H I J

114 5 0
                                    

Hij hield van de regen, de koude druppels die in een oogopslag alles weg konden spoelen, die de wereld verfriste en alles heerlijk liet ruiken naar nat mos.
Zijn haar was veranderd in een gordijn van natte, donkerbruine sliertjes die aan zijn voorhoofd plakte en in zijn ogen staken.
Dat was ook de reden dat hij tegen iemand aan liep.
Verward struikelde hij achteruit, ondertussen zijn haar uit zijn ogen vegend.
Er zat een meisje op de grond, een klein, niet zo heel opvallend meisje, wat woest de modder van haar armen schudde en toen met een blik vol haat naar hem opkeek.
Haar haren waren zacht, glanzend blond met enkele plukken die leken licht te geven in de regen. Haar ogen, die hem nog altijd aanstaarde, waren groot en ongelofelijk blauw.

Behind blue eyesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu