Elodie jaar 358
"En nu?" Tyrna stond met een zacht geweven, maar stevig touw in haar handen, op een paar meter afstand van het paard dat in haar ogen reusachtig was. Gem noemde het een kleintje.
Ze had al veel geleerd. Over de verschillende rassen: de Marinja's bij het water, waar Gems trots er één van was; de Arken, waarop ze de eerste keer had gereden en de Maurin: ideaal voor kinderen. Dat was het dier waar ze nu op moest klimmen.
Die ene tocht van een paar dagen toen ze de eerste keer op Elodie kwam, telde ze niet mee. Alles wat Gem haar toen had proberen te leren was verloren gegaan door het bonzen van haar hart. Had ze gedacht dat ze na die rit heus wel paard kon rijden, dan wist ze nu wel beter.
Achter haar gaf Gem een duwtje tegen haar rug en diep inademend deed ze een paar pasjes naar voren. Aan de geur was ze nu ook wel gewend. Misschien was het de schemering die haar de kriebels gaf.
Nee, ze wist het wel. Zichzelf voor de gek houden kon ze niet. En Gem ook niet. Hij zag dwars door haar bravoure heen. Band of geen band. Ze hoorde zijn zachte gegrinnik en snoof.
Het kon toch niet zo zijn dat de toekomstige gezellin van een stoeterij beheerder bang voor paarden was? Haar kin iets in de lucht stekend, nam ze de laatste stap.
De donkere merrie stak haar neus naar voren en kriebelde met haar lippen aan Tyrna's hand. Zo zacht. Dat had ze niet verwacht. Haar ene hand liet het touw los en voorzichtig wreef ze over de fluwelen neus. Meteen voelde ze haar zenuwen afnemen.
"Pála is de liefste van het stel, zelfs een onbekende zal ze niets doen, maar jou kent ze al. Weet je de knoop nog?"
Met getuite lippen nam Tyrna het touw in twee handen, staarde er even naar en maakte toen een lus, waar ze een tweede lus doorheen trok. Trots keek ze over haar schouder en werd beloond met een mentale stroom emoties waar ze bijna het touw door liet vallen.
"Sorry."
Ze kon niet zien of de man achter haar bloosde, daar was het te donker voor. De lantaarns in de stal gaven genoeg licht, maar niet genoeg om de subtiele tint rood in zijn grijze huid te kunnen onderscheiden.
"Leg het touw maar om haar hals, ja goed zo, net achter de oren. En dan de lus erdoor en om haar neus."
Zorgvuldig volgde Tyrna de aanwijzingen op, totdat ze zomaar ineens, de teugels in handen had van wat Gem een noodhalster noemde. Hier zou ze niet mee rijden, want dit ging veel te snel los. Maar wanneer ze de paarden uit de wei gingen halen, dan kon je op deze manier eenvoudig een halster maken.
Ze moest het een paar keer doen, totdat Gem tevreden was, daarna maakte hij vlot een geknoopt halster dat er in haar ogen uitzag als kunst. Dat zou haar nog wel wat tijd kosten, voordat ze die onder de knie had. Zich realiserend dat ze nu alle tijd van de wereld had, begon ze opeens te lachen. Niemand zou haar nu nog een opdracht kunnen geven die haar wegnam van het resid dat ze nu thuis noemde. En tenzij Tagmar het ergst denkbare uit zou voeren en de wereld rondom haar ophield te bestaan, dan nog had ze geen spijt van haar beslissing.
Vol hernieuwd zelfvertrouwen en plezier, zette ze haar voet in Gems handen, waarna hij haar hielp om te gaan zitten op de zachte rug van Pála.
De opgetrokken wenkbrauwen van de man, die enkel wachtte op de aankomst van zijn familie voordat hij haar de zijne mocht noemen, verdwenen toen ze zond waarom ze moest lachen. Zijn handen bleven even rusten op de hare, toen hij haar de teugels overhandigde en als ze niet te bang was om van het paard af te glijden, had ze zich voorover gebogen om hem te kussen. Nu moest het wachten.
Bewonderend keek ze toe hoe Gem zelf met een flinke sprong op de rug van Rael plaats nam. Ook al was Pála aan de grote kant voor een Maurin, zelfs de grootste van die paardjes was te klein voor hem. Ze keek naar hem op en trok een gezicht, waardoor hij moest lachen.
"Rael kan fel zijn, maar ik houd hem wel in. Volg me maar rustig en roep als het te hard gaat, of zend. Als je valt, probeer dan op je schouder te landen en rol meteen door. Pála zal niets doen en stil blijven staan zodra er iets gebeurd, maar dan heb je dat ook alvast geleerd."
Door zijn grijns stak ze haar tong uit. Ze was niet van plan eraf te vallen. Nu niet en nooit niet.
Op Elodie reed iedereen zonder zadel. Tijdens hun rit naar Gard had Gem een provisorisch zadel gemaakt van een brede leren band om een zacht dek. Er had een lus aan vast gezeten waar ze zich aan vast had kunnen houden. Had hij dat niet gedaan, dan waren ze waarschijnlijk nu nog steeds onderweg geweest. Oké, dat was overdreven, maar het voelde erg wankel zo zonder houvast.
Ze klemde haar benen steeds stevig tegen Pála's zij aan, waarna ze zich weer ontspande omdat de merrie telkens sneller ging lopen wanneer ze dat deed.
Aan het eind van de les was ze doodop en liet ze zich half vallend van het paard glijden. "Au, morgen doet het overal pijn. Had ik mijn pilletjes maar bij me."
Ze hadden meteen vanaf het begin afgesproken dat Tyrna alles op Gems manier zou gaan doen. Dat betekende geen makkelijke zalfjes en verdovende pilletjes, geen geverfd haar en geen zelfreinigende jumpsuit. De verschuiver stond in een kast en met paard en wagen hadden ze inkopen gedaan in Kette, zodat ze zich nu vuil en bezweet voelde in haar nieuwe katoenen broek en blouse.
Geen sonische reinigingscel meer, al was het geen straf om onder de verfrissende waterstraal te staan, die Gem heel ingenieus had gemaakt door middel van een paar buizen en een waterpomp. En van een fris geschoren Gem met nat haar kreeg ze ook nog steeds een vlinderstorm in haar buik.
Alsof hij wist waaraan ze dacht, kwam hij vlak achter haar staan en nam hij de teugels uit haar handen door zijn armen om haar middel te schuiven. Tevreden leunde ze tegen hem aan.
Aan de horizon deed Sol een dappere poging om boven de bomen uit te komen, maar die strijd zou de ster nooit winnen. De lucht boven hun hoofden was adembenemend. Helder en strak in ontelbaar veel tinten tussen indigo en geel.
"Kom", fluisterde Gem tegen haar oor, kippenvel achterlatend in haar nek. Ze liet zich, samen met de paarden meetrekken naar de stal, waar ze de dieren verzorgden en in het schemer achterlieten.
De voordeur stond nog steeds op een kier, precies zoals Gem hem achter had gelaten. Binnen controleerde ze eerst het nest kittens dat een van de poezen op de stoeterij een periode geleden had gekregen. Eén kleintje had meteen haar hart veroverd. Spierwit en nu al hariger dan zijn broertjes en zusjes.
"Hai, kleine Holo, heb je goed gedronken? Word maar een mooie grote poes. Slaap lekker kleintje."
Gem bezigde zich met het diner, terwijl zij het stof en zweet van zich af schrobde. Daarna was het zijn beurt, terwijl zij de tafel dekte, het waterpeil van de koeling controleerde en keukenkastjes doorspitte, op zoek naar nieuwe kaarsen.
Ondanks dat het veel arbeidsintensiever was om te leven zonder technologie, merkte ze dat ze genoot van de rust. Tegen borg was ze uitgeput, maar het was een voldane moeheid. Geen mentale rusteloosheid, maar vermoeide spieren en rust in haar hoofd. Wie had dat kunnen denken dat moment waarop ze haar eerste voet op de nieuwe wereld zette.
JE LEEST
De Nieuwe Wereld Specials
Science FictionKorte verhalen, fragmenten en documenten over de wereld(-en) van de serie De Nieuwe Wereld. LET OP: boven elk hoofdstuk staat na welk deel je het fragment kunt lezen. Negeer je dit, dan heb je kans op SPOILERS ;)