Vlaggenroof

850 41 2
                                    

'Ik vind het zo spannend,' zegt Rose als we met z'n vieren naar de trein toelopen. Ik knik. 'Ik ook.' We gaan vlaggenroof spelen buiten het hek. 'Je moet er gewoon niet teveel over nadenken,' zegt Austin. 'Het komt vast wel goed.' Maar mijn hoofd zit niet alleen vol met vlaggenroof. Ik maak me zorgen om morgen. Zou ik bij de laatste drie zitten? 'Ik wil echt niet weg!' zegt Rose, en ik weet dat ze het ook over de ranglijst heeft. 'Jullie gaan echt niet weg,' zegt Austin zelfverzekerd.

'Myra heeft al een plaatsje gereserveerd en er zijn nu nog twee plekken over. En die zijn echt niet voor jullie. Jullie hebben allebei maar twee keer verloren. Éen keer van een goed iemand en één keer van iemand die laag op de ranglijst stond. En jullie hebben gewonnen van mensen die eerst boven jullie stonden.' Dat is waar, ik heb gewonnen van Will en Al. Rose, Austin en Randy snappen alle drie nog steeds niet hoe ik van Will heb kunnen winnen, maar ik snap dat wel.

Dankzij alle vechttechnieken die ik van Peter geleerd heb - die mij nog steeds negeert - heb ik kunnen winnen van de twee jongens. Al deed niet echt zijn best, maar Will wel. Misschien heeft Austin gelijk en moet ik me niet zoveel zorgen meer maken. Er zijn aspiranten die vaker verloren hebben dan ik.

Als we de trein instappen, begint hij met rijden. 'Oké, aspiranten. Goed opletten!' zegt Eric. Iedereen is meteen stil en maakt plaats voor Eric en Four. 'We gaan dus vlaggenroof spelen. Four en ik zullen ieder een team samenstellen waarmee we gaan spelen.' Fijn, ze gaan teams maken. Ik zal wel weer als een van de laatste gekozen worden. 'Ik begin,' zegt Eric grijnzend. Dan zegt hij: 'Ik kies Edward.' Natuurlijk, Edward is het sterkst.

'Ik neem.. de Hark,' zegt Four. Een paar aspiranten reageren ongelovig en Tris gaat met rode wangen bij Four staan. 'Peter,' zegt Eric. Ik kijk even naar Peter, die bij Eric gaat staan. Ik kan er nog steeds niet tegen dat ik me zo heb laten leiden door mezelf. Dat ik dacht dat er iets was dat er nooit geweest is. Ik, als ex-Erudiet, had toch moeten weten dat ik hem vanaf het begin af aan al niks kon schelen.

Ik wilde niet bij Eric, maar als Four Molly én Drew heeft gekozen, wil ik liever niet bij hem. Eric heeft Austin en ik schrik als hij mijn naam noemt. Heb ik dat wel goed gehoord? Er zijn nog redelijk wat aspiranten over, waarom zou hij míj dan kiezen? Twijfelend loop ik naar zijn team toe. Austin kijkt me grijnzend aan. 'Hé, team maat!' Ik glimlach even. 'Hé.' Hij buigt zich voorover en fluistert in mijn oor: 'Zie je? Je bent nu al gekozen. Dat betekent dat je je echt geen zorgen hoeft te maken.' Ik hoop dat hij gelijk heeft.

Ik vind het jammer dat Rose en Randy bij Four in het team horen. Als de trein stopt en we uitstappen, merk ik dat het al redelijk donker is. 'Iedereen krijgt een pistool,' zegt Eric, alsof het niks is. 'Maak je geen zorgen. Het is niet geladen met echte kogels, maar het simuleert wel de pijn van een échte kogel.' Met een pijnlijk gezicht kijk ik naar het pistool dat ik in mijn handen gedrukt krijg. Ik doe ook net alsof ik Molly niet grijnzend naar me zie kijken. Zij zou me natuurlijk graag neerschieten.

'Ieder team krijgt een vlag die we zo goed mogelijk moeten verstoppen! Degene die de vlag van het andere team als eerste heeft, wint.' Eric voegt daar met een grijns aan toe: 'Wij dus.' Austin kijkt grijnzend naar Rose en Randy. 'Succes en moge de beste winnen.' Randy knikt. 'Wij dus.'

Elk team loopt een andere kant op. 'Vind je het al spannend?' vraagt Austin. 'Best wel,' geef ik toe. 'Ik hoop dat ik Molly niet tegenkom. Zij schiet met veel plezier haar hele munitie op me af.' Austin begint te lachen. 'Ach, ze schiet toch niet raak. Heb je gezien hoe scheef ze schiet?!' Ik voel me hier niet zo fijn bij. Peter loopt vlakbij ons en ik weet zeker dat hij het kan horen. Ik haal mijn schouders op en zeg: 'Als ze wil, schiet ze echt wel raak. En geloof me, dat wil ze.'

'Zo ver komt het echt niet. Voordat zij jou neer kan schieten, schiet ik haar neer.' Austin grijnst. 'Trouwens, ze is gewoon jaloers op je.' Ik rol met mijn ogen. 'Ja hoor, Molly is jaloers op mij.' Hij knikt. 'Ja, omdat jij heel veel vooruit bent gegaan tijdens fase één. Dat heeft iedereen wel gezien.' Iedereen? 'En omdat jij geweldig bent en zij niet.' Ik schiet in de lach. 'Ja hoor.'

Divergent: Becoming DauntlessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu