Onverwacht.

118 7 4
                                    

Sherlock en ik keken elkaar verstijfd aan, allebei niet wetend wat we moesten doen. Ik kuchte zenuwachtig en wachtte af wat Sherlock zou doen, maar hij bleef versuft naar het scherm van zijn telefoon staren. 'Ga je opnemen?' vroeg ik voorzichtig. Hij maakte een soort raar geluid met z'n mond en ademde diep en kort in. 'Zal ik..?' mompelde hij terwijl hij me vragend aankeek, alsof hij toestemming van mij nodig had. 'Weet ik veel.' zei ik verwarrend. De telefoon bleef maar rinkelen, het leek een eeuwigheid te duren. Allebei vroegen we ons af wat er zou gebeuren als we op zouden nemen. Wat Moriarty zou zeggen en wat voor invloed dat had op ons. 'We kunnen hem ook gewoon negeren, niet opnemen dus.' stelde ik voor. Nog voordat Sherlock daarop kon reageren, stopte de telefoon met rinkelen en kwam er een voice-mail, maar we hoorden niet wat we hadden verwacht: 'Sherlock?' een stem van een man, die iedereen kon zijn behalve Morirarty, sprak de voice-mail in. 'Sherlock, waarom nam je niet op? Je hebt je telefoon altijd bij je..' tot mijn en Sherlock's grote verbazing was het John's stem. Hij klonk bang, maar probeerde er niks van laten merken. Aan Sherlock kon ik niks afleiden, op een een of andere manier zag hij er niet verbaasd of bang uit. Hij leek het allemaal vrij normaal te vinden. 'Nou, het maakt nu toch allemaal niet meer uit.' John nam lange pauze's tussen zijn zinnen, alsof hij buiten adem was. 'Moriarty heeft een van zijn oude trucs uitgehaald en ik kan niks doen. Een druk op de knop en...' Hij stopte weer met praten, maar Sherlock leek te begrijpen wat hij zei. 'Oude truc?' vroeg ik niet-begrijpend, 'Wat bedoelt hij daarmee?'. Sherlock negeerde me en luisterde aandachtig naar John. 'Red me.' was het enige wat John nog zei voordat de telefoon een raar geluid maakte en op werd gehangen. 

Langzaam liet Sherlock zijn telefoon zakken, bezorgd over John. Hij liep naar het raam en staarde aandachtig naar buiten. Nagelbijtend twijfelde ik of ik naar hem toe moest gaan. John was tenslotte zijn vriend. Ik snapte niet waarom Moriarty John gevangen hield, het draaide toch allemaal om mij? Moriarty wilde mij, niet John. Stap voor stap liep ik langzaam in Sherlock's richting. Ik vroeg me af of hij huilde, want hij draaide zich niet om en reageerde niet toen ik vlak achter hem kwam staan. 'Bommen.' zei Sherlock kortaf. Ik begreep hem niet. 'Bommen?' vroeg ik verward. Sherlock zuchtte diep. 'Moriarty heeft eerder bommen gebruikt om mij 'klusjes' te laten doen.' zei hij. Ik begreep er nog steeds niks van. 'Wat..?' nog voordat ik mijn zin af kon maken onderbrak Sherlock me: 'Onschuldige mensen werden ontvoerd door Moriarty en er werden bommenvesten om hun gedaan. Ik moest een zaak oplossen binnen een bepaalde tijd voordat de bommen afgingen. Het was een soort spel dat Moriarty had verzonnen. 'Bedoel je dat John nu een bommenvest draagt en elk moment kan ontploffen en er dan een miljoen stukjes John zijn?' vroeg ik op een manier alsof het een grap was. Sherlock keek peinzend naar zijn voeten. 'Ja..' mompelde hij. Ik slikte en stelde me voor hoeveel doden er konden vallen, niet alleen John. Dat lag er natuurlijk aan of hij op een drukke plek vast zat. Ik hoopte dat hij ergens afgelegen was, maar vreesde van niet.
'Dus...' begon ik voorzichtig, 'wat is je plan?' Ik legde mijn hand op Sherlock's schouder, wachtend op een reactie, omdat ik zelf geen idee had wat we moesten doen. Hoe moesten we John redden? Was dit niet het gedeelte waarbij Sherlock een geweldig idee had waardoor we John konden redden en alles goed kwam? 'Geen idee, mijn plan was om jouw plan te volgen.' zei Sherlock. Hij keek me voorzichtig aan. Ik werd zenuwachtig en haalde mijn hand van zijn schouder. Plots draaide hij zich om en liep naar de telefoon. Vliegensvlug toetste hij een nummer in. Ik had geen idee wie hij zou willen bellen op dit moment, maar wilde het ook niet vragen, omdat hij opeens druk bezig leek te zijn. Al snel werd er opgenomen. 'Geen tijd om uit te leggen, maar kunnen jullie opsporen vanaf waar er gebeld is door iemand?' vroeg Sherlock hoopvol. Waarschijnlijk belde hij Scotland Yard. Na enkele seconden verscheen er een opgeluchte blik op Sherlock's gezicht. 'Oké, bedankt. Ik kom er meteen aan.' zei hij vlug. Hij legde de telefoon met een klap neer op het tafeltje en liep naar de kapstok. Ik wachtte even zodat hij kon uitleggen wat er aan de hand was en waar hij heen ging, ook al had ik wel een vermoeden, maar hij zei niks. 'Waar ga je heen?' vroeg ik toen maar. 'Scotland Yard. Ze kunnen opsporen binnen welke straal John een voice-mail heeft ingesproken. Zo weet ik ongeveer langs welke snelweg ik moet zijn.' zei hij haastig. 'Snelweg?' vroeg ik niet-begrijpend. Sherlock deed zijn sjaal slordig om en keek me met een trots-op-zichzelf lachje aan. 'Was het niet duidelijk? Achtergrondgeluiden van snel voorbijrijdende auto's op de voice-mail?' zei hij terwijl hij zijn jas aandeed. Ik probeerde te doen alsof ik dat allang had opgemerkt, dus zei: 'Pff, ja weet ik, maar...-' Sherlock onderbrak me door de deur open te doen met een laatste, korte 'doei' gezegd te hebben. Hij liet de deur wijd open staan, waarna ik naar de deuropening rende. 'En ik dan? Moet ik niet mee?' vroeg ik buitengesloten. 'Te gevaarlijk, blijf maar hier, dat verwacht Moriarty waarschijnlijk niet. Ik laat het weten wanneer ik John gevonden heb!' Hij liep de trap haastig af, zonder me verder nog aan te kijken. Ik was buitengewoon verbaasd, alsof hij me niet meewilde

Teleurgesteld staarde ik voor me uit, terwijl ik de voordeur beneden met een klap dicht hoorde gaan. Sherlock had vast een goede reden om mij niet mee te nemen, maar toch. Ik liep naar de muur met Sherlock's ontdekkingen over deze 'zaak'. Er was een onduidelijke foto van Moriarty op de muur geprikt, daaraan vast zat een rood, dun draad dat weer vast zat aan een andere foto, waardoor de twee foto's verbonden waren. Op die foto was Frank afgebeeld, mijn vriend, die me kwam waarschuwen voor Moriarty. Ik glimlachte kort en bekeek de laatste foto, eentje van mij. Ik was niet verbonden aan de andere twee, maar hing er gewoon los bij. Ik begon me af te vragen of die foto er wel hoorde. Het leek alsof Sherlock die gewoon maar had opgehangen, zonder reden. 
Het leek alsof ik al heel lang naar de muur aan het staren was, wachtend op Sherlock, ook al kon het nog uren duren voordat hij hier was en wist waar John zich bevond. Toch vond ik het raar dat Sherlock alleen ging, hij deed het dan wel om mij te beschermen, maar het voelde niet goed. Zonder hem voelde ik me niet veilig genoeg. Opeens schoot er een eng idee door me heen. Het idee dat dit gebeuren met John allemaal een afleidingsmanoeuvre was, zodat Sherlock weg zou gaan en ik voor het oprapen lag. Klaar om opnieuw ontvoerd te worden en Moriarty's 'spel' zou geslaagd zijn. Al snel haalde ik het idee uit mijn hoofd. 'Als dit echt zo was, had Sherlock het wel geweten.' fluisterde ik mezelf toe. Of was Sherlock niet altijd slimmer dan Moriarty? Nog voordat ik me dat kon bedenken, voelde ik een harde klap op mijn hoofd. Ik probeerde me te verzetten, maar voelde me steeds zwakker worden. Het werd steeds moeilijker om mijn ogen open te houden en het leek een eeuwigheid te duren voordat ik op de grond viel. Alles werd pikzwart.

A Sherlock Story - Dutch BookWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu