Gevecht?

809 32 1
                                    

Als ik wakker word, liggen mijn kleren nog steeds in mijn armen onder de deken. Ik sta op en loop ermee naar de badkamer, waar ik een snelle douche neem. Daarna droog ik me af en kleed ik me aan. Mijn vieze kleren stop ik in de wasmand om ze te laten wassen. Als ik de slaapzaal weer binnenkom en op mijn bed ga zitten, zie ik Peter grijnzend naar me kijken. Wat hebben ze nu weer gedaan? Ik kijk even om me heen, maar ik zie niks dat ongewoon is.

Maar als ik weer naar hem kijk, snap ik waarom hij zo aan het grijnzen is. Hij zit op zijn bed en verwisseld zijn T-shirt. Hij wacht overdreven lang om aanstalten te maken om zijn nieuwe shirt aan te doen en ik rol met mijn ogen. 'Goedemorgen,' hoor ik Rose zeggen. Snel draai ik me om naar haar. 'Hé.' Ik zie haar ogen van mij naar Peter glijden en dan zucht ze geïrriteerd. 'Patser,' zegt ze dan zachtjes tegen mij. Ik knik, maar diep van binnen moet ik wel glimlachen.

Peter is typisch zo'n jongen die weet dat hij er goed uit ziet en dat het liefst aan iedereen wil laten merken. Als Rose zich aangekleed heeft en we opstaan om naar de kantine te gaan, zie ik dat Peter zijn shirt nog steeds niet aangedaan heeft. Wat is dat toch met hem? 'Welke zal ik aandoen?' zegt hij dan grijnzend tegen ons. 'Deze, of deze?' Het zijn gewoon precies dezelfde shirts. 'Doe er gewoon een aan,' zeg ik geïrriteerd. 'Hoezo? Volgens mij vind je dit wel leuk, of niet?' Hij wijst naar zijn buik.

Stiekem vind ik dat inderdaad best leuk, maar ik laat niks merken. 'Nu kunnen we er tenminste allemaal van genieten,' zegt hij. 'Wat aardig van je,' antwoord ik. Hij begint te lachen en trekt een shirt aan. 'Weet ik.' Dan lopen Rose en ik naar de kantine. 'Wat een irritante jongen,' zegt ze. Ik probeer te doen alsof ik dat ook vind. 'Deed hij vaker zo?' vraag ik. Rose schudt haar hoofd. 'Niet echt. Hij was wel vervelend, maar meer tegen anderen. Maar nu we in dit kleine groepje zitten, krijgt hij wel ineens heel veel praatjes.'

Ergens vind ik het wel raar dat ik hem niet zo vervelend vind. Ik bedoel, hij schept wel op over zichzelf en zo, maar het is wel allemaal waar. Hij ziet er gewoon goed uit. Ik leg een broodje op mijn bord en kijk er even naar. Ook al heb ik geen trek, ik zal toch iets moeten eten. Want vandaag.. mijn maag draait al om aan de gedachte van vandaag. Vandaag zullen we moeten vechten.

Wat als ik tegen Molly moet? Ik kijk op en zoek haar. Samen met Peter en Drew loopt ze naar een tafel toe en gaan ze zitten. Als Peter opkijkt en mij naar hen ziet kijken, grijnst hij even. Daarna zwaait hij. Wat denkt hij toch steeds? Dat alles om hem draait? Maar ik laat mezelf niet kennen. Ik grijns en zwaai terug naar hem, waardoor hij moet lachen. 'Naar wie zwaai je?'

Ik haal mijn schouders op en kijk weer naar Rose. 'Peter. Hij loopt me uit te dagen, geloof ik.' Ze begint te lachen. 'Volgens mij vindt hij je leuk,' zegt ze dan. 'Ja, vast.' Ik begin net te eten als er twee jongens bij ons aanschuiven. Ik weet wie het zijn. Austin en Randy, de jongens die ook uit Oprechtheid komen. Waarom komen er toch zoveel uit Oprechtheid?

'Hé,' zegt Austin. 'Hé.' Aan Rose te zien zijn Austin en Randy wel aardig, want ze glimlacht nu. Ik bekijk ze even. Austin ziet er redelijk goed gebouwd uit. Randy heeft minder grote spieren, maar ziet er alsnog sterk uit. Volgens mij zullen ze zich weinig zorgen maken over fase één. Rose en Austin raken in een gesprek over het eten en ik luister alleen maar, terwijl ik heel hard niet probeer te denken aan wat komen gaat.

Na fase één zullen er drie van de vijftien uit Onverschrokkenheid moeten. Misschien ben ik daar wel één van. 'Op het bord hangt het schema van vandaag!' Met ingehouden adem kijk ik naar het bord, maar ik zucht van opluchting als ik zie dat ik tegen niemand moet vechten, omdat we met een oneven aantal zijn. Rose moet vechten tegen Myra. Ik ken haar al heel lang, omdat we al eerder factiegenoten zijn geweest. 'Haar kun je hebben,' zeg ik tegen Rose.

Ik vind het niet leuk om zo onaardig te doen over Myra, maar ze is gewoon niet zo sterk. Net als ik, maar ik heb geluk dat ik vandaag nog niet hoef te vechten. 'Nee hè,' hoor ik Austin zeggen. 'Ik moet tegen die eikel.' Op de een of andere manier weet ik al dat hij het over Peter heeft voordat ik op het bord kijk. Dat gaat moeilijk worden. Randy moet tegen Drew. 'Ik móet winnen,' zegt Austin dan. 'In Oprechtheid dacht hij ook al dat hij geweldig was. Nou, ik zal hem wel eens iets laten zien.'

Divergent: Becoming DauntlessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu