Daar ben ik weer eens met een nieuw hoofdstuk. Ik had ineens wat inspiratie om dit boek weer verder te schrijven, dus ik ben maar weer begonnen. Ik kan niets zeggen over hoe regelmatig ik ga updaten, maar ik wil hem wel weer op pakken, dus houd hem nog maar even in je bibliotheek!
"En hoe ging het?" Donny keek door de speigel toe hoe Saphira op de achterbank van zijn auto ging zitten.
"Verassend goed." Ze had een klein, maar oprecht glimlachje op haar gezicht. "We hebben het gesprek oppervlakkig gehouden. We hebben het voornamelijk over voetbal gehad en iets over mijn overstap naar Ajax..."
"Nog meer voetbal dus." Zei Appie plagend en Saphira sloeg hem zachtjes tegen zijn schouder. Appie zat op de bijrijdersstoel dus was het makkelijker voor Saphira om hem te slaan dan het was voor Appie om Saphira ook maar met een vinger aan te raken.
"En jullie." Ging Saphira door alsof Appie er niet tussendoor gekomen was. "Ze vind jullie leuke jongens."
"Dat is mooi." Donny startte de auto.
"Hebben jullie het eigenlijk een beetje naar julie zin gehad?" Vroeg Saphira. Ze voelde zich toch best schuldig voor het ophouden van de twee vrienden die waarschijnlijk echt wel wat beters te doen hadden.
"Oh ja hoor, wij hebben ons prima vermaakt." Zei Donny, maar hij werd onderbroken door het gedempte liedje dat hij hoorde. "Saph, is dat niet jou ringtone." Saphira luisterde goed en herkende 'Little Things' van One Direction die inderdaad haar ringtone was. Ze haalde haar telefoon uit haar tas en nam op.
"Met Saphira de Vries." Ze wachtte geduldig tot er wat gezegd werd.
"Hallo mevrouw De Vries. Zou u langs het bureau kunnen komen voor een paar vragen. Het zou ons kunnen helpen in het onderzoek naar de moord op uw vader." Saphira's goede humeur verdween als sneeuw voor de zon. "We hebben iets gevonden wat ons mogelijk op een spoor zou kunnen brengen."
"Op dit moment ben ik onderweg vanuit Enschede, maar ik kan zo snel mogelijk daar zijn." De man met wie Saphira aan het bellen was stemde in.
"Dan zien we u zo." En hij hing op.
"Don?" Vroeg Saphira. "Kun je mij bij het politiebureau afzetten in plaats van thuis." Donny en Appie wisselden een snelle blik.
"Natuurlijk." Het bleef even stil.
"Moet ik anders mee?" Vroeg Appie. "Ik weet niet wat Donny denkt, maar ik vind dat het niet iets is wat je in je eentje moet doen. Wij zijn er voor je en..."
"Het hoeft niet Appie." Onderbrak Saphira hem. "Het is heel lief en ik ben jullie heel dankbaar. Jij bent al een keer mee geweest en Merel en Donny meer dan genoeg, maar ik kan dit. Ik begin steeds beter te worden in het praten over pap en over de hele moord. Ik kan dit wel alleen."
"Maar je hoeft het niet alleen te doen." Saphira knikte.
"En dat weet ik, maar jullie moeten ook snappen dat ik het gevoel heb dat ik jullie telkens in de weg zit. Nu zaten jullie weer twee uur te nietsen omdat ik zonodig iemand in de buurt wou hebben als ik met mijn moeder een gesprek had. Wie weet wouden jullie niet eens naar de wedstrijd komen en hebben jullie weer de hele dag aan mij verspilt."
"Dat is niet zo Saph en dat weet je." Aan Donny's stem was het duidelijk te horen dat hij geen tegenspraak dulde, maar Saphira was nog niet klaar.
"Ik begin er eindelijk vat op te krijgen en ik kan haast niet geloven dat ik nog meer naar me toe gesmeten zal krijgen wat alles weer overhoop zal gaan halen, dus..."
"Wil je het alleen doen." Maakte Appie haar zin af. "Maar nu moet je onze kant weten en voornamelijk die van Donny." Saphira fronsde, ze had geen flauw idee waar Appie op doelde. "Die keer dat jij met Merel heen ging zat Donny bij mij op de bank zichzelf op te eten. Ik kan nu ook niet echt zeggen dat ik heel erg rustig daar zat." Saphira keek naar haar handen. Ze had eigenlijk niet nagedacht over hoe haar vrienden die toch heel dicht bij haar stonden en ook bij haar vader er mee om gingen.
"Ik... Sorry, ik had er zo nog niet over gedacht..."
×××
"Succes hé Saph." Appie stapte uit de auto. Donny klopte op de plek naast hem en Saphira kroop naar voren. Saphira blies haar wangen op en liet toen langzaam de lucht ontsnappen.
"Weet je zeker dat ik niet mee hoef?" Donny pakte haar hand. "Ik ga met alle liefde mee." Saphira kneep zachtjes in zijn hand.
"Ik weet het Dons, maar ik kan dit." Donny knikte. Hij was het er niet mee eens dat Saphira nu alleen naar het politiebureau zou gaan en de bus terug naar haar eigen huis zou pakken, maar ze hadden het met z'n drieën zo afgesproken ondanks dat beide heren tegengesputterd hadden. "Ik hou van je." Donny glimlachte.
"Ik ook van jou Saph, ik ook van jou." Donny stopte de auto voor het politiebureau en Saphira maakte haar gordel los.
"Ik bel je zodra ik thuis ben goed?" Donny knikte en Saphira drukte een kus op zijn lippen. "Tot morgen."
"Tot morgen." Saphira stapte uit en sloeg haar tas over haar schouder. Ze liep naar de ingang en keek voordat ze naar binnen ging nog een keer om. Donny stond nog steeds op dezelfde plek toe te kijken en glimlachend stak ze haar hand op. Ze zag er een heel stuk zelfverzekerder uit dan dat ze zich voelde. Haar hart bonsde in haar keel en ze had het gevoel dat ze elk moment in elkaar kon zakken zo erg trilden haar benen. "Hallo, ik ben Saphira de Vries, ik moest een paar vragen beantwoorden." Ze werd gelijk meegenomen naar een kamertje en de agent met wie ze had gebeld werd erbij gehaald.
"Hallo." Saphira schudde zijn uitgestoken hand, het was één van de agenten die de nacht van de moord bij Saphira langs waren gekomen om het nieuws te vertellen. "Alex Doorn." Hij wees naar het stoeltje wat aan de andere kant van het bureau stond. "Ga zitten." Saphira deed wat hij zei. "Zoals ik al eerder aan de telefoon zei hebben we mogelijk een spoor gevonden, maar we zullen wat vragen moeten stellen voordat we zeker kunnen weten dat het een mogelijkheid is." Saphira knikte. "Uw moeder is toen u nog een klein meisje was vertrokken, klopt dat?"
"Ja, we hebben nooit geweten waarom, maar ze is onlangs opgedoken." Gelijk begon de agent dingen op te schrijven.
"Wanneer was dat precies?" Saphira slikte.
"Een poosje na de dood van mijn vader, ik heb vanmiddag pas voor het eerst echt met haar gepraat." Weer schreef Alex van alles op.
"Weet u waar ze woont? Heeft u haar telefoonnummer?" Saphira fronsde.
"Ze woont ergens in Heerenveen zei ze en ik heb haar telefoonnummer ja."
"Zou ik die van u mogen?" Saphira knikte. Ze pakte haar telefoon en zocht Laila's nummer op en gaf hem. "Weet u ook of uw vader contact had met uw moeder? Er is namelijk contact geweest met een nummer uit Heerenveen op de naam van Laila Koperwiek voordat uw vader vermoord werd." Saphira sloot haar ogen.
"Dat is mijn moeder. Koperwiek is haar meisjesnaam, dus het zal dan wel. Mijn vader kreeg af en toe telefoontjes en verdween dan gelijk naar boven alsof ik het niet mocht horen. Ik dacht altijd dat het de uitgever was die zeurde over de dingen die mijn vader schreef, maar dat was het blijkbaar niet." Saphira zuchtte, maar ze snapte niet waarom de agent het zo nodig vond om het te vragen. Ze konden toch zo uitvinden dat Laila Koperwiek dezelfde persoon is als Laila de Vries, de vrouw van Tjeerd?
"Dat was alles. Bedankt voor het beantwoorden van de vragen." Alex stond op en stak zijn hand uit.
"Wat gaat er nu gebeuren?"
"We gaan uw moeder vragen naar het bureau te komen om een paar vragen te beantwoorden. Ze is vanaf nu een van de verdachten." Het leek alsof de grond onder Saphira verdween. Het was nu wel duidelijk dat ze geen gelijk had gehad, blijkbaar konden er nog veel meer dingen gebeuren die ze niet aan had zien komen...
JE LEEST
Houvast
FanficVoor Saphira Meyer is voetbal het einde. Ze doet niets liever dan met haar beste vrienden en vriendinnen te voetballen. Haar wereldje lijkt voor heel even perfect: ze voetbalt bij een van de grootste en beste clubs van de Eredivisie, heeft een vader...