Bijna!

161 23 3
                                    

Ik zat in de stal van Diablo. In de kleermakerszit met mijn armen over elkaar heen geslagen. Hopelijk werd hij bang van me. Ik lachte even gemeen en wachtte geduldig af.

Een uur later.

Ik zat nog steeds te wachten. 'H... hij komt wel hoor' Mompelde ik geeuwend en legde een hand voor mijn mond. 'Dalijk komt hij...'

Nog een uur later.

Mijn ogen vielen bijna dicht. Ik hing scheef en keek slaperig voor me uit. Even later viel ik om. Diablo hinnikte luidruchtig en ik schrok meteen wakker. 'Ja ja! Ik blijf wakker! Jezus Christus! Mag een mens ook eens rust!' Mopperde ik en ging weer zo zitten zoals ik zat.

De volgende dag.

Ik werd wakker van gekauw naast mijn oor en slaakte een gilletje toen ik Diablo's kauwende mond voor mijn ogen zag. 'Getver!' Riep ik geschrokken en ging staan. Ik bedacht me waarom ik ook al weer in de stal zat. 'Verdorie!' Riep ik toen ik het me weer herinnerde en stampte op de grond.

Ik hoorde haastige voetstappen en zag toen laarzen voor de stal van Diablo. 'Hahaaa! Ik heb je, Blacky! Gesna... oh..."

Ik had het been van dokter Kirchhoffs in de houdgreep en kwam daar pas achter toen ik hem hoorde lachen. 'Bah! Gemeen! Besluip nooit een vrouw die tegen zichzelf aan het praten is!' Bromde ik geïrriteerd.

'Met het verkeerde been uit de stal gestapt, Elize?' Vroeg dokter Kirchhoffs grinnikend en hielp me overeind. 'Lach niet! Ik ben op jacht naar bokkenrijders! ' Zei ik beledigd. 'Oef. Bokkenrijders. Wie weet nemen ze je nog mee.' Zei dokter Kirchhoffs opeens serieus, maar meteen plantte hij weer een grijns op zijn gezicht.  'Ik doe er ten minste wat aan. Ik kruip niet in een hoekje als een pasgeboren pup die voor het eerst zijn baas ziet net zoals die schout hier! Wel mevrouw Van Brakel lastig vallen. Maar iets doen aan die bokkenrijders? Ho maar!' Gilde ik. Diablo duwde tegen mijn rug omdat de schout net aan kwam lopen. Ik gromde boos en knarste met mijn tanden.

'Als je het over de aardappel zelf hebt...' Mompelde ik en draaide me om. Dokter Kirchhoffs hield me meteen tegen en trok me naar zich toe. 'Hier blijven, jij.' Mompelde hij tussen neus en lippen door waardoor hij precies op de kapitein leek. 'Eng ding!' Gilde ik geschrokken, maar op dat moment legde hij zijn hand op mijn mond. Ik gromde boos en stond toen maar stil. De schout kwam ons vertellen dat mijn vader was opgepakt omdat hij een vermoeden had dat van Brakel een bokkenrijder was.

Ik kon nog net een vreugdevolle sprong onderdrukken en probeerde verdrietig te kijken. 'Ik vraag u daarom om mevrouw van Brakel bij u te laten wonen. En niet gewoon logeren.' Zei de schout toen. Het was duidelijk te horen dat hij het maar niets vond. Het enige dat de dokter deed was kort glimlachen en knikken. De schout deed hetzelfde en droop af. Ik slikte. Nu was ik het haasje.

Achter het masker (GESTOPT sinds 2013)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu