Na deel 5: Reuzen in het woud

85 10 14
                                    

(A/N: Nadat we erachter kwamen dat ik niet zo heel goed had nagedacht over de toekomst van een verwoest Terra, besloot ik het even uit te werken. Zie hier het resultaat ^^ )


Tagmar jaar 12056 – Terra jaar 2065 – Elodie 346


"Het is griezelig hier."

"Ach, stel je niet aan, jij loopt elke dag tussen bomen."

"Geloof me, deze monsters zijn in niets te vergelijken met die op Alta. Ieieieieieie!" Ze springt zowat een meter achteruit en gooit daarbij de halve stapel onderzoeksmaterialen om.

"Laya, doe normaal."

"Z... zag je het formaat van dat beest?"

"Je hebt een pak aan, ze kunnen je niets doen. Nou, stop met dat gebibber en neem de bodemmonsters."

Laya haalt een paar keer diep adem, wacht tot het filter van haar masker alle extra uitgestoten zuurstof weer heeft weggewerkt en bukt opnieuw. Met trillende vingers zet ze de dunne witte buis tegen de mossige grond onder haar smetteloze witte laarsjes. Na het drukken op de knop schiet het binnenste van de buis diep de grond in en verzamelt uit elke laag aarde die het tegenkomt alle voedingstoffen die er te vinden zijn. Ze is allang blij dat haar collega's het dierenleven voor hun rekening nemen.

Overal rondom hun kleine groepje staan reuzen die tientallen meters boven haar uittorenen. Stammen waar ze met tien man nog geen kring omheen kunnen vormen, zijn bedekt met een vacht van zacht groen mos. Slingerende ranken met bladeren in alle vormen en maten, wikkelen zich als binders rondom de takken. Niets van wat ze ziet, geeft Laya ook maar de kleinste wens om hier te blijven. Behalve misschien de bloemen die uitnodigend hun exotische kleuren tentoonstellen, vlak voor ze een niets vermoedende vlieg opsluiten. Een rilling rent over haar rug en vlug bergt ze de buis op in de bijbehorende koker. Een paar meter verderop herhaalt ze de handeling met een nieuwe buis. Drie uur later zijn ze klaar.

Met hun verschuivers verplaatst de groep zich terug naar Tagmar. Een ruime hal op Alta is hun uitvalsbasis en Laya haalt opgelucht adem wanneer ze de vertrouwde omgeving in zich op neemt. Veel van haar collega's vinden het spannend of zelfs heerlijk om ongestoord in de wildernissen van Terra rond te wandelen, maar zij doet dit geheel tegen haar wil. De kaarsrechte bossen op haar thuis continent zijn tot daar aan toe, de grillige vormen, schaduwen en ontelbare vreemde geluiden van het oerwoud waar ze net was, geven haar waanbeelden.

Ze laat zichzelf reinigen in de sluis en trekt daarna haar pak uit. De bodemmonsters en DNA-monsters worden allen zorgvuldig bestudeerd en opgeborgen tot wanneer ze nodig zijn. Wanneer dat is, weet Laya niet en eigenlijk maakt het haar ook niet veel uit.

Lopend naar de computer waar ze haar volgende opdracht zal vinden, hoopt ze dat haar volgende sprong haar naar een legere plek zal brengen. De grote zandvlakten ofzo. Of ergens onder water, dat lijkt haar ook wel interessant.

In de mensa luistert ze stil naar de gesprekken rondom haar, terwijl ze langzaam haar maaltijd wegwerkt.

"Je had ze moeten zien, zo veel en zo zacht, kleine witte bolletjes bont. Ik had er bijna één meegenomen."

"-nagegaan. Bijna geen adem kun je daar halen en koud! Zelfs door mijn pak heen."

"Nee, die barst echt nog niet. Dat duurt nog minstens een paar rotaties van hun maan. Hun meetapparatuur is zo vreselijk primitief. Al die paniek voor niets."

De meeste gezichten tonen enthousiasme, maar een enkeling kan, net als zij, niet wachten tot deze hele onderneming voorbij is.

Er zijn meer dan honderd groepen zoals de hare die nu al bijna een periode bezig zijn om de geheimen aan de jongere wereld te ontfutselen. Blijkbaar hebben ze nog niet genoeg, want er staat nog een periode aan werk gepland en wanneer haar eten op is, loopt ze achter de rest aan om zich te melden voor haar tweede dienst van de dag.

Even later staat ze, opnieuw gehuld in een beschermend pak, te wachten tot de verschuiver geactiveerd wordt. Het speciale materiaal, dat haar omhuld als een tweede huid, regelt de temperatuur en toestand van haar lichaam en wordt ondoordringbaar wanneer er iets tegenaan komt. Zijzelf is nog niet zo heel lang aan het werk bij deze operatie, maar ze heeft de werking van dat ondoordringbare schild al een paar keer ervaren. En ze is er heel dankbaar voor.

Twee dagen geleden had ze niet meer geleefd als ze het pak niet aan had. Tenminste, dat vertelde haar collega, die het kleine, blauwe kikkertje van haar schouder had geplukt.

Spanning stroomt opnieuw door haar lichaam wanneer ze kijkt naar de plaats waar ze zo meteen terecht zal komen. Geen oerwoud, gelukkig. Een wild stromende rivier vol grote, springende vissen en immense bruine beren wacht haar ditmaal. Ze kan niet wachten.

Dertien jaar later

Met lijnen die aanvoelen als diepe groeven in haar gezicht, voelt Laya het gewicht van haar aandeel in wat gebeurd is, als zware stenen op haar maag. Ze staat op het punt om terug te gaan naar de plaats waar ze lang geleden, in haar jeugdige onwetendheid, heeft helpen preserveren. De wens om daar niet te hoeven zijn, is alleen maar sterker geworden. Zeker nu ze het weet. De reden.

Vanaf het moment dat ze te horen kreeg waarom de raad van Tagmar besloten had om zoveel monsters te verzamelen van de levendige planeet, had ze zichzelf beloofd om alles te doen wat ze kon om ervoor te zorgen dat het weer net zo zou worden als toen zij er was. Hoe vreselijk ze het ook vond. En dus staat ze nu hier.

Haar collega Marn is haar voorgegaan en heeft het nieuws gebracht dat iedereen wilde horen. Tenminste, iedereen die er baat bij heeft. Zij wordt al misselijk als ze eraan denkt. Al die levens ...

Tyrna is vertrokken naar Elodie en is nog niet terug, maar na Marns terugkeer is haar eigen werk geactiveerd. Al een paar jaar geleden zijn de sporen van flora die verzameld zijn, verwerkt in speciale apparaten die ervoor moeten zorgen dat de verwoeste wereld weer gaat leven. Die apparatuur is, door middel van satellieten rondom de planeet, de atmosfeer ingeschoten en nu zijn de dieren aan de beurt. De bacteriën, microben en andere organismen die zich de beschadigde grond in moeten werken en het moeten restaureren tot de oorspronkelijke staat. Pas daarna kunnen de grote dieren gebracht worden. De dieren die gekweekt zijn uit de DNA-monsters die mede door haar verzameld waren, voordat de ramp plaatsvond. Zou het werken? Zoveel hangt af van deze missie. Alles, eigenlijk.

Als vergoeding voor haar medewerking en stilzwijgen, is haar een woonplaats geboden op het nieuwe Terra, maar ze weet nu al dat ze dat aanbod niet zal aannemen. Hoe kan ze elke dag rondlopen op de wereld, aan wiens veroordeling zij heeft meegewerkt? Nee, ze zal helpen bij het herstel, maar de rest van haar miserabele leven zal ze uitleven op Alta. Tussen de kaarsrechte boomstammen, die in niets te vergelijken zijn met de machtige woudreuzen, waarvan de bladeren niet langer tot de hemel reiken.

Een druk op de knop, zicht dat zwart wordt, een lichte vlaag van duizeligheid en ze is er. Ze durft haar ogen bijna niet te openen.

De stilte rondom haar schreeuwt. Niemand zegt een woord en wanneer Laya eindelijk genoeg moed heeft verzameld om te kijken, begrijpt ze waarom. Alles is grijs. Een deken van as bedekt de bodem waar enkele dappere stronken voet in de aarde hebben weten te houden.

Wanneer ze de bast aanraakt, verbrokkelt het hout als een klontje zoetstof. Een verstikt geluidje dwingt haar woest adem te halen en vlug kijkt ze de andere kant op. De grond is gescheurd, sporen van buiten hun oevers getreden rivieren wringen zich onbekommerd langs haar heen en overal zie je de gevolgen van vuur.

Het woud is verdwenen. Wat is overgebleven is een grove, grijze deken over een grote, open wond.

Uiteindelijk knielt ze neer en zet een witte buis tegen de aarde. Met een druk op de knop schiet een dunnere buis diep de grond in en op haar scherm leest ze de resultaten van de test.

Ze fronst, staat op, doet een paar stappen naar rechts en herhaalt de handeling. Ondanks dat de bovenlagen dood zijn, zoals verwacht, vindt ze tekens van leven in de onderlagen. Een flinterdun gevoel van opwinding durft zijn kop op te steken en wanneer ze, een paar uur later, hun apparatuur hebben ingesteld, durft ze zowaar de halve glimlach te beantwoorden van haar collega.

Er is hoop. Hoop dat de apparatuur het nieuwe leven onder de grond zal verspreiden, zodat het over niet al te lange tijd opnieuw zal doorbreken door de oppervlakte.

En misschien, heel misschien, staan er over honderd jaar opnieuw reuzen in het woud.

De Nieuwe Wereld SpecialsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu