Hoofdstuk 18

112 3 0
                                    



Abby Verwaat

Ik zat nu al meer dan een uur in het ziekenhuis aan Ace's bed. Te huilen en te bidden dat hij opeens weer zou leven. Ik had zijn hand vast. De laatste woorden die ik tegen hem zei waren 'waag het niet om te bellen'. Als ik de kans had om die woorden te verplaatsen, zou ik zeggen hoe geweldig hij is... en hoeveel ik van hem houd.

'Mevrouw, we moeten nu echt het lijk verplaatsen.' Zei zuster Melanie die in de deuropening stond. Ik had niet eens in de gaten dat ze daar stond.

'Was er echt niets wat je kon doen om hem weer terug te laten komen?'Vroeg ik snikkend. De zuster zuchtte.

'De kogel zat dicht bij zijn hart. Hij was op slag dood, niets had hem kunnen redden.' Legde ze uit. Ik sloot mijn ogen, ik wist het wel maar wou het gewoon niet geloven. Ik gaf Ace een kus op zijn hand voor ik hem terug legde en stond op van de stoel. Hij zag er zo vredig uit zoals hij daar lag. Alsof er niets aan de hand was en elk moment wakker kon worden.

Ik gaf hem nog gauw een kus op zijn lippen en zag dat er nu twee mannen in de kamer stonden, mannen in dokters pakken. Ik zuchtte en knikte. De mannen klikten het bed omhoog zodat hij kon rijden en de zuster legde de deken die over zijn lijf lag nu ook over zijn gezicht.

Hij was weg, echt weg. Ik sloeg mijn armen over elkaar en liet de overige tranen stromen. Ik had zoveel fout gedaan en toch was hij bij me gebleven tot zijn einde. Ik had hem als laatste allerlei namen genoemd in mijn hoofd, maar na dat telefoontje van het ziekenhuis. Ik stortte in als een zak pudding.

De mannen reden hem weg door de gangen terwijl ik de kamer uit werd geleid naar de wachtkamer. De zuster gaf me een glas water en knielde voor me neer. Ze zei niks maar troostte me alleen maar door over mijn schouder te wrijven. 'Het spijt me Abby. We konden niets doen.' Ik beet op mijn lip om mijn tranen in bedwang te houden. Ik schudde mijn hoofd.

'Dat weet ik.' Mijn stem brak. Voor de zoveelste keer. Ze gaf me een scheve glimlach en stond op. Ik dronk mijn water op en keek de kamer rond. Er zat een oud koppel tegenover me en ook een jongere vrouw. De oude man troostte zijn vrouw terwijl hij zelf ook huilde. Ik keek naar de andere vrouw en zag dat ze hoogzwanger was. Maar ook zij huilde. Er kwam een dokter binnengelopen en die liep naar de vrouw.

'Zeg alstublieft dat hij oké is.' Smeekte ze aan de dokter. De dokter zuchtte en schudde zijn hoofd. 'Nee.. Nee! Hij is toch niet dood?! Ik kan hem niet kwijt,' de vrouw schudde aan de dokter zijn armen. 'Ik kan hem niet kwijt raken. Niet nu!'

'Rustig mevrouw, hij is niet dood.' Reageerde hij terug op haar toen hij haar armen van hem afhaalde. De vrouw keek naar hem met betraande ogen. 'Hij is in een diepe coma geraakt.' Ik glimlachte in mezelf. Heeft zij geluk dat hij tenminste nog leeft. Coma is ook niet leuk maar het is beter dan dat je vriend dood is.

Ik liet mijn hoofd weer hangen maar stond op en gooide mijn bekertje weg. Ik kon hier niet langer blijven. Ik wou hier niet langer blijven. Straks ging ik me nog iets in mijn hoofd halen. Ik liep door de gangen naar de uitgang en wou een taxi bellen, maar ik werd omver gestoten door iemand en viel op de grond.

'Verdomme kan je niet uitkijken?!' Barstte ik uit, tranen stonden weer in mijn ogen. Kan er dan niets goed gaan vandaag?

'Abby?'Ik keek op en zag Alejandro staan. Mijn gedachten stonden meteen op nul, eindelijk een vriendelijk gezicht. Ik stond op en omhelsde hem stevig, hij schrok ervan. 'Is hij..?' Ik huilde bij hem uit en voelde zijn armen om mijn middel. 'Oh god..'

'Wie zou hem nou neerschieten?! Waarom? Hij had niks gedaan!' Huilde ik in zijn schouder. Hij hield me steviger vast terwijl ik maar bleef huilen. Ik kon maar niet stoppen met de gedachten dat iemand hem dood wilde hebben. Ik weet wel dat Ace veel vijanden had, maar dat ze zo ontzettend ver konden gaan, is niet menselijk.

Glad en Berucht - The Jokers Serie Deel 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu