Hoofdstuk 9: het bos

110 7 3
                                    

3 maanden later.....

Ik rende zo hard als ik kon, weg van de ellende. De bomen gingen als een film voor mij voorbij. Ik kon het gewoon echt niet meer. Mijn leven was op dit moment gewoon een zooitje.
Ik keek achter me en besefte me dat ik geen idee had waar ik nu was. Het enige wat ik me nog kon herinneren was dat ik door het verboden bos heen rende en dat ik professor Sneep op een gegeven moment afgeschud had, maar omdat ik bleef rennen weet ik nu eigenlijk niet precies waar ik ben.
Het liefst wilde ik niet terug, omdat ik niet wilde dat iemand me vond.
Ik keek goed om mij heen en zag in de verte een grote en brede boom. Mijn overlevings skills zijn vrij goed, dus ik dacht dat ik wel een paar dagen kon overleven.
Ik klom in de boom en haalde een paar planken, spijkers en een hamer uit mijn tasje. Ik maakte een paar planken vast aan de boom, zodat ik een soort ondergrond had om op te staan, ook maakte ik er een paar vast aan de zijkanten van mij, zodat ik niet zomaar uit de boom viel.
Ik haalde een waterdicht zeil uit mijn tasje en een paar touwen.
Ik klom nog iets hoger in de boom, zodat ik een dak kon maken van het zeil. Nadat ik dat had gedaan klom ik naar beneden en pakte mijn slaapzak, die ik op het plateau van de planken neer legde.
De zon was al bijna verdwenen achter de bergen en was is dan ook al bijna donker. Ik keek nog eens goed naar mijn soort van boomhut en ik besefte me dat het misschien beter was als ik een tent opzette.
Ik deed de slaapzak weer in mijn tasje en ik haalde er een tas met een opgevouwde tent uit. Het was een 1 persoons tent en net zo groot als het plateau dat ik in de boom had gemaakt van hout. Ik zette de tent op en maakte de tent vast met spijkers in het hout. Ik kroop in de tent en haalde een slaapzak, zaklamp en kussen uit mijn tasje en legde ze op de vloer neer. Ik hing de zaklamp aan de bovenkant kant van de tent en legde het kussen in de slaapzak. Ik deed de zaklamp aan en ging in de slaapzak liggen.
Ik begon te denken. Zou ik ooit nog terug komen? Aan de ene kant wou ik graag terug, want in Zweinstein was ik misschien toch wel veilig. Aan de andere kant wou ik nooit meer terug komen en voor eeuwig vermist blijven, omdat ik de jongens en de rest van de mensen op Zweinstein niet meer wilde zien. Ik weet namelijk heel zeker, dat de hele school mijn geheim ondertussen wel wisten. Ik zou van school af worden gestuurd of ik word gelijk opgesloten. En professor Sneep...
Ik kon er niet over nadenken zonder te huilen. De tranen liepen over mijn gezicht heen en ik legde mijn handen voor mijn gezicht.
Ik besefte me dat ik gewond ben. Ik kroop uit de slaapzak en zag hoe mijn gewaad vol met bloed zat.
Ik haalde een spiegeltje uit mijn tasje en bekeek nu ook mijn gezicht.
Mijn gezicht was opgezwollen en er liep bloed uit mijn neus, ook had ik een grote wond op mijn voorhoofd, die er niet zo goed uitzag. De wond moest dringend gedesinfecteerd worden.

The secret that will save everyoneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu