"Lid van de bokkenrijders bende? Ik? Laat me niet lachen!"

303 25 5
                                    

Ik klom in een boom. Zo kon ik die bokkenrijders te grazen nemen zonder dat ze ook maar iets wisten. Ik sprong van boom tot boom, van tak naar tak. Totdat ik eindelijk bij de verzamelplaats van de bokkenrijders was. Ik wilde in een andere boom springen. Maar ik miste de tak waardoor ik pardoes op de grond viel. Ik bromde wat en voelde mijn hoofd die ongelooflijk veel pijn deed. 'Vervloekt...' mompelde ik zacht en keek even rond. Die bokkenrijders zaten me wat aan te gapen. 'Ja wat?!' Riep ik en keek ze met gefronste wenkbrauwen aan. Ik stond op en voelde iets waardoor ik zwart zag en op de grond viel.

Niet veel later werd ik weer wakker. Ik keek om me heen en probeerde me te verplaatsen... Maar het lukte niet. 'Wat is hier in duvelsnaam aan de hand?' Vroeg ik met grote ogen en keek naar onder. Ik zat vastgebonden aan een boom met een paar touwen. Ik slikte toen ik weer voor me uit keek en de zwarte kapitein zag. 'Oh jee... Ik ben erbij...' Fluisterde ik zacht en probeerde toen opeens boos te kijken.

'Maak me los, jij!' Gilde ik boos en trapte tegen de boom waar ik aan vast zat, wat eigenlijk niet veel zin had. Want ik deed mezelf meer pijn dan die boom. Ik gromde en schrok ineens. 'Jij schoft! Geef mijn masker terug!' Riep ik toen ik zag dat de kapitein mijn masker in zijn handen had en boven een vlammetje hield. 'Geef het terug en wel nu!' Gilde ik en probeerde het touw los te bijten.

'Zeg jij hebt wel lef voor een kleintje, van Brakel. Noem me nog één keer zo en je hangt.' Zei de zwarte kapitein kil. Ik hield me maar stil. Ik had geen zin in een pijnlijke dood. En al helemaal niet als ik dood zou moeten gaan door die bokkenrijders. Ik siste even en hield me toen maar stil. 'Mooi.' Zei de zwarte kapitein zacht en liet de bokkenrijders me toen losmaken. Ze gooiden me op mijn knieën op de grond en hielden me vast. 'Mag ik ook nog eens zelf staan?' Mopperde ik zacht en keek omhoog om de kapitein te kunnen zien. 'Dus kleine van Brakel dacht dat ze de bokkenrijders ongezien kon bespioneren...' Zei hij en ging op een knie zitten zodat ik hem beter kon aankijken. 'Toevallig was ik van plan om me bij jullie te voegen. Maar goed. Jullie zetten me vast en laten zo dus merken dat jullie geen extra lid erbij willen.' Zei ik hatelijk en probeerde op te staan. Maar ik werd meteen weer tegengehouden. Ik gromde weer even en keek chagerijnig naar de mensen om me heen. 'Wat zei je daarnet?' Vroeg de kapitein met een licht verbaasde ondertoon. Ik herhaalde wat ik zei. De kapitein stond op en seinde dat z'n maten me moesten loslaten. 'Dank je!' Zei ik en stond op. Ik duizelde wel nog wat, maar dat maakte me niet uit. Ik keek rond. De kapitein liep naar me toe. 'Zweer dat je zult zwijgen over alles wat wij hier bespreken en wat we uitvoeren.' Zei hij. Ik knikte. 'Ik zal er zelfs niet met mijn vader over praten.' Zei ik grijnzend. 'Grappig, van Brakel. Maar dit zijn serieuze zaken.' Zei de zwarte kapitein droog en keek toen weer serieus naar me. Recht in mijn ogen. Ik kon het niet helpen, maar ik kreeg een raar gevoel van binnen. Alsof ik recht in de ogen van dokter Kirchhoffs keek. Ik slikte en knipperde even met mijn ogen. 'O... Oké... Ik zal serieus zijn.' Zei ik zacht en keek even rond. 'Welkom dan.' Zei de zwarte kapitein met een kleine grijns en liep toen naar z'n altaar waar hij vaker stond.

Ik moest een eed afleggen. Toen ik daar klaar mee was, was ik dus officieel een bokkenrijder.

'Oh, dokter Kirchhoffs gaat me zo haten... Hij gaat me vermoorden als hij erachter komt... Oh dit gaat zo fout... Ik ben vreselijk. Hoe kon ik nou zo ongelofelijk stom zijn?!' Mompelde ik tegen mezelf toen ik terug naar het huis van dokter Kirchhoffs liep. Ik kon mezelf wel voor m'n kop slaan. Hoe vreselijk kon een mens zijn?! Dokter Kirchhoffs had een hekel aan de bokkenrijders... En wie was er lid van? Juist ja! Ik dus!

Ik liep grommend verder tot ik het huis van dokter Kirchhoffs zag. Ik liep naar binnen en hoorde Hannes weer eens schreeuwen.

'Rotzak! Duvel! Bokkenrijder!' Riep hij waardoor ik me kapot schrok. Had Hannes me door?

'Iets op je geweten, Elize?' Hoorde ik dokter Kirchhoffs zeggen. 'W... wat? Nee... N.. Natuurlijk niet... Hoe komt u erbij?' vroeg ik met grote ogen. 'Nou... Hannes noemde je bokkenrijder en jij schrok je onnozel.' Zei dokter Kirchhoffs die even lachte.

'Lid van de bokkenrijders bende? Ik? Laat me niet lachen!' Zei ik en grinnikte ongemakkelijk. 'Oh gelukkig. Ik dacht al.' Zei dokter Kirchhoffs glimlachend en knipoogde even naar me.

Ik bloosde een beetje en keek even naar hem. 'Ik eh... Ik ga maar eens slapen...' Zei ik zacht en keek naar boven. 'Ik ben kapot.' Ging ik verder. 'Slaap lekker, Elize.' Zei de dokter glimlachend en liep naar me toe. Hij gaf een kusje op mijn voorhoofd en liep toen zijn studeerkamer in. Het duizelde weer een beetje in mijn hoofd. Maar dit keer niet door de pijn, maar door pure blijheid. Ik liep onhandig naar mijn kamer en ging op m'n bed liggen. Binnen een paar tellen viel ik als een blok in slaap.

Achter het masker (GESTOPT sinds 2013)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu