Overwinning

519 33 1
                                    

Als ik geroepen wordt door Four, sta ik gespannen op. Ik moet nu een van mijn angsten zien te overwinnen, anders zal ik nooit loskomen van de onderkant van de ranglijst. Dit is namelijk de laatste dag voordat de ranglijst opgemaakt wordt en ik heb nog geen enkele angst overwonnen. Wel bijna, maar toch net niet. Het zou helpen als ik zou weten dat ik in een simulatie zit.

Four spuit het serum weer in mijn nek en zegt: 'Succes, je kunt het.' Ik hoop het. Voordat ik wegzak, bedenk ik me nog dat ik hoop dat Peter niet in mijn simulatie voorkomt nu, anders zou ik het nooit kunnen.

Ik lig op het grasveld vlakbij mijn huis. De zon verwarmd mijn huid en de grassprietjes kietelen ertegenaan. Dan schrik ik op van het wilde gezoem dat ik om me heen hoor. Ik krijg meteen kippenvel en ik ga overeind zitten. Een zwerm van honderden bijen en wespen komen op me af. Een benauwd gevoel plant zich voort in mij. Éen steek en er treed een allergische reactie op!

Ze komen steeds dichterbij en ik weet dat het geen zin heeft om weg te rennen. Help.. Help! Dan ineens bedenk ik me dat ik rustig moet zijn. Ik weet niet waarom, maar het is gewoon héél erg belangrijk om rustig te blijven. Het voelt net alsof er iets heel ergs zal gebeuren als ik dat niet doe.

Eigenlijk sta ik doodsangsten uit, maar ik dwing mezelf om rustig te blijven. Ik trek mijn knieën op en maak een bolletje van mezelf. Het gezoem komt steeds dichterbij en ik voel dat ze op me gaan zitten. Mijn hart gaat tekeer, maar ik dwing mezelf om rustig te blijven. Doe net alsof het grassprietjes zijn.. Het gezoem wordt steeds agressiever, maar ik dwing mezelf om rustig te blijven. Mijn hartslag wordt weer regelmatig en ineens zijn de bijen en wespen weg.

Ik blijf een tijdje zo zitten, maar als ik bijna zeker weet dat ze weg zijn, kijk ik langzaam op. Het hele grasveld is weg. De zon is weg. Ik zit nu helemaal alleen in een donkere kamer. Een angstig gevoel bekruipt me en mijn hart gaat als een gek tekeer. Ik ben helemaal alleen! Opgeslokt in de duisternis! Maar ook nu voel ik de drang om rustig te blijven. Alsof het moet. Alsof het alleen ophoudt als ik rustig ben.

Daarom maak ik weer een bolletje van mezelf en doe ik mijn ogen dicht. Het duister is niet eng, er gebeurt niks. Het is gewoon donker omdat ik moet slapen en als ik wakker word, zal ik niet meer alleen zijn. Mijn hartslag wordt weer regelmatig en het angstige gevoel is ineens weg. Ik kijk op en zie dat ik in de zaal van Onverschrokkenheid zit. Ik sta op en kijk om me heen.

Eerst ben ik helemaal alleen, maar dan zie ik een man en een vrouw. Ze kijken me aan en lopen naar me toe. Als het tot me doordringt dat het mijn ouders zijn, word ik bang. Aan hun gezichten te zien, zijn ze niet erg blij om me te zien. 'Abby..' galmt de stem van mijn vader door mijn hoofd. 'Mislukkeling.'

Mijn vader vindt me een mislukkeling! Ik moet hier weg, ik wil het niet horen. Ik draai me om en ren weg, maar de zaal is ineens veel kleiner geworden en ik bots tegen de muur op. Als ik me weer omdraai, staan mijn ouders voor me. 'Hoe kun je nou voor Onverschrokkenheid kiezen?!' roept mijn vader terwijl hij me boos aankijkt. 'Je bent een mislukkeling! Je kunt het niet! Geef op!' Hij heeft gelijk. Ik kan het niet. Het lukt me niet. Ik zal falen.

Ik wil mezelf op de grond laten zakken en huilen, maar iets zegt me dat ik dat niet moet doen. Iets zegt me dat het belangrijk is om te blijven vechten. Ik zie Peter voor me, die me geholpen heeft om door fase één te komen. Hij heeft me geleerd dat ik nooit op moet geven. En dat ga ik nu ook niet doen.

'Nee,' hoor ik mezelf zeggen. Eerst heel twijfelend, maar dan steeds krachtiger. 'Nee, ik kan het wél! Ik ga niet opgeven, ik weet zeker dat ik het kan! Ik zal niet falen!' Ik kijk mijn ouders aan. 'Ik zal níet falen! Wat jullie ook zeggen!' Ik voel dat dit de waarheid is. Ik zal niet falen. Ik zal het halen.

Als ik mijn ogen opendoe, glimlacht Four naar me. 'Goed gedaan, Abby. Je hebt in één dag drie angsten overwonnen!' Ik probeer blij te zijn, maar ik weet niet waarom ik dat niet kan. Of eigenlijk weet ik het wel. Deze angsten stellen niks voor bij de angsten die mijn gedachten opslokken. Ik ben wel blij dat ik deze angsten nu heb gehad en overwonnen heb, maar als ik denk aan wat me verder nog te wachten staat, draait mijn maag om.

'Je mag best trots zijn,' zegt Four. 'Velen lukt het nu nog steeds niet om hun angsten onder controle te krijgen.' Ik knik en probeer te glimlachen. Ik sta op en kijk even in de spiegel. Ik zie er normaal uit, op een beetje bleekheid na dan. Opgelucht loop ik naar de deur. Rose staat al op, omdat ze na mij is. Als ik naar haar glimlach, glimlacht ze licht terug. 'Je hebt het gedaan,' zegt ze. Ik knik. 'Ja, en jij kan het ook.' Ze glimlacht nu echt naar me en loopt dan met Four mee. Austin en Randy steken hun duim naar me op. Maar ik voel me pas echt geweldig als ik de zaal uitloop na een glimlach van Peter.

Divergent: Becoming DauntlessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu