3.

704 30 0
                                    

3.

{die avond}

*Ding Dong*

Ik zucht. Vandaag zouden de mensen komen die het huis willen verkopen. Ik hoor mijn moeder de deur open doen en ze begroet de familie. Ik kijk nog een keer in de spiegel of ik alles heb gedaan. Mijn haar zit in een schuine vlecht over mijn schouder en komt tot mijn navel aan de voorkant. Ik heb een jurkje aan met spaghetti bandjes. De bovenkant van mijn jurkje is bordeaux rood met glimmertjes. De onderkant begint op de helft van mijn ribben en is ook rood, maar iets lichter. Het is van dat soort stof waar je doorheen kunt kijken, maar eronder zit een stofstukje waar je niet doorheen kunt kijken. Dit jurkje heeft mijn moeder laten maken door een beroemde mode ontwerper en is dus ook heel speciaal. Ik heb bordeaux rode hakken aan en ik kan er moeilijk op lopen, gelukkig hoef ik niet veel te staan deze avond. Ik heb zwarte mascara opgedaan en een bijpassende lippenstift. Ja, ik ben klaar. Ik loop voorzichtig de trap de grote marmeren trap af de hal in en zie dat de familie al in de woonkamer zit. Mijn moeder komt net uit de keuken met thee en koekjes. Ik heb helemaal geen zin om naar binnen te gaan, maar ik heb het aan mijn moeder beloofd. Langzaam open ik de deur en de nieuwe familie zit met de rug naar mij toe. Met mijn te hoge hakken loop ik op ze af en de man en de vrouw draaien zich om. Als ze mij zien staan ze op en ik geef hen een hand. ‘Vera.’ Zeg ik tegen de vrouw. ‘mevrouw De Wit.’ Ik knik vriendelijk en loop naar de man. Ik ken de naam De Wit… ‘Vera.’ Zeg ik nu tegen de man. ‘meneer De Wit.’ zegt hij. Ik ken de naam echt al ergens van. Ik loop naar de zoon en ik val bijna om van schrik. Ik herstel mezelf en steek mijn hand uit. ‘Vera.’ Zeg ik en hij pakt mijn hand. ‘Maarten De Wit.’ Ik knik, maar niet zo vriendelijk als naar de vrouw. Nog steeds een beetje bang loop ik verder en neem plaats op de bank tegenover de familie De Wit. Wat moet Maarten hier nou? ‘Vera?’ Vraagt mijn moeder. ‘Ja mam?’ zeg ik beleefd terug. Het regeltje: altijd met twee woorden spreken als er gasten zijn. Is niet meer uit mijn hoofd te slaan. ‘Wil je even helpen?’ Vraagt mijn moeder weer. Ik knik even naar meneer en mevrouw De Wit en sta dan op. ‘Wat is er?’ Vraag ik mijn moeder zodra ik in de keuken ben. ‘Zou jij even uit de koelkast in het huisje daarachter een fles wijn willen pakken? Ik denk dat het nog laat word vanavond want een advertentie is helaas niet zo gedaan.’ Ik knik en loop naar buiten. Het is erg frisjes dus ik sla mijn handen over mijn armen. ‘AU! FUCK ZOOI!’ Roep ik hard als ik struikel over een uitstekende tegel en met mijn mega hakken geen grip kan vinden en dus hard op de grond val. Ik voel bloed over mijn arm lopen. Fijn, dat ook nog. Ik sta klungelig op en pak de fles wijn. Ik loop weer naar binnen en kijk goed uit voor die uitstekende steen. Ik zet de fles op het aanrecht en loop de woonkamer weer binnen. ‘Mam, de fles staat op het aanrecht. Ik ga naar boven.’ ‘Dankje schat en is goed hoor.’ Zegt mijn moeder terug. Ik loop vlug maar voorzichtig weer naar boven, want ik wil niet nog eens vallen. Ik loop de badkamer in en doe de deur op slot. Au, die wond moet ik even ontsmetten. Ik pak een flesje Sterilon en doe er een paar druppeltjes van op mijn wond. Het begint meteen te prikken en de tranen springen in mijn ogen. Dit is zo niet leuk! Ik loop de badkamer uit en doe mijn kamer deur open. ‘Holy Shit!’ roep ik uit. Ik schrik mij echt dood! Maarten zit op mijn bed en kijkt ook naar mij. ‘eehm… Je moeder zei dat je boven was en ik er wel naar toe mocht gaan als ik me verveelde.’ Ik kijk nog steeds geschrokken naar hem. Ik moet echt even bijkomen. ‘Ik wilde je niet laten schrikken, sorry.’ Wat? Hij zei net sorry tegen mij? Dat is vreemd. ‘Ja, je liet me erg schrikken.’ Besluit ik te zeggen en ik ga op mijn bureau stoel zitten. Ik zeg niks want ja, wat heb ik te zeggen tegen iemand die mij hoer noemt? ‘Je ziet er leuk uit zo.’ Zegt Maarten. ‘Ehm… Dankje?’ Ik weet niet of hij nu een grap maakt. Ik kijk naar het plafond… erg interessant, maar alles is beter dan zijn rotkop. Ik kijk naar hem en zie dat hij nog steeds naar mij kijkt. Ik geef hem een blik van “wat moet je?” en loop mijn balkon op. Waarom moet hij nu net de zoon zijn van de mensen waarmee mijn moeder werkt? Het uitzicht van mijn balkon is geweldig. Ik kan vanaf hier aan de ene kant de stad zien, en aan de andere kant zie ik zelfs de zee! Ja, we wonen toch nog best dicht bij de zee. Even verdrink ik in mijn gedachtes bij dit mooie uitzicht totdat ik het koud begin te krijgen en ik draai me om. Opeens sta ik met mijn gezicht bijna tegen Maarten zijn lichaam aan. WTF??? Ik maak een voorzichtig stapje opzij en loop voorbij hem maar blijf wel op het balkon. ‘Wat doe jij hier?’ vraag ik als ik “veilig” sta. ‘Ik keek naar het uitzicht.’ ‘En dan sta je pal achter me?’ Vraag ik hem arrogant. Als hij niet reageert loop ik naar binnen en pak een vestje uit mijn kast. Ik ga op mijn bed zitten en laat mijzelf naar achter ploffen. Eigenlijk zou ik zo kunnen gaan slapen nu… maar dat nooit met dat “mens” in mijn kamer. ‘Je ouders zijn best rijk.’ Hoor ik Maarten zeggen en ik ga weer recht op zitten. ‘Dus?’ vraag ik hem. Hij haalt zijn schouders op. ‘Dat had je vast al gezien bij het café?’ Maarten grinnikt even in zichzelf. ‘Ongeveer, ik wist helemaal niet dat van die dure auto’s waren totdat Jurre enthousiast over auto’s begon te vertellen.’ Ik rol met mijn ogen. Wat doet hij aardig opeens. Moet hij mij niet uitschelden ofzo? Meteen komt mijn woede weer naar boven van die ik op school de hele tijd heb als ze me pesten. ‘Moet jij niet naar beneden ofzo?’ vraag ik geïrriteerd. Hij kijkt me vragend aan. ‘Ja, wat moet je hier nou in mijn kamer? Op school scheld je me uit en haal je werkelijk KUT grappen uit en nu sta je hier een beetje lief te doen? Wat is er mis met jou?’ Het komt er allemaal in een keer uit en Maarten kijkt nu meer verbaasd. Ik moet toegeven, ik ben zelf ook verbaasd over mijn eigen woorden. Er komt een lachje op mijn gezicht en ik zie dat Maarten het ook ziet. ‘Waarom lach je?’ Vraagt hij. ‘Gaat je niks aan en hoepel nou maar op naar beneden.’ Zeg ik vrij luid. Maarten kijkt een beetje beledigt en gaat dan toch maar mijn kamer uit. ‘Ben je opgevoed in een kerk ofzo?’ roep ik hem achterna als hij de deur open laat staan. Ik krijg natuurlijk geen antwoord, maar dat verwachtte ik al. Ik hoor hem de woonkamer inlopen. ‘Ben je alweer beneden?’ vraagt mijn moeder. Duhhhh! Je ziet toch dat hij beneden is mam? Ik irriteer me mateloos aan iedereen op dit moment. ‘Ja, Vera moest eehm huiswerk doen.’ Hoor ik Maarten antwoorden. ‘Oh, school altijd… Gaat het goed met jou op school?’ ‘Ja, gaat wel.’ ‘Ah, wat is je sterkste vak?’ hoor ik mijn moeder vragen als ze een fles wijn open trekt. ‘Ik denk… Natuurkunde.’ Oh nee, dit kun je niet menen! Mam houd je mond, houd nu alsjeblieft je mond. ‘Dat is grappig, Vera is helemaal niet goed in natuurkunde. Misschien kun je haar helpen?’ Ik sla mijzelf voor mijn hoofd. Dit verwachtte ik dus al. ‘Euh… ja, dat denk ik wel.’ Zegt Maarten terug. WAT? Maarten zegt ja om MIJ te helpen? Hallo? Ik haat hem! Hij haat mij! ‘Dat is fijn, misschien is ze daar nu wel mee bezig! Ga anders even kijken.’ Bied mijn moeder aan. Bedankt mam! Echt bedankt. Ik schort deze bijlessen af zodra dat kan. Ik hoor voetstappen de trap op komen en ga op mijn bureau stoel zitten. Maarten doet de deur open en kijkt naar binnen. ‘Wat?’ vraag ik hem verveeld. ‘Ik euh… ik moest helpen met je natuurkunde.’ ‘Dat hoeft niet.’ Zeg ik en ik sla mijn armen over elkaar. ‘Wat heb je daar?’ vraagt hij. Ik kijk naar mijn arm en zie mijn wond. Snel doe ik mijn hand ervoor. ‘Niks.’ ‘Jawel, je bloed.’ Zegt hij weer. ‘Nee, ik bloed niet!’ zeg ik en ik loop naar de badkamer. Fijn hoor, de wond is weer open. Ik pak een pleister en plak die erop. Als ik mijn kamer weer binnenloop zie ik dat Maarten mijn natuurkunde werkboek bekijkt. ‘Je bent echt wel heel slecht hierin.’ Zegt hij. ‘Nou, ook bedankt?’ Wat is dat nou voor opmerking? Serieus, wat een klootzak. ‘Zo bedoelde ik het niet…’ ‘Oh, hoe bedoelde je het dan wel?’ zeg ik kattig. Maarten reageert niet en ik zeg ook niks terug. Ik mag dat arrogante stuk onbenul echt niet! Gelukkig word ik gered door mijn moeders stem die vraagt of Maarten naar beneden komt. Ik loop expres niet mee want ik kan die rotkop geen seconde langer zien. Ik pak mijn mobiel en begin een sms’je te sturen aan Diana.

I hate you... Right?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu