Angstlandschap

600 32 0
                                    

"Het lukt ons wel." De hele nacht lig ik in bed te draaien. Wat bedoelde hij daarmee? "Het lukt ons wel" Ons? Is er een ons? Of had hij het puur en alleen over het angstlandschap? Waar staan we nu? Is er iets tussen ons? Hij heeft me gezoend.. Hij heeft me gezoend! Ik kan wel bijna schreeuwen van geluk. Mijn hart begint weer woest te bonken als ik eraan denk.

Ergens voel ik me toch schuldig dat ik me zo gelukkig voel. Iedereen is verdrietig om Al en ik kan alleen maar aan Peter denken. Aan zijn lichaam tegen het mijne. Zijn lippen op de mijne..

Maar er is niet veel tijd om na te denken, omdat we vroeg op moeten staan voor vandaag. Iedereen zal vandaag door hun eigen angstlandschap moeten. Tijdens het ontbijt kijk ik alleen maar naar mijn broodje. 'Hallo, aarde aan Abby!' Austin zwaait met zijn hand voor mijn gezicht en ik kijk op. 'Ja? Sorry.' Rose, Austin en Randy beginnen te lachen. 'Wat zit jij dromerig naar je broodje te kijken.' Ik voel dat ik rood word. Ik dacht aan Peter..

Gelukkig vragen ze er niet meer over. Rose zegt alleen: 'Ik denk dat we ons allemaal wel wat beter voelen na gisteren.' Ze zucht. 'Het was echt verschrikkelijk.' Oh ja, Al. Als ik aan hem denk, voel ik verdriet en woede tegelijk. Ik besluit om toch maar iets te eten, ook al zit mijn buik al vol met vlinders. Als mijn ogen die van Peter een paar keer kruizen, kan ik niet wegkijken. En hij ook niet. Hij glimlacht licht naar me en ik glimlach terug.

Waar staan we? Wat zijn we? Waarom heeft hij me gezoend? Ik heb zoveel vragen waar ik nu geen antwoord op kan krijgen. Ik ga in de zaal zitten waar we allemaal wachten totdat we aan de beurt zijn. 'Weet je wat ik gehoord heb?' zegt Rose tegen ons. 'Dat alle leiders mee kunnen kijken met wat jij ziet.' Ik krimp ineen. Nee hè, het was al erg genoeg dat Four het allemaal zag. Als Eric dit allemaal ziet..

Ik word steeds nerveuzer als ik de eindtijden zie van alle aspiranten voor mij. Tien minuten, vijftien minuten, twintig minuten, acht minuten.. het is heel uiteenlopend. Ik schrik op als ik mijn naam hoor. Rose, Austin en Randy wensen me succes. Als ik het kamertje inloop en alle leiders zie zitten, denk ik aan wat Peter zei. Ik moest onthouden dat het niet echt was. "Het lukt ons wel."

Dit keer moet ik iets opdrinken, net als bij de test. Ik doe het en sluit alvast mijn ogen. Je kunt het. Je kunt het. Je kunt het. Het is niet echt. Niet echt. Niet..

Ik ben weer op het grasveld. De zon verwarmd mijn huid en de grassprietjes kietelen. Ik weet wat er nu gaat komen. En deze heb ik al eens eerder gedaan, dus zo moeilijk moet het niet zijn. Ik haal opgelucht adem als ik me besef dat het niet echt is, maar ik voel de paniek toch als ik het gezoem hoor. Je hebt dit al eens eerder gedaan. Het is niet echt. Niet echt.

Ik ga alvast als een bolletje zitten en ik bedek mijn oren met mijn handen. De bijen en wespen komen steeds dichterbij en ze gaan op me zitten. Ik voel lichte hysterie als ze op me zitten, maar ik dwing mezelf om rustig te blijven. Ik bedenk mezelf dat het gewoon wat gezoem is en dat het niet eng is. Dan zijn ze weg.

Deze ken ik ook: ik ben alleen in een donkere gang. Hoe hard ik ook blijf rennen, ik kom er niet uit en ik zal alleen blijven. Ik blijf als een bolletje zitten en houd mijn ogen dicht. Niet in paniek raken, het is niet echt. Het helpt echt heel erg om te weten dat het niet echt is. Je bent gewoon in de slaapzaal. Je ligt gewoon in bed en je slaapt. Je slaapt. Straks wordt je weer wakker en ben je niet meer alleen.

Mijn ogen schieten open als ik ineens op het glas val. Ik ga rechtop staan en tast om me heen en dan begrijp ik het: ik zit vast in een glazen bak. Wat is dit?! Dit heb ik nog nooit meegemaakt! Mijn schoenen worden nat. Water! Ik begin te gillen. 'Help!' roep ik. 'Help!' Ik sla tegen het glas aan, maar het gaat niet kapot. Ook als ik trap gaat het niet kapot. 'Help!'

Maar de enige die me kan helpen, ben ik zelf. Ik kan hieruit komen. Want het is niet echt. Mijn hartslag wordt weer langzamer, maar ik raak gestrest als de bak steeds voller wordt. Ik kijk om me heen en zie waar het water vandaan komt: uit een pomp. Ik denk terug aan mijn tijd in Eruditie. Ik weet dat als je maar genoeg druk legt op iets, het dan uit elkaar zal barsten. Snel trek ik mijn vest uit en zak ik door mijn knieën.

Divergent: Becoming DauntlessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu