Mijn lange, blonde haren lagen verspreid over de vloer. Tranen stroomden over mijn wangen toen ik de volgende lok afknipte. Het was allemaal lelijk en ongelijk, maar dat kon me niets schelen. Dat was wel mijn laatste zorg nu. Ik wist niet eens waarom ik dit deed. Ik hoorde een klopje op de badkamerdeur. “Olivia? Gaat het wel?” Het was Celia. Ik had geen zin om met mijn zus te praten nu. Maar de woorden stroomden eruit. “Het is mijn schuld, Celia,” zei ik. “Jij kon er niets aandoen!” zei Celia waarschuwend. Mijn wangen waren nu helemaal nat van de tranen. Ik zakte in elkaar op de badkamervloer, tussen mijn afgeknipte, lichtblonde haar. “Ik kon er àlles aandoen,” zei ik. “En... Moest ik er niet zijn geweest, was dit nooit gebeurt.” Het was even stil. “Mag ik binnenkomen?” vroeg Celia toen. Ik ademde diep in en uit, en draaide toen de sleutel om in het slot. Celia opende de haar en bleef als versteend in de deuropening staan. “Je haar!” riep ze. “Nou en,” zei ik. “Is dat zo erg?” “Je ziet eruit als een jongen!” riep Celia verbaasd. “Dat is wel een erg banale opmerking weet je, als je de afgelopen gebeurtenissen bekijkt,” zei ik. We keken elkaar enkele seconden aan en vielen toen in elkaars armen. We huilden het uit, zo hard als we konden.
Mijn kleine zusje Emilia was zeven toen ze stierf. Bijna acht.
De dag voor mijn verjaardag wou ze een cadeau voor me kopen. Het moest een geheim blijven, dus besloot ze het tegen niemand te zeggen en vertrok op haar eentje, met een paar pond in haar beurs. Het kasteel, de domeinen en tuinen van mijn familie lagen een eindje van de stad, en het duurde lang om er te geraken, zeker als je een zevenjarig meisje bent zonder koets (of te paard, wat Celia en ik deden als moeder er niet was). Maar Emilia kwam nooit meer terug.
Er werd een gigantische zoektocht georganiseerd naar Emilia. Iedereen in het dorp moést meedoen, of het hen nu iets kon schelen of niet. Daar zorgde mijn vader wel voor. Ik had hem nog nooit zo gebroken gezien. Het brak mij ook, samen met alle hoop die ik had om Emilia ooit nog levend terug te vinden. Dat duurde trouwens niet echt lang.
Emilia’s lijk was bloederig, verschrikkelijk bloederig. Er zat bloed in haar blonde haar en op haar gezicht. Ze moest ontzettend mishandeld geweest zijn. Haar blauwe ogen waren dicht geweest, en haar zwarte wimpers maakten schaduwen op haar wangen. Het werd nog erger toen de dokters ons vertelden dat Emilia verkracht was voor ze vermoord werd. Dat was nu allemaal een dag geleden, en alles stond nog vers in het geheugen gegrift.
Ik had zes zussen. De oudste was drieëntwintig heette Amelia, en voor mijn moeder was ze altijd een droom van een dochter geweest: ontzettend mooi. Maar, Amelia was slim, kon een grote mond hebben en was ontzettend ambitieus. Daarom studeerde ze aan Cambridge University en kwam ze elke vakantie naar huis. Mijn moeder mocht haar misschien haten om haar mannelijke levenstijl, maar mijn vader vond het daarentegen prachtig. Aangezien hij geen zonen had en Amelia de oudste was, zou zij zijn bedrijf en alle aandelen erven – en dan was het natuurlijk beter dat ze erop voorbereid was. En ook bij elke verjaardag. Ik mocht Amelia wel. Niet enkel maar omdat ze mijn zus was, maar ook omdat ze zo slim was. Ze kon aardig zijn, maar was ook heel eerlijk en meestal net iets te eerlijk.
De tweede oudste heette Victoria. In tegenstelling tot Amelia en zowat al mijn andere zussen, inclusief ik, was Victoria mijn moeder’s ideale dochter. Net als Amelia was ze een klassieke schoonheid, met het blonde haar en de blauwe ogen van mijn moeder, was ze verloofd met de zoon van een zakenpartner van mijn vader, én was ze misschien wel het meest conservatieve wicht van ons allemaal. Nee, excuseer mij, ze wàs het meest conservatieve wicht van ons allemaal.
Celia was achttien en mijn lievelingszus om veel redenen. Misschien wel omdat we maar twee jaar scheelden en een badkamer deelden (we hadden een badkamer per twee kamers, hoe moet je anders zo’n gigantisch huis opvullen?), maar we hadden ook zoveel gemeen. Net als ik was ze niet bang om de paarden naar de stad te nemen in plaats van met de koets te gaan Zoals Het Hoort, en toen we pas een korset moesten dragen, vonden we het leuk om het samen te verbranden, zodat onze moeder ons télkens nieuwe korsetten moest kopen. En vaak lieten we onze kousen en onze korsetten nu nog achterwege. Ik begreep dus wel waarom Victoria soms weigerde zich met ons te vertonen.
Cynthia was twee jaar jonger dan ik en als veertienjarige was het misschien wel normaal dat ze enorm opkeek naar haar oudere zussen en hén wilde zijn. Maar in vredesnaam, waarom zou je ooit mij nemen als je grote voorbeeld, als je zussen had als Victoria en Amelia? Celia en ik zijn de slechtste rolmodellen ooit, maar Cynthia volgt ons overal, draagt de kleren die wij dragen, laat haar korset weg net zoals ons, steek haar haren precies op dezelfde manier op en gebruikt net dezelfde uitspraken. Ik hoop dat het maar een fase is, want ik mag Cynthia wel. Of ik mocht haar. Ach ja, het is en blijft je zus en zussen kun je gewoon niet haten.
Nymeria was elf en een wiskundewonder. Ze loste de oefeningen waar Celia en ik en zelfs Victoria en Amelia moeite mee hadden met gemak op, en ze hield zich zelfs bezig met hogere wiskunde. Nymeria was één van die zeldzame mensen die rustig werden en zich ontspanden met het maken van moeilijke, hersenbrekende wiskundeoefeningen. Maar toch was Nymeria een erg ongelukkig kind. Eerst dachten we dat het kwam omdat ze de enige donkerharige was in de familie. Maar toch was ze mooi, met vreemde, donkerblauwe ogen en lange wimpers, en een bleke huid. Ze wou altijd op ons lijken, maar sinds een aantal jaren is het verslechterd. Haar klasgenoten pesten haar omdat ze zo slim is en noemen haar een streber. Nymeria is al haar vriendinnen kwijt, maar dat is niet alles. Soms denk ik dat Nymeria... een gave heeft. Soms denk ik dat ze kan communiceren met dingen die al lang dood zijn. Maar dat vertel ik niemand, zelfs moeder niet – zéker moeder niet – zou het alleen maar afkeuren.
Emilia was bijna acht geweest toen ze stierf. Drie jaar jonger dan Nymeria, en net als Nymeria was ze altijd een beetje... vreemd geweest. Ze hield bijvoorbeeld van het tekenen van dode dingen, en die tekeningen hing ze dan in haar kamer op. Mijn moeder werd er gek van. Net als Nymeria had ze altijd geestenvriendjes, en als ze die dan aan ons wilden voorstellen deden we altijd of we ze zagen: “Oh, hallo, Elisabeth, wil jij soms ook thee?” “Emilia, roep jij je vriendinnen Mary en Elisabeth eens dat hun thee klaar is?” Maar verder was Emilia een enorm slim en aangenaam kind. Ze zou vast ook net zo mooi geworden zijn als Victoria en Amelia, want ze leek al heel hard op hen. Of toch alleszins mooier dan ons allemaal. Het is zo vreemd dat ze er niet meer is. Of misschien was ze er wel nog, maar dan enkel voor Nymeria.
---------
kusjes!!!!!!!
weer een nieuw hoofdstuk voor mijn allerliefste lezertjes. aaj luf joe al,
Lauren
gif= olivia ravensdale
JE LEEST
De Kronieken van Olivia
Ficción históricaDe één in 2014, de ander in 1880 - maar ze hebben zoveel gemeen.