Emily.

129 11 6
                                    

Emily's POV (10 jaar geleden)

Opgelucht kwam ik thuis en deed mijn jas uit. Wanneer ik de woonkwamer inliep keek mijn moeder verschrikt op en zei: 'Oh, ik hoorde je niet binnenkomen.' ze glimlachte en legde de krant op de bank. Ik negeerde haar opmerking en ging zuchtend op de stoel tegenover haar zitten. Met een suffe blik pakte ik mijn telefoon. Mijn moeder stond op en liep naar de keuken om een snack te pakken, alsof ik nog een klein kind was en niet voor mezelf kon zorgen. 'Hoe was het op je werk?' vroeg ze nieuwsgierig. Vluchtig greep ik naar de zak van mijn vest om het drugsgeld daarin te verbergen. 'Uhm... leuk.' mompelde ik terwijl ze naar me toe kwam lopen om het pakje oreo's in mijn hand te duwen. 'Gaat het wel goed? Je lijkt bleek...' vroeg ze bezorgd. Ik slikte en legde de oreo's op mijn schoot. 'Ja, het gaat prima. Het was een zware dag, ik moest véél te veel pizza's bezorgen in een keer.' loog ik. Mijn moeder keek me raar aan, maar besloot er verder niet op in te gaan. Ze nam weer plaats op de bank tegenover mij en pakte haar krant. 'Hoe gaat het met pap?' vroeg ik bezorgd. Ze deed alsof ze me niet hoorde. 'Mam?' vroeg ik geïrriteerd. Ik zag de pijn in mijn moeders ogen en had medelijden met haar. 'Over een week is zijn eerste chemotherapie.' zei ze, alsof het niks was. Mijn hard begon even sneller te kloppen uit zenuwen. 'Kunnen we dat wel betalen?' vroeg ik. Ze mompelde wat en staarde ongeïnteresseerd voor zich uit. Ik at mijn laatste koekje op en stond op. 'Ik kan meebetalen.'  zei ik zelfverzekerd terwijl mijn hand naar mijn vestzak ging. Mijn moeder keek me verbaasd aan. 'Je krijgt niet eens kleedgeld, laat staan zakgeld!' zei ze. Ik schudde mijn hoofd en ging naast haar zitten. 'Het loon van mijn werk...' mompelde ik terwijl ik vier van de velen briefjes geld die ik had in haar hand stopte. Ze keek verbaasd op en opende haar mond, maar ik was haar voor: 'Fooi. Dat is m'n fooi.' loog ik, alweer. Bezorgd glimlachend staarde ze me aan terwijl ze een hand op mijn schouder legde. 'Emily, dank je..'  Ik glimlachte pijnlijk terug en stond op. Het voelde niet goed om zoveel te liegen, maar als ik zou vertellen dat ik geen pizzakoerier, maar een drugshandelaar was, zou mijn vader nooit beter worden.

John's POV

Al een week nadat de moord op Frank McCartney was gepleegd in 221 Baker Street, besloot is Sherlock op te zoeken. Ik maakte me elke dag zorgen om hem aangezien de laatste keer dat ik hem zag niet helemaal ging als gepland. Na Mary en Rosamund gedag te zeggen, liep ik haastig naar de metro. Blindelings stapte ik op het juiste perron waarvan de metro vertrok naar Baker Street en propte mezelf er net op tijd in voordat de deuren sloten. Met mijn gezicht in andermans baard en mijn handen stevig vastgeklamd aan de handvaten, staarde ik met een beteuterd gezicht voor me uit. Elke dag ga ik met de metro, maar ik kan me niet herinneren dat er zoveel mensen in pasten. De deuren gingen voor de tweede keer open en er stapten nog meer mensen in. Ik drukte me volledig tegen de muur aan terwijl er zo'n vijftig mensen bijkwamen; een slanke, naar parfum ruikende vrouw; een forse man met hoed en tot slot iemand die deed alsof hij zijn gezicht niet wilde laten zien, die hij verborg achter zijn rode petje. Ik staarde hem aan en probeerde een glimp van zijn gezicht op te vangen, omdat hij me ergens aan deed denken. 
De volgende halte moest ik eruit. Ik wrong me tussen de menigte door en haalde opgelucht adem wanneer ik The Underground uitliep, op weg naar Sherlock.

Eenmaal aangekomen klopte ik op de deur. Zoals gewoonlijk deed Mevrouw Hudson open. 'John..!' riep ze verbaasd, 'Kom binnen.' Ik glimlachte en stapte de drempel over terwijl ik mijn jas al uit deed. 'Is Sherlock thuis?' vroeg ik onbewust. Mevrouw Hudson keek me lachend aan. 'Geen vragen stellen waar je het antwoord al op weet.' mompelde ze terwijl ze de keuken weer inliep. Ik keek haar verward aan. 'Hij is boven!' riep ze vanuit de keuken. Ik fronste en hing mijn jas aan de kapstok in de hal, waarna ik geluidloos de trap op liep. Er kwam geen geluid vanuit Sherlock's kamer. Ik klopte zacht aan en wachtte even. Geen reactie. 'Sherlock?' zei ik terwijl ik nog een keer aanklopte en geïrriteerd afwachtte. Net toen ik de deur wilde openen, zwaaide de deur al snel open en stond Sherlock in de deuropening. Hij staarde me zonder enige emotie aan, waarna er een ongemakkelijke stilte viel. Ik keek hem aan alsof hij iets ergs had gedaan en wachtte tot hij iets zou zeggen. 'John.' zei hij toen met een zucht. Ik hoorde een lichte opluchting in zijn stem. Was hij blij me te zien?

Voorzichtig liet ik mezelf binnen en nam plaats op een stoel. Sherlock deed zonder iets te zeggen de deur dicht en nam tegenover mij plaats. 'Zo, lang niet meer gezien.' zei ik alsof er niks aan de hand was, 'Hoe gaat het nu?' vroeg ik willekeurig. Hij zei even niks en deed alsof ik er niet was, terwijl hij een slok van zijn thee nam. 'Met mij, of met de zaak?' vroeg hij daarna. Ik keek op en fronste mijn wenkbrauwen. 'Allebei.' zei ik. Meteen na ik dat had gezegd antwoordde Sherlock vluchtig: 'Slecht. Met jou?' Ik keek hem half verbaasd, half lachend aan en mompelde. 'Dat boeit jou niet.' Sherlock gaf zonder antwoord te geven toe en dronk zijn thee in een keer op. 'Wat zit daar in?' vroeg ik nieuwsgierig terwijl ik naar zijn kopje wees. Hij keek me verward aan. 'Uhm, thee...' zei hij onschuldig. Ik keek zijn kamer rond, het viel me nu pas op dat hij alle foto's dossiers en andere dingen die met de moord van Frank te maken hadden, aan de muur had gehangen. 'Waar komt dan die whisky lucht vandaan?' vroeg ik bazig. 'Misschien heb ik er een kleine hoeveelheid alcohol aan toegevoegd... Maar dat is nodig.' zei Sherlock terwijl hij opstond en naar de muur liep. Ik volgde hem met mijn ogen en stond op. 'Weet je nog steeds niet wie de moordenaar is?' vroeg ik plagend. Sherlock raakte snel geïrriteerd, maar antwoordde niet. Samen keken we bedachtzaam naar de muur. Er hingen veel foto's van Frank. Foto's vóór en na de moord. 'Heb je Emily al geappt?' vroeg ik. Alsof ik iets heel raars had gezegd staarde Sherlock me aan. 'Ze kan helpen met het oplossen van de zaak.' mompelde ik. Sherlock draaide zich om en keek zoekend rond. Na een paar kranten van zijn tafel af te gooien, kwam hij met zijn telefoon in z'n hand naar me toe en liet me een berichtje zien, het was van Emily:

Ik ben er even niet. Ik wil namelijk mijn familie bezoeken in Crawley, omdat ik mijn ouders al een tijdje niet meer heb gezien. Sorry, maar ik kan niet zeggen wanneer ik terugkom. Zie je snel, hopelijk. - Emily

Verbaasd las ik het berichtje nog eens door. 'Nu..? Precies op het moment dat er een moord is gepleegd, gaat ze gezellig even naar haar familie?' vroeg ik verontwaardigd. Sherlock keek me bevestigend aan. 'Ik geloofde het ook al niet.' zei hij terwijl hij met een zucht plaats nam op zijn stoel. Ik staarde bedachtzaam voor me uit. Waarom zou ze liegen? En wat als ze niet liegt, waarom zou ze dan opeens de stad uitgaan? Er borrelden veel vragen in me op. Ik keek nog een keer naar het berichtje. Mijn vinger raakte per ongeluk het touchscreen zodat ik omhoog scrolde naar alle andere berichten tussen Emily en Sherlock. Het waren gewone berichten, er was niks raars aan te zien. Totdat ik goed keek...
'Sherlock?' zei ik terwijl ik naar hem toeliep. Hij keek nieuwsgierig op. Ik gaf hem zijn telefoon en keek hem afwachtend aan. 'Heb je mijn berichten doorgelezen?!' vroeg Sherlock geërgerd. 'Het ging per ongeluk! Maar daar gaat het niet om, kijk naar jullie vorige berichten en vergelijk ze met het meest recente bericht van Emily.' zei ik terwijl ik plaats nam op de stoel. Sherlock las de berichten aandachtig door, waarna er opeens een verbaasde blik op zijn gezicht verscheen. Ik keek hem trots aan, omdat ik voor die ene keer beter oplette dan hem. 'Zie je het?' vroeg ik. 'Emily gebruikt áltijd zo veel mogelijk afkortingen in ál haar berichten, behalve haar laatste bericht.' Sherlock keek me verward aan. 'Dus?' vroeg ik. Sherlock zuchtte en legde zijn telefoon op tafel. 'Geen idee. We moeten haar in ieder geval zo snel mogelijk kunnen bereiken...' Ik slikte en dacht meteen aan Moriarty. Typisch iets voor hem, een plotselinge verdwijning. Maar wat heeft Moriarty met Emily te maken, als hij het is? Sherlock stond opeens op. 'Wat doen we nu?' vroeg ik nieuwsgierig wanneer ik ook opstond. 'Bel Lestrade.' beval Sherlock. Ik keek hem verbaasd aan, normaal wil hij altijd alles alleen doen. 'Ik dacht dat je hem niet mocht.' zei ik plagend. 'Wij zijn met z'n tweeën, de politie met honderden.' zei hij terwijl hij het raam uit keek. 'Een zoektocht? Serieus? We weten niet eens zeker of ze vermist is. Misschien is ze gewoon klaar met al die afkortingen.' zei ik, ook al wist ik dat dat waarschijnlijk niet waar was. Sherlock keek me bazig aan, waarna ik zijn telefoon pakte, om Lestrade te bellen.

A Sherlock Story - Dutch BookWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu