Opoffering...

160 18 2
                                    

De volgende avond gingen we naar het kasteel. Daar waar mijn vader opgesloten was. Het was geen echt kasteel... niet echt ten minste. Meer een toren eigenlijk. Ik was helemaal in het zwart gekleed en had dit keer mijn masker wel op. Ik liep samen met de zwarte kapitein vooraan in de groep. We waren met honderden mensen, dus wij waren zeker weten in de meerderheid. Ik keek even naar de zwarte kapitein naast me en toen naar de toren.

'Ik weet het niet hoor, dok... het is mijn vader maar.' Fluisterde ik tegen hem. 'Het is de code. Hij heeft de eed afgelegd net als alle andere Bokkenrijders. We hebben geen keus.' Fluisterde hij terug en draaide zich toen om. 'Oké, mannen! Jullie gaan nu uitvoeren wat we hebben afgesproken!' Zei hij tegen iedereen. We knikten. 'Nu!'

We renden allemaal een andere kant op, wel in groepen. De zwarte kapitein, Geraerts, Theo en ik gingen samen richting de poort. De wachter was zo te zien stomdronken, dus die was niet zo moeilijk uit te schakelen. Ik sloeg hem tegen te grond en gooide hem toen in het water. Misschien verdronk hij. Maar ach, het was maar een wachter... en hij deed zijn werk toch niet goed. Dus wat zou het?

Ik rende daarna achter de rest aan die al doorgelopen waren. Ik keek rond en merkte aan het geschreeuw van rakkers al dat de Bokkenrijders de meeste hadden uitgeschakeld. Ik grijnsde bij het idee en zocht toen de sleutel. Ik ging met mijn groepje naar de kerkers en daar zochten we Van Brakel. Ik keek rond en zag hem liggen. Meer dood dan levend. 'Sneu...' Zei ik, maar het was duidelijk dat ik ervan genoot om hem zo te zien.

Toch was het mijn plicht om hem te helpen. Ik zag de rakker die in de kerkers rondliep en rende geruisloos naar hem toe. Ik sloeg op een plaats in zijn nek waardoor hij bewusteloos op de grond viel. Ik stak mijn tong naar hem uit en griste toen de sleutels van zijn riem af. Ik maakte de cel open en zag dat er nog andere Bokkenrijders lagen. Dus tsja, nu we toch bezig waren. Ik ging alle cellen langs om te zien of er nog meer waren. Zo te zien hadden ze alle bokkenrijders dus in één cel gestopt. Sukkels.

Ik keek even naar achter en zag iedereen weglopen. 'Sneller!' Siste ik zacht en rende zelf de trappen al op om te zien of er iemand kwam. En ja hoor! Daar was de schout. Ook die was ik te slim af. Gelukkig. Ik zag dat de andere bokkenrijders bezig waren met de rakkers die hij mee had genomen en leidde toen de gevangenen naar buiten.

Daar aangekomen renden we terug naar de verzamelplaats. Maar wat me opviel was dat de zwarte kapitein er niet bij was. Ik zette mijn nagels in mijn gezicht en trok ze naar onderen. Ik schreeuwde zo luid als ik kon en gromde tegelijk.

'Schooooooooiers!!!!' Schreeuwde ik woedend en draaide me met een ruk om. 'Smerige schooiers! Jullie gaan er allemaal aan! Ik zweer het jullie op mijn eigen dood! En als het gebeurt! Als ik sterf! Dan zijn jullie nog steeds niet van me af! Ik dreig jullie de dood in!' Krijste ik toen ik de rakkers en hun grote maatje de schout zag. Meteen daarna volgde ik de rest van de bokkenrijders. Mijn ogen schoten vuur. Ik ging wraak nemen op iedereen die ook maar iets uitvoerde bij de dokter. En door mijn wraakacties zouden die ellendige kakkers nooit meer een bokkenrijder aan durven raken! Daar moesten ze maar vanuit gaan.

Achter het masker (GESTOPT sinds 2013)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu