Na deel 4: Familie

117 6 61
                                    

A/N: Speciaal voor de feestdagen, een feestelijk verhaal. Kijk maar of je alle namen nog kunt plaatsen en voor de zekerheid heb ik onderaan een nieuwe stamboom geplaatst. Met alvast een paar namen extra ;) Veel leesplezier!

---------

Elodie jaar 355

"Mam, wat heb ik je lang niet gezien." Cèsely gooide haar armen rondom haar moeder en klemde Joanna dicht tegen zich aan. "Je ziet er goed uit, mam. Je zou niet geloven dat je bijna vijfenzeventig bent."

"Ha ha, grapjas, nou hup, laat me los, zodat ik mijn kleinkind kan begroeten."

Lachend liet Cèsely haar moeder los en deed een stap opzij zodat Iverne haar grootmoeder kon omhelzen. De enige van haar kinderen die nog in de buurt woonde. Ze keek om zich heen, maar zag nog geen andere bekende gezichten in de kleine woning van haar moeder.

"Meid, wat ben je groot geworden. Nog geen gezel gevonden? Ach, geeft niets, dat komt vanzelf."

Nog net zag Cèsely de rollende ogen van haar middelste dochter en ze zuchtte in zichzelf. Iverne lachte de opmerking weg, maar zij kende haar pijn. Iedereen scheen gelukkig te zijn met een partner en kinderen, behalve zij, maar Iverne vertikte het om te gaan reizen in de hoop dan iemand te vinden. Steevast was haar antwoord: 'Ik ben bewaarder in Samirah, daar hoor ik thuis. Ik ga niet vertrekken om iemand te zoeken die daar misschien helemaal niet wil wonen. Dan blijf ik liever alleen. Ik ben niet ongelukkig.'

Cèsely zette de gedachte aan haar dochters eenzaamheid van zich af. Dit was geen moment om te kniezen, dit was een gelukkig moment. Eén waarin de hele familie, voor het eerst sinds lange tijd, weer samen zou zijn.

Een hand werd op haar schouder gelegd en glimlachend draaide ze zich om.

"Is ze Iverne weer aan het terroriseren?" fluisterde Pattris in haar oor. Hij kwam net binnen nadat hij de paarden in de stalling had verzorgd. De tassen stonden achter hem in de gang.

Ze lachte en humde.

"Patrris, mijn schoonzoon, tjonge, jij ziet er geen dag ouder uit dan veertig, ik ben zo jaloers op jullie huid." Joanna sloot haar schoonzoon in de armen en wapperde toen met haar armen. "Ga zitten, ga zitten, nu is er nog plaats. Voor je het weet is het hier een gekkenhuis. Ik zal drinken maken."

"Nee, Joanna, ga jij lekker zitten en klets met je dochter, ik zorg wel voor het drinken."

"Je bent een schat. Oh en zet de tassen maar in de logeerkamer. Oh en Iverne, als jij dan even naar je tante Claudia loopt, dan weten zij ook dat jullie er zijn. Je weet de weg nog wel, toch?"

Iverne knikte en liep de deur uit.

In gedachten ging Cèsely nog een keer na wie ze allemaal verwachtten. Haar dochter Mirrie en haar gezin kwamen uit Falx, waar ze een appelboomgaard beheerden. Kadti en Leïr kwamen uit Gard. Daar maakte ze zich wel een beetje druk over, want Kadti was hoogzwanger. Ze hoopte dat het gelukt was om samen te reizen met Daan en Samantha, die samen met Nicca en diens gezin uit Angélika kwamen. Wat zou het heerlijk zijn om haar kleinkinderen en achterneefjes en -nichtjes weer te zien. Verlangend staarde ze even uit het raam. Elodie was schitterend, maar op momenten zoals deze, wenste ze dat er vliegtuigen en treinen bestonden.

Een klopje van haar moeder op haar been leidde haar af. "Maak je geen zorgen, kind, ze zullen allemaal op tijd aankomen."

"Ik weet het, mam, maar ik kan het niet helpen om me zorgen te maken over Kadti. Ze zou niet moeten reizen in haar conditie."

"Ik weet het", riep Joanna, "maar ze wilde per se komen. Ach lievie, ze zullen heus wel goed oppassen. Je weet dat Leïr haar niets zal laten overkomen. Met die aparte gave van hen zal ze hem niets wijs kunnen maken."

De Nieuwe Wereld SpecialsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu