De maangodin

900 48 1
                                    

Het was donker en het leek alsof ik door een zwart gat heen zweefde en toen zag ik een licht puntje, ik probeerde het te pakken, maar het werd steeds groter. Totdat het licht mijn ogen verblinde.

 Na een tijdje was ik gewend geraakt aan het licht en deed ik mijn ogen open. Ik lag op een grasveld en verder op zag ik iemand staan in een mooie witte jurk. Ik liep naar die persoon toe en toen ik naast haar stond draaide ze zich om en zei: "Je bent speciaal dochter van me. Jij en jouw wolf zijn sterk. Jullie zullen nog vele beproevingen door staan om te willen wat je wilt en zoekt."  Ik wist nog niet wie die vrouw was dus ik vroeg: "Wie bent u dan?"

De vrouw naast me moest lachen en net voordat ik haar zag verdwijnen zei ze nog snel: "Jullie hebben mij al vele namen gegeven. De schepster van de wolven, de wolven koningin, maar de meest bekende en ware naam van mij is de Maangodin."

 Toen was ze weg en was ik alleen op het gras veld.

Het was hier zo rustig en kalm. Ook al wist ik dat ik hier niet eeuwig kon blijven.  Ik liep door het grasveld en zag een oceaan, de zee was er zo blauw dat je er gewoon doorheen kon kijken en alle vissen zien zwemmen. Het zag er zo mooi uit met de zon die op het water scheen. Ik ging zitten op het gras en ik hoorde een zachte stem die met de wind mee ging. Het zei: “Het spijt me. Kom terug.”

Ik wist niet tot wie die stem hoorde, maar ik volgde de wind.

Na een tijdje lopen, ik heb geen idee hoe lang kwam ik uit bij een soort deur. Ik duwde de deur open en zag een fel wit licht dat mijn ogen verblinden en ik keek nog een keer goed achter om en zag de maangodin staan en ze glimlachte naar me en toen stapte ik door de deur.

Ik zweefde met een soort stroming mee, maar ik kon nog steeds niets zien.

 Na een tijdje hoorde ik vaag: “Word wakker, we hebben je nodig.”

Toen was de stem weg en hoorde ik een andere stem zeggen: “Tim en ik worden gek. Zelfs Michael kan niet meer stil zitten. Je vrienden missen je. Word snel wakker.” Toen hoorde ik een duidelijke stem zeggen, volgens mij was het de stem van Romy: “

Je had er bij moeten zijn, er was een knappe jongen die je had gevonden en je hier had gebracht.” Ik hoorde steeds meer stemmen en alles werd steeds maar duidelijker en toen zag ik een soort licht puntje en ik greep er naar. Toen voelde ik me op een soort ziekenhuis bed liggen en ik kreeg een soort raar gevoel dat ik eindelijk weer kon bewegen.

Ik bewoon mijn vingers en toen op eens voelde ik een warme had mijn hand vast pakken en hoorde ik iemand zeggen: “Haal een dokter, ze begint wakker te worden.”

Dat was het teken voor mij.  Het was tijd om mijn ogen weer open te doen en de realiteit te gemoed te komen.  Ik deed voorzichtig mijn ogen open, maar werd gelijk door het ligt verblind.

Het koste me wat tijd om aan het licht te wennen en toen ik weer  goed kon zien. Zag ik dat mijn vrienden allemaal naast mijn ziekenhuis bed stonden, alsof ik was overleden. Ze zagen er moe en zwak uit.

Ik moet eigenlijk een beetje lachen, maar dat ging niet echt omdat mijn keel heel erg droog was.

Ik kuchte en toen draaide iedereen zich om en Michael zei: “Je bent wakker, je hebt vast dorst. En Joella, zou je de dokter willen halen.”

Michael pakte en glas een deed daar wat water in en gaf die aan mij en wat hij ook nog  zei was: “Ik heb een brief gekregen van de persoon die je hier heeft gebracht,  hij had tegen mij gezegd dat je die alleen mag gaan lezen als je alleen bent.” 

Ik dronk wat water en toen kwam de dokter binnen en liep naar mij toen. De dokter vroeg toen: “Zou ik je voet mogen zien?” Ik knikte ja en deed de deken van mijn voet af en toen keek de dokter naar mijn voet en toen vroeg hij: “Als je hem beweegt, heb je er dan last van?”

Ik bewoog mijn voet en had er eigenlijk helemaal geen last van en ik zag dat mijn voet goed genezen is. Ik zei tegen de dokter: “Ik heb er geen last van, maar wanneer kan ik terug naar mijn eigenkamer?”

De dokter schreef wat op en zei toen: “Je weet wel dat je vier dagen buitenwesten was. Dus iedereen was erg bezorgt en er is al veel gebeurt. Je mag gaan, maar moet vandaag en morgen goed rusten en geen lessen volgen. ” Ik knikte en toen kwam Romy binnen lopen en zei toen: “Ik loop wel met je mee naar onze kamer.” 

Ik stond op en probeerde te lopen en toen viel ik bijna, dus toen ondersteunde Romy mij met het lopen, toen we bijna bij onze kamer waren kon ik weer goed lopen. 

AN

Heey, hier het nieuwe hoofstuk, ik wou het eerder er op zetten, maar ik dacht bij mij zelf ik maak het hoofstuk eerst wat langer. Zeg wat je er van vind en stem. Mischien een rare vraag, maar zouden jullie willen zeggen hoe jullie hopen hoe het verhaal afloopt, dus zeg hoe jij vind hoe de verhaal lijn moet gaan. het volgende hoofstuk komt veel sneller.

-XXX- Roos177

The loner wolf (word geëdit atm)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu