Hoofdstuk 2

214 12 5
                                        

“All right guys” zegt een man door de microfoon. De stem komt van voor in de bus. Bij het instappen heb ik gezien wie de man is, het is onze teamleider en hij heet Paul. Hij is een beetje dik, kaal hoofd en een snor. Hij had een beanie op zijn kale kop dus of hij echt kaal is kon ik niet goed zien. Ook heeft hij een ontzettend hippe hoodie aan, met een leuke tekst. #swag staat er op zijn trui. “I’ll spread some brochures in the bus so you can read about things to do in the big city of London” zegt Paul als hij de aandacht van iedereen krijgt. Ik kan er alleen maar de helft van verstaan. Ugh… Waarom zijn die mensen niet gewoon stil als Paul aan het praten is.

Ik zie Paul de brochures uitdelen. Met sommige mensen maakt hij een praatje en dan geeft hij meteen wat extra uitleg over Londen. Hij is een expert. Hij is geboren in Londen. Dat weet ik omdat ik zijn Facebook-pagina duizend keer gescreend heb voordat we op reis gingen, gewoon om zeker te weten dat deze Paul echt zou zijn en dat ik echt naar Londen zou gaan. OMG! Ik ben zo excited voor wat er allemaal gaat gebeuren. Ik vind het zo freaking spannend. Schijnbaar is het te zien, het is ook wel obvious als je zenuwachtig op je nagels gaat bijten. Maar Sven heeft me door, alweer. Hij kent me zo goed hé. Sven legt zijn hand op mijn knie. ‘Ben je zo zenuwachtig?’ vraagt hij. Ik knik. “Man ik freak hem helemaal uit van de zenuwen. Heb je niet even een medicijn voor me of zo. Ik houd het zo echt niet meer uit.” Sven grijpt naar zijn tas. “Eens even kijken” mompelt hij, “Ik heb dropjes, chips, popcorn. Wat wil je?” en hij kijkt me met een vragende blik aan. Ik begin te lachen als ik hem zie met al die spullen in zijn handen. “Denk je dat we dertig dagen in deze bus zitten zonder dat we een supermarkt tegen komen of zo?” grinnik ik. “Nee, dit is maar net genoeg voor twee uurtjes denk ik zo. Ik denk dat ik het op heb voordat we in Londen zijn” zegt hij. “Oké, dit geloof ik dus niet. Pinky swear okay?” ik kijk hem aan en houd mijn pink op. Sven lacht. “Oké, pinky swear als jij het niet gelooft” en hij weeft zijn pink om de mijne.

Dus… Sven begint te eten, dat had ik niet anders verwacht. Ik pak een snoepje uit mijn zak want ik krijg honger als ik iemand ander zie eten. “Hou op, Sven. Ik krijg honger van je” grap ik. Ik pak een lekkere evergreen uit mijn tas en eet hem precies voor Sven zijn gezicht op. Om hem jaloers te maken. Ik weet dat Sven niet van Evergreens houdt, je zou denken wie houdt er nou niet van Evergreens? Nou Sven dus. Dat komt omdat we een keer in de vijfde klas een heel pak Evergreens hadden gekocht bij de Action, toen begon de ellende pas voor Sven en de lol voor mij. Nou het ging zo: Ik maakte een pakje open en gaf er een aan Sven, hij dacht echter dat het koekje niet voor hem was dus op de een of andere manier kwam het koekje uiteindelijk aan de andere kant van de aula. Helaas waren wij niet de enige die dit zagen, wij lagen dubbel maar de rector kon er niet om lachen. Ze riep Sven bij haar. “Straf! Straf! Straf!” riep ze hysterisch. Wij lachen helemaal dubbel maar Sven kon er niet mee lachen, hij moest drie weken lang meehelpen in de kantine en na school ook nog eens papier prikken. Sindsdien heeft hij nooit meer een Evergreen aangeraakt. Eigenlijk is het best zielig maar ergens vind ik het ook wel een grappig verhaal. Maar goed, ik kan Sven dus niet jaloers maken met mijn Evergreen want hij probeert me nu te imponeren met zijn zak nachochips. Damn, wat krijg ik opeens een honger. Ik heb een intense liefde voor nachochips, vooral met gesmolten kaas erover. Mmmmmm!

Oké, Isa stop, je hebt weer genoeg over eten gepraat. Dat is mijn gevaar dus. Dat is een deel van mijn leven. Ik praat te veel over eten, muziek en jongens. Aan andere dingen kan ik op dit moment eigenlijk niet denken. Jongens zullen het nooit begrijpen, zoals Sven het niet zal begrijpen maar mijn vriendinnen wel. Neem nou mijn BFF Jolien, zij is de perfecte kopie van mezelf. Ze heeft bijna precies dezelfde interesses en ze begrijpt me gewoon volkomen. Jolien en ik whatsappen elke minuut van de dag als het kan. Er is geen moment van de dag waar ik Jolien niet van op de hoogte stel. Toen ik te horen kreeg dat ik naar Londen mocht, had ik er het meest moeite mee om niet meer in de directe omgeving van Jolien te zijn, maar gelukkig zei Jolien dat we contact zouden houden via Skype, whatsapp, twitter, facebook, instagram, gewoon alle mogelijk sociale media. “We gaan gewoon voor zorgen dat we, ook als jij in Londen zit, we elkaar geen minuut uit het oog verliezen” waren haar letterlijke woorden. Het waren juist die woorden die me zo veel moed gaven, vandaar dat ik toch de stap heb gemaakt om naar Londen te vertrekken.

En nu is het eindelijk zover. Ik kan het echt nog steeds niet geloven. We zitten nu in de bus en zijn bijna bij Calais. De plaats waar we de Noordzee moeten oversteken naar Engeland toe. Als we in Engeland zelf zijn zal het nog een uur duren. Maar eerst die boottocht maar eens overleven. 

I go to LondonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu