32

63 5 1
                                    

Lauren

Ik voelde me leeg. Niet het gevoel dat je honger hebt leeg, maar het gevoel dat je alles kwijt bent wat aan je vast zat en waar je je aan irriteerde. Ik had alles verteld. Ik durfde het voorheen niet te vertellen, maar nu had ik het gedaan en ik voelde me opgelucht.

We zaten op een bankje in het industrieterrein en bespraken ons plan. We zouden het onverwachte doen. Prometheus is namelijk de titaan van de voorbedachtheid en kon dus niet letterlijk de toekomst in kijken. Hij keek naar de feiten en baseerde zijn mening daarop. Dit was voor ons plan gunstig.

We waren naar het gebouw gefietst en Prometheus had gelijk, ik zou het gelijk herkennen. Het was een oude fabriek van de V&D, die een jaar geleden failliet was gegaan. Waarschijnlijk stond het nu helemaal leeg en het zou een perfecte plek zijn om jezelf er in schuil te houden.
"Zijn jullie er klaar voor?" Vroeg James.
"Meer dan klaar." Zei ik.
'Ik ben helemaal klaar om een titaan op zijn kop te geven ja.' Zei Maya.

We liepen het pand binnen en het zag er echt leeg uit. We kwamen zonder problemen binnen, wat me nog steeds verbaasde. Tot nu toe was de hele reis al vlekkeloos verlopen. Ik maakte me zorgen. Wat als ons plan niet zou werken?
Ik liep naast Maya door de gangen van het pand heen en bestudeerde de plek. Omdat ik het niet vertrouwde hier, liet ik mijn hand naar mijn schuifspeldje gaan en pakte het voorwerp vast. Deze plek voelde onaangenaam, alsof er ieder moment een monster kon opduiken. Ik klemde mijn kaken op elkaar en liep stevig door. Vooraan liepen Thomas en Tony, die hun zwaarden al getrokken hadden. Ze zagen er beiden machtig uit, alsof ze al heel vaak hebben gevochten. Hun geschiedenis is vast niet aangenaam geweest. Ze waren namelijk allebei zoons van de grote drie en waren dus verboden om überhaupt te leven.
'Dit hele pand is net een doolhof.' Zei Jaiden geërgerd. 'Op welke etage zit Prometheus denken jullie?'
'De bovenste, daar zit hij het veiligste.' Zei James, die haar hand geruststellend vastpakte. Ik moest glimlachen, maar niet voor lang, want ik moest mijn focus erbij houden. Even bleef ik staan en luisterde naar de geluiden die je door de muur heen kon horen. Ik hoorde geritsel, een geluid dat langzaam dichterbij kwam.
'Horen jullie iets?' Vroeg ik fluisterend.
De anderen stopten ook en bewogen niet. Het geritsel werd steeds harder en ik trok mijn zwaard. Dit wordt oorlog.

Tony en Thomas deden een paar stappen achteruit, zodat we dichter bij elkaar stonden. De geluiden kwamen van achter en voor ons. We stonden in een smalle gang. En we konden maar twee kanten op. Achter of vooruit. Beiden kanten zouden onaangenaam zijn. De geluiden werden harder en ik pakte Thomas' hand vast, die naast me was gaan staan. Ik keek hem aan en hij knikte. Ik kneep in zijn hand en we luisterden naar de geluiden die van beiden kanten op ons af kwamen. We waren regelrecht in de val gelopen.
We bleven staan, maar mijn intuïtie zei dat ik naar voren moest. Ik wisselde een blik met Maya, die hetzelfde dacht. Als we zouden blijven staan, pleegden we letterlijk zelfmoord.
Ik wilde wegrennen uit deze droom en ik wilde wakker worden in mijn eigen huis, in mijn eigen bed en gewoon een normale dag hebben. Maar dit was geen droom. Deze keer niet.
Ik zette een stap naar voren, om verder te lopen, tot ik iets achter ons hoorde. Ik hoorde geritsel en gesis. Ik verstijfde toen ik iets langs mijn been voelde gaan. Ik kneep in Thomas' hand en hij keek me verward aan. Toen zag hij de slang, die zich om mijn been had gewikkeld. De rest zag het nu ook en ze deisden achteruit. Ik wist, dat als ik mezelf nu zou bewegen, dat de slang dan in mijn been zou bijten en dat er daardoor gif in mijn lichaam terecht zou komen. Achter mij hoorde ik nog meer gesis, maar ik hoefde niet achterom te kijken om te weten dat er meer slangen aan kwamen.
Ik voelde de slang om mijn been bewegen en ik kon daar niet goed tegen. Ik had de behoefte om te schreeuwen. Ik had liever een cycloop om mee te vechten dan een giftige slang. Ik keek de anderen vluchtig aan en probeerde een plan te verzinnen. Ondertussen hoorde ik de andere slangen dichterbij komen en ze bewogen zich naar de anderen toe, die klaar stonden om de dieren in stukjes te hakken. Ik durfde nu ook niet mijn zwaard te gebruiken, want de slang zou sneller zijn en in mijn been bijten.
'Niet bewegen.' Zei Thomas bezorgd.
Ik gaf hem een vernietigende blik. Ik probeerde rustig te blijven, maar dat ging lastig met een slang aan je been die je bij de kleinste beweging dood kon maken.
Ik weet niet waarom, maar ik moest op dat moment denken aan een tekenfilm die ik ooit gezien heb waarin een persoon op een fluit speelde en de slang op de muziek mee bewoog. Het was misschien een riskant idee, maar ik kon het proberen.
Ik begon een deuntje te neuriën en zag dat de anderen mij raar aankeken. Maya keek echter begrijpelijk en snapte wat ik aan het doen was. Ik voelde dat de slang afgeleid werd en probeerde heel langzaam mijn been uit de greep van de slang te krijgen. Toen ik los was deed ik al neuriënd een stap naar achter en gebaarde naar Maya dat ze iets moest doen.
Maya pakte haar ketting en maakte er een dolk van. Ze sloeg de koppen van de slangen eraf en de slangen vergingen tot stof.
Ik hoorde geen geritsel meer en ik voelde mezelf rustiger worden. De slangen waren tot stof vergaan en op de plek van het stof lag nu een tand van een van de slangen. Waarschijnlijk zat er nog gif in en ik wilde het eigenlijk niet aanraken. Ik keek Maya aan, die net haar dolk weer in een ketting veranderde. Ze kreeg de tand in de gaten en keek er met afschuw naar.
Tony pakte de tand op en keek ons aan.
'Zal ik hem bijhouden?' Vroeg hij.
'Ja doe maar. Ik vind het niet zo geweldig om te weten dat er gif in mijn zak zit.' Zei ik. Hij knikte en stopte de tand weg.

We besloten verder te lopen en waren steeds dichter bij onze ondergang.
Kom maar stervelingen. Ik zal op jullie wachten.
'Jongens...' Begon Jaiden met schokkende stem. 'Hoorden jullie dat ook?'
Ik knikte en keek haar ernstig aan.

Ik had echt de neiging om die man in zijn gezicht te slaan. Alex ontvoeren en slangen loslaten en ons bang maken.
Ik was echt boos op die gast.

We liepen de gang verder door en kwamen uit in een kamer, die er niet echt gezellig uit zag.
De kamer leek net op een oude middeleeuwse kerker. Het verbaasde me dat dit al die tijd in het V&D pand zat. Alles was vervallen en het zag er uit alsof het binnen enkele minuten zou kunnen instorten. Ik wilde hier graag weg. Ik liet mijn ogen over de kamer glijden en zocht naar een uitgang.
Aan het eind van de kamer waren twee deuren, die allebei op slot zaten.
'Euhmm... jongens, wat gaan we doen?' Vroeg James.

'Simpel.' Zei Jaiden. 'Wiezen een deur en slopen dat slot.'
'Nee dat is te voor de hand liggend.' Zei Maya.
'We moeten sowieso allebei de deuren openen.' Zei Tony. 'Maar niet door de sloten te slopen. We moeten de sleutels zoeken.'
Hij keek iedereen aan en we knikten instemmend.
Maya keek om haar heen en zuchtte bij het idee dat ze hiertussen moest gaan zoeken. Overal stonden oude houten kratten, zakken en dozen. Er stond hier van alles, maar nergens een sleutel.
'Hoe gaan We hier ooit iets vinden?' Vroeg Maya.
'Simpel.' Zei Tony. 'Denk aan de plek waar je het laatst zou zoeken.'

Terwijl we zochten naar de sleutels van de deur vroeg ik me af hoe Tony van de sleutels af wist. Ik zie hem nou niet echt als een persoon die rustig de sleutels van de deur gaat zoeken als een van je vrienden achter de deur opgesloten zit.
Er klopte iets niet aan Tony, maar aan de andere kant vertrouwde ik hem wel. Soms had ik dat, een vertrouwd gevoel bij sommige personen.
Ik keek rond in de kerker en bestudeerde de ruimte. Als de titaan deze kamer zou maken waar en waarom zou hij deze sleutels verstoppen?
Ik keek Jaiden aan en zag dat zij hetzelfde dacht.
Het was een test.
Ik wilde naar de deur rennen waar we uit waren gekomen, maar de deur zat er niet meer. We zaten opgesloten in een kamer met twee deuren en wisten niet waar de sleutels waren.

De anderen waren begonnen met zoeken tussen de dozen en tassen die er stonden. Ze zochten naar een plek waarvan je niet verwacht waar de sleutel zat.
Denk aan de plek waar je het laatst zou zoeken. Had Tony gezegd.
Laatste plek.
Ik liet mijn blik over de ruimte glijden en ik liet mijn ogen rusten bij de deuren.
Natuurlijk.
De plek waar je het laatst zou zoeken is bij de deuren.
Ik pakte Maya's pols vast en trok haar mee.
'Zoek naar een knop die je kan indrukken of een opening.' Zei ik tegen haar.
Ik gleed met mijn vingers over de muur en kwam bij een gleuf terecht.
Ik stopte mijn vinger erin en er ging een blauw lampje branden. Ondertussen had Maya hetzelfde gevonden en bij haar ging er een rood lampje branden. Ik hoorde een klik geluid en wisselde een blik uit met Maya.
'Jongens, kom.' Zei ze en de deuren schoven open.

De deuren gingen open en we liepen veder naar een andere kamer.
Weer een test. Ten minste, dat dacht ik.
De kamer zag eruit als een Oudgriekse tempel. De Griekse witte pilaren ondersteunden een prachtig versierd dak.
Het was prachtig en ik moest twee keer kijken, omdat het er zo mooi uit zag. In het midden van de tempel stond een kleine pilaar en daarop lag een perkament rol.
Tony wou er meteen naar toe lopen en de rol openmaken, maar Maya pakte zijn pols vast.
'Het kan een val zijn' Zei ik tegen ze.
Maya keek Tony aan en ze had blijkbaar niet door dat ze zijn pols nog steeds vast had. Hij bloosde en Maya keek omlaag. Toen ze zag dat ze hem vast had, liet ze snel zijn pols los en keek de andere kant op.
'Wat moeten we dan doen?' Vroeg James.
'Ow nee, we maken hem wel open, alleen moeten we voorzichtig zijn.' Zei ik snel.
We liepen naar de pilaar en ik wilde de rol pakken om hem voor te lezen, maar Tony was mij voor.
Tony fronste zijn wenkbrauwen toen hij naar het de rol perkament keek.
'Het is de voorspelling.' Zei hij verbaasd.
'De voorspelling?' Vroeg James. 'Staat er niet nog iets anders bij?'
'Nee...'
'Laat eens kijken?' Vroeg Thomas en Tony overhandigde de rol.
Thomas fronste zijn wenkbrauwen en leek het ook niet te begrijpen.
'Zullen we maar gewoon verder lopen?' Vroeg Jaiden, die al naar de deur was gelopen.
'Ja, denk ik?' Zei James, maar ik merkte dat niemand zich er comfortabel bij voelde.
'Doet hij dit expres of zoiets?' Vroeg Tony.
'Misschien...' antwoordde James. 'Hij is wel de titaan van de voorbedachtheid he?'
Ik gaf James gelijk en we liepen verder de gang in.
We liepen naar de volgende kamer. Ik keek nog een keer achterom. Er was nog iets in deze ruimte. Iets wat we niet hadden gezien of gedaan. In mijn ooghoek dacht ik iets te zien glimmen. Maar toch liep ik door.

-----------------------------------
Het is eeuwen geleden dat ik weer iets geplaatst had, dus hier is een hoofdstuk met 2000 woorden.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 17, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

The New Heroes Of Olympus ~ The Creater of mankind Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu