Krankzinnig

576 33 2
                                    

'Beste aspiranten!' Eric komt de slaapzaal binnen. 'Ik zal nu de ranglijst ophangen voor fase twéé.' Bijna iedereen heeft zich al omgekleed om naar bed te gaan. De meesten waren al slaperig, maar als Eric dat gezegd heeft, springen ze op. 'Sommigen van jullie hebben het onverwacht goed gedaan.' Hij klinkt bedachtzaam. 'En anderen moeten nog hard aan de slag voor fase drie: het angstlandschap.'

Angstlandschap? Zullen we nóg een keer door al onze angsten heen moeten?! 'Als je het angstlandschap binnengaat, zul je misschien wel angsten tegenkomen die je nu nog niet tegengekomen bent. Het wordt wel veel makkelijker: je zult wéten dat het niet echt is.' Ik haal opgelucht adem. Als ik dat weet, zal het misschien beter gaan.

'Genoeg over fase drie.' Eric loopt naar het bord en hangt de ranglijst op. 'Hier is de ranglijst.' Dan loopt hij weg. Meteen gaat iedereen weer voor het bord staan. Dit keer duw ik een paar aspiranten opzij om zelf te kijken. We zijn nog met twaalf. Waar zal ik staan? Er gaat een steek van opluchting door me heen als ik mijn naam naast het nummer 5 zie staan. Ik ben vijfde!

Tris staat eerste en Peter staat tweede. Ik zoek hem en als ik hem gevonden heb, staart hij bedenkelijk naar de ranglijst. Wat is dat toch met hem? Waarom kan hij niet blij zijn met zijn plaats? 'Negende!' zegt Rose. 'Niet eens laatste!' Ik kijk nog een keer naar de ranglijst en zie dat Austin zesde staat en Randy achtste. Heb ik het beter gedaan dan zij?

Als we elkaar gefeliciteerd hebben, besluiten we om te gaan slapen. We zijn allemaal kapot. Ik hoor nog wat aspiranten praten. Blij, boos, verontwaardigd, maar mij maakt het allemaal niet uit. Ik ben hartstikke tevreden met mijn vijfde plaats en ik ga nu graag slapen. Ook al hoor ik hier en daar geschreeuw, ik kom toch snel in slaap.

'Ik hoop dat het angstlandschap snel voorbij is,' zegt Rose als we de volgende morgen aan het ontbijten zijn. Ik luister niet echt naar haar, omdat me iets anders opvalt. Peter en Drew zien er allebei niet al te best uit. Het lijkt wel alsof ze een paar keer goed geslagen zijn. Hebben ze gevochten? Ik probeer me Drew's plaats in de ranglijst voor de stellen, maar ik weet het niet meer. Peter staat in ieder geval tweede.

'Wat zou er toch aan de hand zijn?' vraagt Austin. Als ik naar hem kijk, zie ik dat hij ergens anders heenkijkt. Ik volg zijn blik en zie Al bij Tris staan, die net binnengekomen is en bij Christina en Will zit. Ze lijken ruzie te hebben. Uiteindelijk loopt Al verdrietig de kantine uit. 'Ik wil weten wat er aan de hand is.' Austin staat op en loopt naar de tafel van Tris toe, samen met een paar anderen.

'Zouden ze gevochten hebben?' vraagt Randy. Ik haal mijn schouders op en kijk lusteloos naar mijn broodje. Als ik opkijk, zie ik dat Peter en Drew opstaan en de kantine uitlopen. Peter loopt een beetje moeizaam. Mijn gedachten gaan vanzelf naar het angstlandschap. Hoe zou het zijn om daarin te zitten en te weten dat het niet echt is? Het lijkt me dat het dan een stuk beter gaat.

'Niet te geloven!' zegt Austin boos als hij weer bij ons komt zitten. 'Die eikels!' We kijken hem alle drie vragend aan. 'Peter en Drew!' Ik word meteen op scherp gezet als ik Peter's naam hoor. Ik heb niks tegen Austin gezegd, maar stiekem ben ik heel boos om het feit dat hij met Peter gepraat had en had gezegd dat hij uit mijn buurt moet blijven.

'Wat is er met hun?' vraagt Rose. 'Ze hebben samen met Al geprobeerd om Tris vannacht in de Kloof te gooien!' Mijn hart staat stil. Dat kan niet. Dat kan helemaal niet. 'Als Four er niet op tijd bijgekomen was.. hadden ze haar vermoord!' Peter, Drew en Al hebben geprobeerd om Tris te vermoorden. Four was er net op tijd bij en heeft ervoor gezorgd dat het ze niet gelukt is. Daarom zien ze er zo slecht uit. Omdat Four ze in elkaar geslagen heeft.

Het klopt allemaal, maar ik weiger het te geloven. Zo is Peter niet. Dat zou hij nooit doen. Nooit. 'Die jongen spoort gewoon niet!' roept Austin uit. 'Eerst steekt hij Edward in zijn oog omdat hij boven hem staat! En nu wilde hij Tris vermoorden omdat ze boven hem staat!' Het verhaal klopt. Maar nog steeds weiger ik het te geloven. Ik moet het van hemzelf horen, dan kan ik het pas geloven. Als ik opsta, zegt Austin: 'Wat ga je doen?' Ik kijk hem niet aan als ik zeg: 'Even rondlopen.'

Als ik de Kolk binnenkom, zie ik hem zitten. Alleen. Ik loop rechtstreeks op hem af en roep: 'Is het waar?!' Hij kijkt me niet aan. En op dat moment besef ik dat het waar is. Hij heeft het gedaan. Maar ik moet het van hem horen. 'Is het waar?!' dring ik dan aan. Hij knikt langzaam. 'Ja..' Het voelt als een klap in mijn gezicht. 'Waarom?' zeg ik dan met dichtgeknepen stem. 'Omdat ze boven me stond in de ranglijst..' Zijn stem beeft en hapert.

'Omdat ze boven je stond in de ranglijst.' Mijn stem klinkt ongelovig. 'Omdat ze boven je stond in de ranglijst! Hoor je nou wat je zegt?! Je hebt bijna iemand vermoord omdat ze boven je stond op de ranglijst! Dat is gewoon ziek!' Ik schud mijn hoofd. 'Je staat tweede! Tweede! Dat is al hartstikke hoog!' Ik begrijp het niet. Waarom is nummer twee niet hoog genoeg voor hem?!

Peter kijkt me gekweld aan en staat op. 'Abby..' Hij doet een stap naar me toe en voordat ik doorheb wat ik doe, doe ik een stap naar achteren. Waarom doe ik dat? Ben ik bang voor hem? Hij kijkt me geschokt aan. 'Alsjeblieft, Abby..' Hij schudt zijn hoofd. 'Ik weet niet wat er gebeurde! Ik werd gewoon.. ik kreeg een waas voor mijn ogen..'

Ik kan me niet meer inhouden en ik roep: 'Net zoals toen je Edward's oog uitstak zeker?!' Hij kijkt me stomverbaasd aan. 'Dacht je nou echt dat ik dat niet wist?!' Dacht hij echt dat ik dom ben? 'Abby..' Hij doet een stap naar voren en wil mijn hand vastpakken, maar ik trek mijn hand weg en doe weer een stap naar achteren. 'Austin had gelijk. Hij had écht gelijk. Ik moet niet in jouw buurt zijn.' Ik kijk hem nog even aan en draai me dan om.

Ik wil weglopen, maar hij gaat voor me staan. 'Abby, ik zal jou nóóit pijn doen!' Er borrelt een hysterisch lachje in me op, die eruit komt. 'Nee, omdat ik geen bedreiging voor je ben, hè?! Ik ben maar een klein, stom meisje die niks kan! Ik sta natuurlijk ver onder jou!' Peter schudt zijn hoofd en kijkt me wanhopig aan. Het doet me denken aan de simulatie waarin ik zat. Peter bij de Kloof.

De woorden "Peter" en "Kloof" maken me misselijk. Maar bij het zien van zijn gezichtsuitdrukking wil ik al mijn woorden terugnemen. Ik wil zeggen dat het me spijt. Dat het me niet uitmaakt wat hij gedaan heeft, omdat ik nog steeds van hem hou. Maar ik weet niet of dat waar is. Het breekt me in ieder geval wel om hem zo te zien. Het liefst zou ik mijn armen om hem heenslaan, maar dat moet ik niet doen. Ik moet niet van hem houden, maar ik kan het niet stoppen.

'Je weet dat ik niet zo over je denk!' roept hij. 'Oh nee?' Ik kijk hem ijzig aan. 'Als ik eerste had gestaan, had je mij dan ook vermoord?' Hij is zo overdonderd door mijn vraag dat hij eerst niks zegt. Maar daarna zegt hij: 'Natuurlijk niet..' Ik geloof hem niet. 'Laat me met rust, Peter.' Ik loop langs hem heen en dit keer houdt hij me niet tegen. 'Abby?!' Zijn stem klinkt zo gebroken dat ik van schrik blijf staan, maar ik kan me niet omdraaien. Zijn stem klinkt zacht als hij zegt: 'Als je het wist van Edward.. waarom heb je er dan niks over gezegd? Waarom wilde je dan nog steeds bij me zijn?'

Mijn borstkas gaat onregelmatig op en neer. Omdat ik niet zonder hem kon. Omdat ik hem kon vergeven voor wat hij had gedaan, omdat ik wist dat hij mij nooit iets aan zou doen. Omdat ik me fijn voelde bij hem. Omdat ik van hem hield. En misschien is dat allemaal wel nog steeds zo. Misschien moet ik me nu omdraaien en zeggen dat ik hem vergeef. Maar kan ik dat?

Mijn keel brand door de opkomende tranen en mijn stem slaat over als ik zeg: 'Laat me met rust, Peter.' Dan loop ik de Kolk uit. Mijn zicht is vertroebeld door de tranen. Ik veeg en knipper ze weg. Als ik de slaapzaal in loop, zitten een paar aspiranten er ook. Inclusief Molly. Nee, ik wil haar nu echt even niet hebben! Ik laat mezelf op mijn bed vallen en duw mijn hoofd in mijn kussen.

Ik heb de neiging om de longen uit mijn lijf te schreeuwen, maar dat wil ik niet met Molly erbij. Ik bijt in mijn kussen en houd mijn schreeuw in. Peter heeft Edward's oog uitgestoken en Tris bijna vermoord! En waarom?! Omdat ze boven hem stonden op de ranglijst!

'Problemen?' hoor ik Molly grijnzend zeggen. Ik kan haar niet zien, maar ik weet gewoon dat ze het tegen mij heeft. Ik negeer haar in de hoop dat ze weggaat.

Divergent: Becoming DauntlessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu