Z I J

35 6 0
                                    

Haar longen brandde van de onverwachte inspanning. Maar dat gaf niet, ze moest hier weg, zo snel mogelijk. Zigzaggend tussen de kasten door, verdween ze in het duister van de bibliotheek, haar voetstappen galmend tussen de muren van boeken. Maar zijn zware, snellere voetstappen ontgingen haar niet. Hij volgde haar, en hij zou haar inhalen.
Hijgend schoot ze een bocht om, hopend dat hij het spoor bijster zou raken.
De klap kwam uit het niets, toen ze vol tegen een ongeziene kast aan liep, en met een kreun van ingehouden pijn sloeg ze tegen de grond, sloot haar ogen en duwde haar voorhoofd tegen de koude vloer.
Laat hem me maar vinden, het kan me niets meer schelen.
Morgen ben ik toch dood.

Behind blue eyesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu