Na deel 1: Mixkind

177 14 54
                                    


Elodie, jaar 332

Het is moeilijk om zich niet op zijn minst een beetje ongemakkelijk te voelen, wanneer ze de enige is met een lichte huid. Niemand kijkt haar aan met een onwelkome blik, dat is tenminste al iets, maar het staren wordt er niet leuker op. Nieuwsgierigheid wordt net zo vervelend op den duur.

Na de eerste school en zeker na de HSE hoopte ze dat de nieuwigheid er af zou zijn, maar blijkbaar zijn er, overal waar ze gaat, nog steeds Eloden die nog nooit een andere huidskleur hebben gezien dan het grijs van henzelf. Grijs als klei, daar vergelijkt ze het altijd mee. De rijke klei, die te vinden is wanneer je graaft aan de oever van het meer Koralite, waar ze woont. Ver weg van waar de shuttle is geland, dichtbij haar ouders. Haar moeder, aan wie ze haar vreemde huidskleur te danken heeft. Zij zal nog wel veel meer gestaar hebben moeten doormaken. De eerste mens in Dibon, waarschijnlijk de eerste mens ten zuiden van Gard. Of moet ze zeggen: Terraan. De planeet heet tenslotte Terra. Haar moeder noemt het de aarde, maar Elodie is ook een aarde.

Ze probeert een zucht in te houden, maar haar schouders gaan hoe dan ook op en neer. Ja, kijk maar, ik heb een lichtere huidskleur dan jullie. Niet grijs, niet blank, maar er tussenin. Grijsblank? Is dat een woord? Op Terra zijn meerdere huidskleur tinten. Eigenlijk is het vreemd dat alle Terranen die uiteindelijk op Elodie zijn gebleven een zelfde kleur huid hebben. Er had op zijn minst iemand met een bruine huid kunnen zijn. Dan had ze zich nu niet zo alleen hoeven voelen in haar vreemdheid.

Oké, goed, ze is niet helemaal alleen. Liam en Jonny zijn haar broertjes en delen haar lot en ergens in het oosten woont het gezin van haar moeders vriendin, Cèsely. Twee kinderen gelooft ze. Lopen zij tegen dezelfde muur van opdringerige nieuwsgierigheid aan?

Zij is de oudste, de eerste, hoera.

Om haar heen gaat het leven door alsof er niets aan de hand is. Af en toe kijkt iemand op van de oogst waarmee ze bezig zijn, maar verder is er niets aan de hand. En ach, als ze eerlijk is, moet ze toegeven dat ze net zo nieuwsgierig is als zij. Haar scherpe zeis snijdt door de aren alsof het boter is. Ze geniet van het gevoel van het zware werktuig in haar handen. Sol schijnt warm op haar schouders en de brede rand van de hoed op haar hoofd beschermt haar tegen verbranding. Vanwege haar lichtere huid, moet ze beter oppassen dan de rest. Bedankt mam.

Haar vader heeft zijn vader opgevolgd en is nu gewesthare van Ward. Zij gaat hem opvolgen. Tenminste, als ze de opleidingen haalt en niemand bezwaar heeft tegen haar niet volledig Elood-zijn. De lesstof is best pittig en als ze in Dibon klaar is, dat is over een paar perioden, dan gaat ze naar Gard. In Gard zijn meerdere Terranen, daar zal ze minder opvallen. Hoopt ze.

"Noraly?"

Oh, iemand roept. Het duurt even voordat haar ogen zich hebben aangepast aan het felle licht. Staren naar de grond is een stuk donkerder. Ze herkent de roepster niet, ook niet wanneer ze dichterbij komt. Haar hoed schuift iets naar achteren wanneer ze met haar arm over haar voorhoofd wrijft.

"Jij moet Noraly zijn, dat kan niet missen. Ik ben Eef. Je vader heeft gevraagd of ik je een seintje wil geven, de vergadering begint zo?" Het eind van de zin eindigt in een vraag, wat duidelijk maakt dat Eef niet weet waarover de vergadering gaat. Ze lijkt haar wel aardig, ook al kijkt ze haar veel te nieuwsgierig aan.

"Dank je, wil jij het overnemen?" Noraly wijst van de zeis naar haar lege handen en enthousiast knikt het meisje haar toe.

"Mijn ouders wonen in Perla, ze komen elk jaar voor de oogst om te helpen en nemen dan een paar vrachten meel mee terug. Dit is het eerste jaar dat ik mee kon, daarvoor zat ik steeds op school. Ben jij al klaar met de HSE? Jij zit zeker in Dibon?"

De Nieuwe Wereld SpecialsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu