Een saaie dag

314 16 9
                                    

Ik werd wakker van de regen die hard op mijn raam kletterde. Het was geen mooi weer. Ik liep naar de keuken en maakte wat thee voor mezelf. Gisteren had ik Sherlock ontmoet, en als ik er nu aan terug dacht, leek het wel een rare droom. Alsof het allemaal in mijn hoofd was gebeurd. Ik zette de fluitketel aan en ging op de blauwe stoel zitten. Ik dacht na. Ik had nu bijna alles wat ik wilde, ik moest alleen nog aan een baan zien te komen. Ik hoor eigenlijk bij de Politie te werken, want die opleiding heb ik gevolgd. Ik stelde het me voor. Ik, moorden oplossen, met een geweer. Het leek me best cool... Snel pakte ik mijn laptop en typte in: Vacatures politie. Ik keek een beetje rond en klikte op wat dingen. Na even kijken, zag ik dat er een vacature bij Scotland Yard open stond. Ik klikte erop en begon zonder na te denken een sollicitatie brief te mailen. Ik hoop zó erg dat ik daar kan solliciteren.

De fluitketel ging, ik liep er naartoe en zette het gas uit. Uit het gammele keukenkastje pakte ik een theekopje en schonk thee in. De damp steeg op en besloeg mijn bril. Ik liep weer terug naar de blauwe stoel en zette de tv aan. Het nieuws stond op. Ik keek er helemaal niet naar, mijn gedachten dwaalden steeds af. Ik, bij de politie... Al snel werden mijn gedachten verstoord door de luide voetstappen op de gang. Ook hoorde ik stemmen. 'Dood...?' zei iemand, ik herkende de stem, het was de stem van Sherlock Holmes. Ik schrok een beetje, er was dus iemand vermoord. 'We weten nog niet door wie.' zei iemand anders. Deze stem herkende ik niet. Ik hoorde een deur dichtgaan en nu kwam er nog een stem bij. Ik was nieuwsgierig, heel nieuwsgierig. Ik wilde eigenlijk gewoon de deur uitlopen en vragen wat er aan de hand was. Ik nam nog een slok thee en liep naar de deur. Ik hield mijn oor tegen de deur, om de stemmen nog duidelijker te horen. 'Waarom?' zei Sherlock. 'Dat weten we nog niet, daarom hebben we jou.' zei de onbekende stem. Ik lachte even. Was Sherlock Holmes zo goed? 'Jullie 'hebben' mij niet, ik wil het zelf, zonder een goede zaak rotten mijn hersenen weg.' hoorde ik Sherlock zeggen. 'Nou, zullen we maar gaan dan?' zei John. Ik hoorde ze de trap af lopen, langzaam verdween het geluid van hun voetstappen. 

De dag ging voorbij, het was inmiddels al 8 uur 's avonds. Wat was dit een verschrikkelijk saaie dag. Ik deed mijn laptop open, ik vroeg me af of ik al antwoord had op mijn sollicitatie brief. Ik klikte op mijn mail-box. Ik hoopte zo dat op sollicitatie gesprek kon. Ik had twee nieuwe mails, een van mijn zus, hoe het was in Londen. De ander... JA! Ik had een mail terug! Van ene G.Lestrade. Ik las de mail. Ja hoor, ik kon op sollicitatiegesprek! Ik was zo blij dat ik heel hard: 'Ja!' riep. Nou ja, niet te vroeg juichen. Ik ben nog lang niet aangenomen. Ik stond op en zette thee. Dit ging ik vieren met veel suiker bij de thee. Dat klinkt een beetje raar, alsof dat zo'n feestmaal is. Maar het was momenteel het enige wat ik in huis had. Ik keek in een willekeurig keukenkastje. Geen suiker. Ik deed nog wat andere kastjes open. Ook geen suiker. Nadat ik de hele keuken overhoop had gehaald, had ik nog steeds geen suiker gevonden. Ik zuchtte diep. Ik moet morgen nodig boodschappen gaan doen. Ik vraag het wel aan een van mijn buren. Ik kon aankloppen bij 221B of 221C. 221C dan maar. De ontmoeting met Sherlock gisteren was zo ongemakkelijk, dat heb ik liever niet nog een keer. Ookal wilde ik hem wel graag zien. Ik liep de deur uit en klopte aan bij 221C. Niemand deed open, het licht was niet aan. Ik klopte nog een keer, nu iets harder. Niemand. Waarschijnlijk waren ze uit eten. Langzaam liep ik naar Sherlock's deur. Ik had hier echt geen zin in. Ik was zelfs een beetje zenuwachtig. Ik dacht niet eens meer aan wat ik eigenlijk wilde. Suiker. Dat liet ik compleet achter me. Het draaide voor mij nu alleen om Sherlock. Ik hoorde wat geluid van Sherlock's kamer komen. Hij speelde heel zachtjes viool. Even bleef ik zwijgend staan luisteren. Het was mooi, de noten mooi met elkaar verbonden. Je kon horen dat hij al lang speeldde. Ik klopte aan. Hij stopte met spelen. Ik hoorde een zachte 'plof', waarschijnlijk zette hij z'n viool neer. Ik hoorde hem naar de deur lopen, hij deed heel voorzichtig, alsof hij niet wilde dat ik hem hoorde lopen. Hij opende de deur, ook heel zachtjes. Hij zag er dit keer beter uit. In pak. 'Ik...' begon ik. Ik was helemaal vergeten wat ik wilde zeggen. Ik wilde thee zetten...? Oh, ja. 'Heb je wat thee met suiker...? Ik bedoel. Suiker. Kan ik wat suiker van je lenen?' vroeg ik. Nou, dat kwam er ongemakkelijk uit. 'Tuurlijk.' zei hij kortaf. Snel liep hij naar zijn keuken. 'Kom binnen.' riep hij vanaf de keuken. Ik liep naar binnen. Zijn appartement was veel groter dan het mijne. Ik was een beetje jaloers. Mijn appartement was wel veel schoner. Het was hier helemaal niet opgeruimd. Ik keek rond. Aan de muur waren allemaal papieren opgehangen. Foto's van mensen, oude kranten stukken, een kaart van Londen. Er stonden twee stoelen recht tegenover elkaar. Erbij was een open haard. De keukentafel lag vol met flesjes. Van die wetenschappelijke flesjes met vloeistoffen erin. Daar had ik niet veel verstand van. Sherlock was in de keuken thee aan het maken. Ookal vroeg ik gewoon om suiker. Ik liep naar de keukentafel en keek wat er allemaal op lag. Het enige wat me opviel, was een schaal met bloed erin. Ook lagen er wat resten huid in. Ik schrok me kapot. Maar ik liet het niet merken. Waarom zou hij dat in vredesnaam in zijn huis hebben? Om maar een beetje een gesprek te beginnen, zei ik: 'Dat is... bloed.' en ik wees naar de schaal. Sherlock keek op. 'Ja, dat is voor een onderzoek.' zei hij. 'Oh...' zei ik. 'Vind je dat erg... vervelend?' vroeg hij. Ik keek een heel klein beetje verbaasd. 'Nou, nee hoor...' zei ik. Ik loog niet. Ik kon er best tegen. 'Ik heb maar gewoon thee gezet.' zei hij terwijl hij me een kopje thee gaf. 'Oké, dankje.' zei ik en ik pakte de thee aan. 'Neem plaats.' hij wees naar een van de stoelen. Ik keek hem vriendelijk aan en ging zitten. Hij ging ook zitten, tegenover me. Dit was best raar. Ik vroeg om suiker, en hij komt aan met thee. Eigenlijk vond ik het wel leuk. Ik mag hem wel.  We keken elkaar recht in de ogen aan, zonder iets te zeggen. 'Ik... ik hoorde jullie vanochtend op de gang praten. Nieuwe zaak?' zei ik. Sherlock haalde diep adem. 'Ja, er is een man vermoord, hij... Dat... ja... dat moet ik onderzoeken, en zo.' hij kwam een beetje moeilijk uit zijn woorden. 'Oh. En? Al wat aanwijzingen gevonden?' vroeg ik. 'Nope.' zei hij. Ons gesprek kwam steeds beter op gang, uiteindelijk begonnen we zelfs een beetje te lachen. Het klikte wel. Ik voelde me niet meer zo ongemakkelijk. 'Ik ga trouwens op sollicitatiegesprek bij Scotland Yard.' zei ik plots. Hij keek me bewonderend aan. 'Zo, dus je wordt politie?' zei hij. 'Nou ja, dat is nog afwachten.' zei ik. 'Dan werk je samen met Graham.' zei hij. 'Wie?' vroeg ik. 'Graham. Graham Lestrade, hij is een van de belangrijkste poltieagenten bij Scotland Yard.' zei hij. 'Oh! Hij mailde mij terug. G.Lestrade stond er toen.' zei ik. 'Ja, dat is hem dus.' zei Sherlock. 

We kletsten nog een beetje verder. Na een uur ging ik terug naar mijn appartement, het was heel gezellig. Ik mag hem wel.

(Sorry voor dat ik het hoofdstuk geen naam heb gegeven. Ik wist gewoon niet hoe ik het moest noemen... Hebben jullie nog ideeën voor de naam van dit hoofdstuk? En trouwens... ik weet dat er niet echt veel gebeurd in dit hoofdstuk. Het volgende wordt leuker!)


A Sherlock Story - Dutch BookWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu