Hoofdstuk 3

119 10 9
                                    

|Therese| //Zaterdag//

Het is zaterdagochtend. Vandaag moet ik de buren helpen met verhuizen. Om eerlijk te zijn kijk ik er erger tegenop dan heel de week, puur door Finn. Ik ga ook niet naar beneden als ik niet wordt gevraagd, hoe egoïstisch het ook is.

Sinds onze korte gesprekje via de telefoon heb ik hem ook niet meer gesproken.

Niet op school,

Niet buiten school,

Niet via de telefoon.

Ik heb ook geen idee hoe het tussen ons zit. Zijn we nog een koppel? Of erger, is het uit?

Mijn deur gaat voorzichtig open waarna mijn moeder in de deuropening staat. 'Goeiemorgen lieverd.' Glimlacht ze en loopt naar het uiteinde van mijn bed. 'Goeiemorgen mam.' Zucht ik en zet mezelf rechtop.

'Gaat het wel liefje? De laatste paar dagen ben je zo afwezig.'

'Finn doet de laatste twee dagen raar.' Zucht ik. 'Oh lieverd.' Ze neemt me gauw in haar armen en wrijft cirkels over mijn arm. 'Het komt goed.'

'Ik betwijfel het.' Mompel ik en begin te vertellen over het gesprek via de telefoon.

'Oh lieverd ik wist niet dat het zo ging.' Zucht ze en neemt mijn hand in de hare. 'Sorry ervoor lieverd, ik wist niet dat het zoveel effect had.'

'Wat gebeurd is, is gebeurd.' Mompel ik en trek me terug uit de omhelzing. Ze staat teleurgesteld op en loopt naar de deur. 'Ik moet de buren weer verder helpen, roep je of bel je als je iets nodig hebt?' Ik schud mijn hoofd en sta ook op. 'Ik help wel mee, ben ik even afgeleid.' Ze glimlacht en knikt. 'Ik zie je zo dan.'

Als ze net de deur uit is neem ik snel een joggingbroek en een trui waarna ik de badkamer inloop voor een warme douché.

Na mijn douché voel ik me al wat rustiger, nu nog dozen tillen en spullen verplaatsen.

Als ik de voordeur uitloop zie ik Sammy ook net naar buiten lopen. 'Hey zusje, eindelijk wakker?' Ik rol met mijn ogen en loop lachend naar hem toe. Samen met Sammy loop ik naar de verhuiswagen en krijg meteen twee dozen. Het verbaasd me dat mijn armen nog aan mijn lichaam hangen, want pfoe die dozen zijn zwaar. Ik vraag me af wat erin zit.

Na enkele keren heen en weer te lopen met twee of drie dozen is het tijd voor een pauze, tenminste, dat vind ik toch. Als ik de gang van de buren inloop om naar buiten te gaan, zie ik dat een jongen -die druk bezig op zijn telefoon- naar binnenlopen. Ik roep nog "hallo" om te voorkomen dat we botsen, maar blijkbaar hoorde hij het niet want hij loopt door tot hij tegen mij aanbotst.

'Oh sorry ik euhm,' mompelt hij en kijkt op. Het eerste wat me opvalt is zijn bruine haren die van links naar rechts zijn geveegd, niet zo'n typisch kapsel.

'Maakt niet uit,' glimlach ik en steek mijn hand uit. 'Ik ben Therese maar noem me maar Tess.' Hij knikt en schud verlegen mijn hand. 'En jij?' Vraag ik als hij zijn naam nog niet heeft genoemd.

'Sorry, ik ben Rayan.' Grinnikt hij en haalt een hand door zijn haar.

'Aangenaam kennis te maken Rayan.' Glimlach ik en trek mijn hand ook terug. 'Insgelijks.' Ik grinnik zachtjes en zie dat hij ook moet lachen, maar daarna is het stil. Ik grijp snel de kans om hem te "bestuderen" aangezien ik maandag moet vertellen hoe hij eruit ziet.

Hij heeft donkerbruin haar, geveegd van links naar rechts, chocolade bruine ogen en een schattige lach. Voor de rest heeft hij een een shirt met een vest er overheen aan, een blauwe broek en een paar Nikes. Niet iets speciaals.

Brother's best friendWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu