Na deel 7 (hst 7): Het bos

129 9 7
                                    

Elodie jaar 0

"Hé, Nolah, wat heb je daar?"

"Shhht. Oh, kijk nou, je hebt het weggejaagd." Spijtig keek de jonge vrouw het kruipende diertje na, dat zich haastig tussen dikke bladeren verstopte.

"Wat was dat?" Asel knielde naast haar neer en sprak, nu veel zachter: "Was dat een dier?"

Enthousiast knikte ze. "Oh, Asel, dit is zo fantastisch. In mijn hele leven heb ik nog nooit een echt, levend dier gezien en dit is al de tweede die ik bijna kon aanraken. Al die vogels." Om haar uitroep kracht bij te zetten, keek ze omhoog. Boven hun hoofden vormden vele tinten groen een duizelingwekkend patroon. Bladeren in alle vormen en maten dansten op de zachte bries en hielden zich stevig vast aan grillige takken. Het was net een baldakijn. Het leek of ze droomde. Op bijna elke tak zat een vogel en al het getjirp, gekras en gezang deed haar uitbarsten in gelach, waardoor de overvloedig gekleurde, gevleugelde dieren even ophielden met hun liederen. Alsof ze dit nieuwe geluid moesten plaatsen. Na een tijdje vervolgden ze hun muziek en Nolah zuchtte.

Toen ze pas geland waren, hadden ze in de wijde omtrek geen dier gezien. Erg verbaasd was ze daar niet over geweest, al die herrie die ze maakten. Zodra de rust echter wederkeerde, merkte ze dat ze maar hoefde neerknielen in het gras om leven in overvloed te zien. Marcherende colonnes kleine, zwarte beestjes, die ze zonder problemen kon classificeren als mieren. Borstelige zwevers, die uit de overdaad aan bloemen zoveel nectar dronken als ze konden. Ondanks dat Irmin niet wilde dat ze gebruik maakten van de technologie uit de Gaizka, had ze hem uiteindelijk zover gekregen dat ze van elk dier een afbeelding mocht opslaan en haar bevindingen digitaal mocht inspreken. Het was simpelweg teveel om te noteren. Vooralsnog. Uiteindelijk zou ze echt wel overal een boekwerk van maken.

De kevers vond ze het mooiste. Hun glanzende schilden vingen de stralen van Elodie's Sol en lieten regenbogen zien, die ze alleen maar van afbeeldingen had leren kennen. Zou ze hier een echte regenboog mogen zien? Kende deze wereld regenbogen? Het leek bijna teveel om op te hopen.

"Ga je mee?"

Asels zachte verzoek en uitgestoken hand onderbraken haar overdenkingen. De blik in zijn ogen vertelde haar dat hij hetzelfde ervoer als zij. Verwondering, overweldiging, vreugde. En nog iets anders. Iets dat helemaal niets met de natuur rondom hen te maken had. Ze legde haar hand in de zijne, warm en stevig, maar hij hielp haar nog niet meteen overeind.

"We zijn er, Nolah."

Ze zoog haar onderlip naar binnen. Het was niet zozeer de voor de hand liggende opmerking die hij maakte, die haar plotseling deed trillen. Het waren de woorden die hij niet zei. De herinnering aan een kort gesprek. Het leek zolang geleden.

Asel was een van de eerste vertrouwelingen van Irmin geweest en zij was door Milina zelf uitgekozen om mee te werken aan de reis van haar dromen. Weg van Tagmar, weg van een leven dat beklemmend en arm was geweest vergeleken met de rijkdom die de nieuwe wereld zijn naam had gegeven. Ze had de band gevoeld, toen ze hem ontmoette. Als plezier dat gebracht werd door het vinden van een perfecte oplossing. Zij vertrok echter naar Alta en hij bleef op Cunera. Het voelde als een vlucht. Milina had haar toen net verteld dat er maar tweeduizend man mee kon. Asel was zo'n belangrijk persoon en zij ... Ze had zich zo minderwaardig gevoeld. Stel dat er iets mis zou gaan, dat ze niet mee kon, of stel ... stel dat het gevoel dat ze dacht te hebben herkend, toch niet echt bleek te zijn. Haar schild, niet zo heel sterk, hield ze vanaf dat moment, stevig op slot. Totdat de dag dat ze aan boord van het schip gingen. Vlak voordat ze in slaap werd gebracht, verscheen zijn hoofd boven haar capsule met een grijns. Eigenlijk waren er maar een paar bewuste dagen verstreken tussen dat moment en nu. Aan boord van de Gaizka hadden ze geslapen.

De Nieuwe Wereld SpecialsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu