Amal keek bang in de ogen van Jabir. Haar adem streek langs zijn lippen. Hij begon sneller te ademen, door de inspanning. Amal keek over zijn hoofd heen en zag niemand. 'Hij is weg,' zei Amal zachtjes. Ze lachte van de opluchting. Daarna omhelsde Jabir. Dit overviel Jabir echter. Hij omhelsde haar strak terug.'Het is ons gelukt,' zei Jabir en verschool zijn gezicht in haar hals. Amal voelde een druppel naar beneden glijden, van haar rug. Ze kon raden dat het geen tranen was maar bloed. Ze snikte zachtjes in zijn hals. Hij had pijn door haar. En dit deed haar pijn. Waarom wist ze niet, maar het deed iets met haar. Iets wat ze niet kon uitvogelen.
'Het is voorbij,' zei Jabir bezorgd en haalde zijn gezicht uit haar hals. Ze gleed uit zijn armen, en stond met beide voeten op de grond. Ze streek weer langs zijn wangen. Ze zag een diepe snee. 'Had hij een mes bij zich?' vroeg ze zachtjes. Jabir keek haar teder aan en knikte. 'Het maakt niet uit,' zei hij.
'Jawel,' zei ze. 'Het is door mij gebeurd!' zei ze daarna boos. Ze gooide haar handen in de lucht. 'Als ik niet zo dom zou doen, en als ik beter zou oppassen dan...' Het volgende moment voelde ze zijn warme lippen op de hare. Geschrokken keek ze in zijn ogen. Ze was in tweestrijd. Moest ze zich aan het geven?
Hij streek met zijn tong langs haar lippen. Ze gaf zich zuchtend open en opende haar mond. Hij beroerde haar lippen en ze deed gelukzalig met hem mee. Ze zou dit moment nooit vergeten. De omgeving. De situatie. Maar het belangrijkste; de persoon. En haar grootste angst kwam uit, ze was voor hem gevallen. Hard zelfs.
Hij haalde zijn lippen van de hare en keek haar met een blik vol begeerte aan. Hij streek langs haar lippen met zijn duim. Ze keek hem verward aan. Ook hij was verward, maar dit liet hij echter niet zien. Hij wist dat wat hij gedaan had verkeerd was. Hij had het zusje van zijn beste vriend gezoend.
Hij wist niet wat hij moest zeggen. Moest hij zeggen dat het een fout was? Zou hij dan liegen? Moest hij zeggen dat het door de omgeving kwam en door haar jurk? Hij plaatse zijn handen op haar blote rug. Het jurkje was van achteren open, deels maar. Een klein beetje, maar genoeg om Jabir op te winden.
'Jabir,' fluisterde ze. Hij liet zijn handen abrupt zakken. Zijn hand die haar rug warm had gehouden, was weer koud geworden. Een koud briesje nam de plaats over. Hij wist niet wat hij moest zeggen. Amal werkte voor zijn vader. Het was het zusje van zijn beste vriend. Hij was bang om het te verpesten. Maar ook eerder bang dat hij gevoelens zou krijgen, al dacht hij op dit moment niet daar aan.
'Dit had niet moeten gebeuren,' zei hij na een pijnlijke stilte. Een dolstreek ging er door het hart van Amal. Ze moest even naar adem happen. Ze deinsde een stapje achteruit en voelde haar hart pijnlijk tegen haar ribben bonzen. 'Het komt door de omgeving!' flapte hij eruit. 'Door jouw jurk.' Amal keek hem met verbaasde ogen aan.
Die blik werd daarna woedend. Ze keek hem met argusogen aan. 'Pardon? Geef je mij nu de schuld hiervan?' Ze plaatste verontwaardigd maar vooral gekwetst haar hand op haar hart. 'Ja. Ik denk hoe het jurkje zal staan als het omgekeerd zou zijn.' Ze keek hem geschrokken aan. Wat een lef had hij! Wat een sukkel, dacht ze woedend.
Hij keek haar neutraal aan. 'Ik had je niet moeten kussen, maar jij daagde me uit met je jurk.' Ze keek hem razend aan. 'Jij hebt dit jurkje voor mij gekocht verdomme, Jabir!' Haar stem schoot over. Hij vervloekte zichzelf om het feit dat hij haar had gepijnigd. 'Jij,' begon ze boos, 'bent een klootzak, Jabir. Een schoft,' schold ze volmondig uit.
Ze draaide zich woedend om en liep weg. 'Naar waar ga je toe?' schreeuwde hij haar nog na. Woedend draaide ze zich om. 'Weg van jou! Ik haat je Jabir Mokhtar.' Jabir snelde naar haar toe. 'Je weet niet eens hoe je naar huis moet gaan.' Ze trok haar arm los, die Jabir vast had. 'Mijn sleutels,' riep Jabir uit toen hij aan zijn zakken voelde.
Hij vloekte volmondig. Zijn sleutels waren gejat. Woedend dreunde hij op een andere auto. De alarmen gingen af. 'Hey!' werd er geschreeuwd. Jabir keek achter zich en zag een grote man aanrennen. Amal trok snel aan zijn arm en ze renden weg. Hijgend versopten ze achter een boom.
'Jabir!' zei Amal zachtjes. Het klonk allesbehalve vriendelijk. 'Wat heb je gedaan?' vroeg ze boos. Hij keek haar emotieloos aan. 'Ditmaal is niemand tenminste gewond geraakt, door jou.' Hij had gelijk spijt van zijn woorden. Gekwetst stapte ze achteruit. Ze schudde haar hoofd en vervloekte hem. Haarzelf. Alles. Ze draaide zich om, alweer. Maar ditmaal was niemand aan haar zijde. Ze stond er alleen voor.
JE LEEST
It must be love
Romance-------*--------*-------*---------*-------*-------* Hij wilde al opruimen maar de deur ging open. Jabir keek op. Het meisje genaamd Amal kwam rood aanlopen. 'Sorry! Ik heb mijn bus gemist,' zei ze hijgend en nam plaats tegenover hem. Hij keek haar o...