. Capisce?'

'Nee,' zei ze geïrriteerd. 'Je hebt niks te zeggen over mij. Ik ben jouw vrouw op papier, niet in het echt.' Op deze woorden duwde Jabir Amal ruw tegen de muur. Een geschrokken kreet ontsnapte aan haar keel. Zijn handen lagen wederzijds haar hoofd. Ze hield de jurk dichter en steviger tegen zichzelf aan.

'Je bent van mij,' fluisterde hij in haar oor. 'Moet ik je dat bewijzen?' Ze schudde haar hoofd. 'Ik ben van niemand,' zei ze zachtjes. Hij beet in haar hals. Onwillekeurig ontsnapte een kreun aan haar keel. Hij grijnsde. 'Daag me niet uit, schatje.' 'Ik daag jou ook niet uit. Laat me los,' zei ze allesbehalve overtuigend.

'Ik heb honger, ik kan je niet loslaten,' zei hij zachtjes in haar oor. Ze voelde zijn hart tegen haar bonzen. Ze wist zeker dat haar hart ook tegen de zijne bonsde. 'Ga dan eten,' zei ze niet-wetend dat hij een dubbelbetekenis had. Hij tilde haar met een ruk op. Haar jurk glipte uit haar handen en ze was verhuld in een minuscaal setje. Hij keek haar met geloken ogen aan en kuste haar.

Overrompeld kuste ze hem terug. Dit was dé nacht.. Dé nacht waarin hij haar zijn vrouw maakte. Een echte vrouw.. Zijn vrouw..

It must be loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu