Mijn hart verplaatste zich, voor de zoveelste keer vandaag, naar mijn teen. De moeder van Doua rende achter de brandcard aan, samen met de verplegers en de brandcard richting de eerste hulp.
Als een gek begon ik te rennen richting de eerste hulp, ik begon hardop te bidden dat het geen Doua zou zijn.
Aan het einde van de gang in de eerste hulp zat de moeder van Doua, in de wachtkamer, ik ging naast haar zitten. Ze keek nog steeds niet op, ze zat zachtjes te snikken en opeens begon ze te hyperventileren.
"Galtou! Galtou! Rustig!" Riep ik en rende naar een balie om hulp. 2 verplegers kwamen aanrennen en hielpen Doua's moeder, in de wachter.
Paar minuten later was ze weer gekalmeerd en had ik mijn arm om haar heen, en reciteerde zachtjes koran.
Ik snap niet waarom ik me eigenlijk zo druk maak om Doua, oké ik was bevriend met haar, maar er is wat meer.
"Hoelang zijn ze nog bezig met Doua Bouyhmed?" Vroeg ik aan een verpleger die langs liep. "Ik ga ervan uit, nog even, maar tot morgen mag ze geen bezoek. Het is belangrijk dat ze goed hersteld." Antwoordde hij en liep weg voor ik nog wat kon zeggen.
Toen bedacht ik me, waar is de vader van Doua? Of een andere familielid?
Ik besloot maar om even langs mijn moeder te gaan, en pakte de bos rozen naast mij. Ik vertelde het de moeder van Doua en ze knikte. Bij de balie vroeg ik naar mijn moeder's kamer, die ik gelijk kreeg.
Bij mijn moeders kamer aangekomen, stopte ik en hartslag steeg, ik snap niet waarom ik zo stress, misschien omdat ik mijn 'nieuwe' zusje te zien krijg?
Langzaam opende ik de deur en sloot het gelijk achter mij, ik liep een beetje door de gang en zag 2 personen met hun rug, zittend op stoelen naast het bed.
Ze waren beide stil, Reda zat op zijn telefoon en Farah staarde dood voor zich uit.
Schuldgevoel kwam gelijk weer in mij op, dit horen ze niet mee te maken.
De kamer was vol met ballonnen en met knuffels, ik zag iemand in het ziekenhuisbed liggen, Reda schoof wat naar achteren, nog steeds hadden ze mij beide niet gezien.
Daar kwam het weer, die pijnlijke steek in mijn hart, wat er dan van over is?
Ik zag mijn moeder, met allemaal draden, ze zat er dood bij. Mijn hart voelde ik in mijn keel kloppen, ik liep richting haar.
De verbaasde blikken van Farah en Rede voelde ik in mijn rug, maar dat interesseerde mij niet op dit moment. De rozen zette ik op een tafeltje neer en pakte een stoel erbij, en ging naast mijn moeder zitten, tegenover Reda en Farah.
Haar hand hield ik strak vast en leunde mijn hoofd op haar hand, die op het bed lag. Ze bewoog niet, ik hoorde haar nauwelijks ademen, enkel een apparaat die irritante geluiden maakte.
"Mama! Word wakker!!! Beweeg!!! Mama!!!" Riep ik keihard, ik begon gek te worden. Dit is niet echt, dit is gewoon een nachtmerrie.
Uit het niets begon ik eng te lachen en te klappen in mijn handen en stond op. Ik zag Farah bang naar mij kijken, ik liep haar kant op en drukte mijn voorhoofd tegen haar voorhoofd.
"Wat kijk je zo! Denk je dat ik gek ben geworden he!!" Riep ik boos, niet om haar, maar om haar uiterlijk. Precies mijn moeder, haar ogen die nu glinsterden door de tranen die ze probeerde te bedwingen. Haar bolle wangen, van mijn moeder met kuiltjes erin.
Haar mond, precies zoals die van mijn moeder. Mijn moeder had als enige in haar familie een schoonheidsvlekje vlak boven haar lip, net zoals Farah heeft.
Farah keek me vol angst aan en schudde zachtjes haar hoofdje. Reda stond op en duwde me aan de kant, en wou mij slaan, tot ik hem tegenhield.
"Ik weet het, ik begin gek te worden." Zei ik zachtjes en wreef over mijn gezicht heen. Hij zei niks en gaf me een knuffel, ik merkte nu pas op dat hij bijna net zo lang was als mij.
Hij is erg veel gegroeid, eerst was hij misschien 1 meter 70 en nu zou ik gokken 1 meter 85? Hij leek ouder, en zijn krullen zaten slordig op zijn hoofd en waren ook lang.
Hij heeft diepe, diepe wallen, en die levenslustige ogen van hem, zijn verdwenen. Ondertussen is hij 16, ik heb hem 2 jaar moeten missen, mijn broertje.
Na een paar minuten liet hij me los en ging weer zitten, Farah keek mij niet aan en zat met haar hoofdje tussen haar opgetrokken knieën. Haar lange pijpenkrullen hingen over haar armen heen, ze waren hetzelfde als toen ik vertrok.
Lange gouden pijpenkrullen, als enige in de familie met zulke lichte haren. Van wie ze heeft weet niemand, maar het staat haar prachtig, het past mooi bij haar goudbruine ogen.
Zij gaat later vele harten breken, dat weet ik zeker.
Op mijn hurken stond ik voor Farah, en trok zachtjes haar benen naar beneden. Mensen zouden raar denken als je de lengteverschillen ziet tussen ons. Reda en ik zijn heel lang, en dan heb je Farah die zo klein is.
Ik kon mijn moeder niet meer zo aanzien en stond op, niemand die iets zei. Een verpleegster kwam ik op de gang tegen, en ik vroeg haar waar de baby's in couveuses zitten.
Nadat ze mij heeft uitgelegd waar ze liggen, liep ik er traag heen. Stiekem wil ik naar buiten wegrennen, en terug naar de gevangenis gaan.
Als je daar terug wilt gaan, dan is je leven pas echt een hel.Hoe moet ik dit overleven?
In de gevangenis had ik nog een beetje rust, hier komt alles in 1 keer op mij af. Na een paar minuten kwam ik aan bij de babyafdeling, en liep naar de automaat daar en tikte een cappuccino in, extra sterk.
Normaal drink ik geen koffie, maar nu heb ik echt geen energie meer in mijn lichaam. De cafeïne zal voor energie zorgen maar diep van binnen zal niks deze pijn kunnen verhelpen.
Als er een remedie was tegen pijn, dan zou het leven vele malen makkelijk zijn.
Na de koffie te hebben opgedronken, gooide ik het weg, en liep gelijk door naar de uiteinde van de gang.
Overal zag ik kleine kindjes van een jaar of 3 tot 10, de een doodziek in hun bedje, de andere met allemaal draden om zich heen die zit rond te rennen.
Nu pas besef ik hoe blij ik moet zijn met mijn leven, want ondanks alles heb ik mijn gezondheid nog.
Ja, problemen heb ik, stress heb ik, maar ondanks alles kan ik nog alles doen wat ik wil doen. Neem een voorbeeld aan mijn moeder op dit moment, haar gezondheid is zwaar achteruit gegaan, mijn opa heeft reuma en heeft moeite met de meest makkelijke dingen.
Soms beseffen we niet wat we hebben, tot het te laat is.
JE LEEST
La vérité - De waarheid
General FictionAlles veranderde in 1 klap, op 16-jarige leeftijd. Fouten maken de mens, maar mijn fouten hebben voor veel leed en pijn gezorgd, niet enkel voor mij, voor iedereen die ik lief heb. Et ils aiment pas la vérité , parce qu'elle fait mal. ...