14.
Zodra ik de kluisjes ruimte uit ben heb ik geen idee meer waar ik heen moet. Werkelijk… geen… idee. Ik besluit na vijf minuten, ja vijf minuten ja, naar het parkje te gaan. Onderweg zijn er niet veel mensen. Waarschijnlijk omdat ze allemaal aan het werk zijn of op school zitten. Wat ik eigenlijk ook zou moeten doen. Als ik in het parkje ben plof ik neer op een bankje bij het meer. Vroeger zat ik hier altijd met mijn ouders. Toen ze het nog niet zo druk hadden met werken. Ik kijk naar het water. Het waait niet dus er zit geen beweging in het water. Ik zie wel een visje zwemmen en ik zie ook wat waterplanten. Na een tijdje gestaart te hebben besluit ik dat het nu wel saai word om te staren en ik trek mijn schoenen uit. Ook trek ik mijn sokken uit zodat ik blote voeten heb. Rustig loop ik richting het water en tik voorzichtig met mijn teen tegen het water. Om te checken of het niet te koud was. Het valt reuze mee met hoe koud het is en ik stap het water in. Ik loop wat verder tot het water ongeveer tot de helft van mijn schenen komt. Opeens hoor ik wat achter me maar net als ik wil omkijken voel ik twee armen om mijn middel die me de lucht in tillen. ‘Aaah!!’ gil ik. De gespierde armen zetten me weer neer op de grond en er gaan twee handen voor mijn ogen. ‘Rara… wie ben ik?’ Fluistert een stem in mijn oor. ‘Hmmmm, eens even denken.’ Zeg ik terug al lang wetend wie het is. ‘Een persoon die mij heel erg liet schrikken en dus heel stom is.’ Maak ik mijn zin af terwijl ik mijn armen over elkaar sla. ‘Helemaal goed.’ Antwoord Tim en hij haalt zijn handen weg waardoor ik weer kan zien. Ik draai me naar Tim toe en hij geeft me een kus op mijn lippen. We gaan hand in hand op het bankje zitten en ik kijk naar het gras. ‘Mooi uitzicht he.’ Zegt Tim en ik kijk weer voor me uit. Het is werkelijk waar prachtig, daar heeft hij gelijk in. Het meer en de bomen in de verte en daarboven de blauwe zomerse lucht. ‘Ja, het is prachtig.’ Antwoord ik en ik kijk naar Tim. ‘Net als jij.’ Fluistert hij terug. Ik voel dat ik moet blozen. Tim komt langzaam dichterbij en heeft zijn vingers bij mijn kin. Ik sluit mijn ogen en ik voel Tim zijn lippen mijn lippen. De kus gaat langzaam over in een tongzoen en even lijkt het alsof de wereld stil staat. Dit is het perfecte moment, alsof het door niets kan worden verstoord. Maar hé, natuurlijk had ik het weer fout. Ik hoor iemand achter ons kuchen en ik, net als Tim, kijk om. En hé, raad eens wie daar staat. Oh hé, hij weer. Natuurlijk staat hij hier weer. Hij verpest werkelijk ALLE goede momenten die ik heb. Alsof hij wil dat ik geen goede momenten MAG hebben. We zwijgen alle drie. Ik weet niet wat ik moet zeggen namelijk. Hij staat hier opeens. Hij ruïneert dit moment. Eigenlijk ruïneert hij alles maar even bij het punt blijven. Waarom staat hij eigenlijk hier? Wat moet hij hier… En moete hij niet in de les zitten? In dit geval weet ik nu wel wat ik moet zeggen. ‘Wat doe je hier?’ Vraag ik zo bitchy mogelijk. ‘Ik dacht ik ga naar het parkje en toen was jij en… hij er al’ ‘Jij hoort op school te zitten niet waar?’ Vraag ik hem nu wat geïrriteerder. Hij kon toch ook gewoon weer omdraaien? ‘Ik ehm… ik laat jullie wel even alleen.’ Zegt Tim terwijl hij langzaam opstaat en weg loopt. Ik ga weer “normaal” zitten. Dus met mijn gezicht naar voor en niet naar achter waar Maarten staat. Ik doe ook mijn armen over elkaar. ‘Sorry.’ Hoor ik achter me. ‘Ik wist niet dat jullie hier zaten.’ ‘Je kon toch omdraaien niet waar?’ Zeg ik boos. Maarten antwoord niet ik grijp mijn kans. ‘Gun je me dit niet ofzo? Gun je me geen plezier, geen liefde? Je zit me alleen maar in de weg. Op school, eerst ook thuis, nu verschijn je ook op het schermpje van mijn mobiel als je weer zo’n irritant, ondoordacht, KUT berichtje stuurt. En nu, nu verpest je alles weer. Waarom is dat? Waarom is dat he? Vertel het me eens.’ Het komt er allemaal in een keer uit me mond rollen. Ik ben er zelf een beetje verbaasd van maar dit is goed. Alles wat ik wilde zeggen is eruit. Alles wat ik haatte aan hem is eruit. Ik draai me om naar Maarten. ‘Zeg het dan! Wat heb ik je ooit misdaan? Wat heb ik gedaan waardoor ik dit verdien. Waarom doe je dit?’ Ik ben echt kwaad nu. Je moest eens weten nu hoor! Maarten staat daar een beetje sukkelig. Zo he ik hem eigenlijk nog nooit gezien, maar het is goed dat hij maar eens de “underdog” is. Maar als Maarten na een minuut van staren nog niet heeft geantwoord vind ik het genoeg zo. Alhoewel ik graag antwoord zou willen. ‘Ga je nog antwoorden of blijf je daar een beetje sukkelig staan? Want dan kun je weg gaan. Ja weetje, rot toch een ent op!’ Zeg k terwijl ik opsta met mijn vinger naar hem wijs. ‘Rot een groot ent op NU. Jij vieze, vuile, smerige KLOOTZAK! GA WEG! NU!’ En ik wijs nu met mijn vinger in een random richting maar Maarten maakt geen beweging. ‘Jezus, wat ben je toch een eikel!’ Zeg ik terwijl ik mijn spullen oppak, langs hem loop en expres met mijn schouder tegen hem aanbots. Ja, ik bots expres heel hard met mijn schouder in hem. Dat vind ik leuk namelijk. Hij verdient dat. Eikel dat het is.
Hiii <3 Heftige ruzie hieeerr woooopp wooopp. Zal het nog goed komen??? Who knows.... HAHAH I DO <3 Tot het volgende hoofdstukje <3
VOTE?
COMMENT?
FOLLOW?? Anddd, THANK YOU skarimoeddin FOR FOLLOWING MY ACCOUNT <3
En ook super bedankt voor de votes en de comments die er nu al staan!! SUPER BEDANKT <3
JE LEEST
I hate you... Right?
TienerfictieVera is de hoofdpersoon. Ze is een meisje van 15 en is verhuisd naar een grote villa. Haar vader is de eigenaar van een goed lopende bank en haar moeder is makelaar. Dat houd in dat ze huizen verkoopt. Vera moet nu ook naar een andere school en ze k...