#34

689 45 4
                                    

Een harde knal verstoorde de zin van de Heer van het Duister en liet het huis trillen. Boos stond Hij op en ik ging ook gelijk staan.

Snel liep Hij door de deur terug naar de hal en omdat ik niet wist wat ik moest doen, ging ik maar achter Hem aan, omdat ik toch wel nieuwsgierig was wat de knal veroorzaakt had.

Eenmaal in de hal gekomen, keek ik verbaasd om me heen.

Aan de ene kant zag ik Bellatrix, zwaar hijgend, gestoorde blik in haar ogen en een soort grijns op haar lippen, met naast haar Lucius, Yaxley en Snape, hun stokken richtend op de andere kant van de hal, waar een stel onverzorgde, stinkende mannen stonden, hun stokken weer richtend op Bellatrix, Lucius, Yaxley en Snape.

Narcissa stond op de onderste trede van de trap te kijken naar het tafereel en Draco kwam net de trap af en keek met een verbaasde blik naar beide kanten van de hal.

Achter beide partijen zaten gaten in de muur, maar recht achter Lucius, waar eerst zijn portret hing, zat het grootste gat. Dat moet de grootste knal hebben veroorzaakt en te oordelen waar iedereen stond, waren het de onverzorgde mannen die het hadden veroorzaakt.

‘Wát is hier gebeurt?’  Een rilling liep over mijn ruggengraat. Zijn stem was zacht, maar had daardoor twee keer zoveel effect als wanner Hij het harder had gezegd.

Ook Lucius en Draco krompen iets in bij het horen van de Dark Lords stem. Bellatrix daarin tegen deed een stapje naar voren.

‘Dit stelletje bloedhonden zijn niet tevreden met hun beloning die ze krijgen voor het werk dat ze leveren, voor zover je dat werk kan noemen.’ Het laatste spuugde ze uit naar de voorste bloedhond, wat ze dus blijkbaar waren.

Ik had me altijd al afgevraagd hoe de mensen die de mudbloods en bloedverraders opspoorden eruit zagen. Niet erg verzorgd dus.

‘Ze vielen ons aan, na het krijgen van de prijs.’ Ging Bellatrix verder en haar stem had een zielig ondertoontje.

Slijmbal. Dacht ik in mezelf en ik wist dat ik gelijk had.

De Dark Lord knikte en richtte zich tot de bloedhonden. Sommigen probeerden ongezien wat naar achter te schuifelen, maar er zat een muur in de weg.

‘Jullie zijn niet tevreden met hetgeen wat ik jullie aanbied.’ Concludeerde Hij en Hij liep langzaam tussen de twee partijen door. ‘Jullie verwachten dat ik jullie meer ga geven voor het miezerige werk dat jullie leveren, wat eigenlijk ook niks oplevert, want wat heeft deze week opgeleverd?’ De Dark Lord keek afwachtend naar de bloedhonden, die zenuwachtig om zich heen keken en elk oogcontact met Hem probeerde te vermijden.

‘We… we hebben schuilplaatsen van mudbloods gevonden, Heer.’ Stamelde de bloedhond die het meest vooraan stond.

‘Schuilplaatsen van mudbloods gevonden.’ Herhaalde Hij. ‘En hoeveel mudbloods hebben jullie deze week al opgepakt? En hoeveel bloedveraders zijn er opgepakt deze week?’ We konden aan zijn stem horen dat Hij zijn geduld begon te verliezen.

Heel subtiel schuifelde ik steeds ietsje naar achteren en ik was niet de enige. Lucius stond al bijna met zijn rug tegen de muur, Snape was dichter bij de trap gaan staan, Yaxley stond dichter bij de deur die naar buiten leidde en zelfs Bellatrix stond niet meer dichter bij de Dark Lord.

Niemand van de bloedhonden durfde de vraag van de Dark Lord te beantwoorden en het bleef daarom ook akelig stil in de hal.

‘AVADA KEDAVRA!’ Één van de bloedhonden viel dood neer.

Ik stond nu mijn rug tegen de muur en keek naar het levenloze lichaam van de bloedhond die net was geraakt door de vloek des doods. De Dark Lord was zijn geduld verloren en de overige bloedhonden schuifelde nu ook zo ver mogelijk van de Dark Lord vandaan.

‘Wees blij met de dingen die je krijgt voor de nutteloze dingen die jullie uitvoeren.’ Siste Hij. ‘Ga nu.’

Snel strompelden de bloedhonden de hal uit, naar buiten. De Dark Lord richtte zich tot Lucius.

‘Zorg er voor dat dit,’ Hij wees op de troep in de hal. ‘opgeruimd word.’ Lucius knikte en mompelde iets wat leek op “Ja, my Lord.” En snelde een deur door om, waarschijnlijk, de huiselfen opdracht te geven de troep op te ruimen.

De Dark Lord richtte zich tot mij en ik ging iets meer ontspannen staan.

‘We zetten ons gesprek later voort.’ Zei Hij en hij richtte zich tot Draco die nog steeds halverwege de trap stond. ‘Draco, waarom laat jij Alexia het huis en de tuin niet even zien.’

Draco knikte licht en liep snel de trap af, met een grote boog om de Dark Lord heen, naar mij, pakte mijn pols en met een lichte dwang nam hij me mee naar de deur die naar buiten leidde.

Eenmaal buiten werd Draco’s gezichtsuitdrukking al wat meer ontspannen en hij liet mijn pols los om mijn hand vast te houden.

Hij leidde me over het bordes naar de, vanaf ons zicht gezien, linkerkant van de oprit, waar een grindpaadje lag die langs het huis liep naar, vermoedelijk, de tuin die achter het huis lag.

Ik ging naast Draco lopen en gaf een kneepje in zijn hand.

We liepen over het grindpad naar, inderdaad, de tuin. Ik keek gefascineerd om me heen. Er waren niet veel bloemen, maar de bloemen die er waren, waren erg mooi. 

Een waterig zonnetje scheen op de tuin en langsdrijvende wolken zorgden ervoor dat het af en toe wat donkerder werd.

Een lichte bries deed de kleine haartjes die los zaten van mijn vlecht, dansen rond mijn gezicht en het geluid van kwetterende vogels en vallend water zorgde ervoor dat je even vergat dat we in één van de duisterste tijden leefden sinds de laatste tovenaarsoorlog.

Draco leidde me naar het midden van de tuin waar een klein fonteintje stond, met daar omheen vier banken in een ronde vorm. Achter elke bank was een paal met een ladder waar een klimop tegenaan omhoog groeide. Elke paal was bovenaan weer met balken aan elkaar verbonden en ook hier liep een klimop overheen, maar er zaten ook bloemetjes tussen, in de kleuren roze en wit.

Het fonteintje bestond uit drie lagen waarvan er op de onderste laag een hogere en dikkere rand zat, zodat je daarop kon zitten. De middelste laag had de vorm van een vogelbadje en de bovenste laag was net wat kleiner dan dat.

In het midden van de bovenste laag was een beeldje van twee engeltjes. Uit beide engeltjes kwamen de stralen helder water.

‘Wat vind je er van?’ Vroeg Draco. Hij was de hele tijd al stil geweest en ik had alleen maar met open ond rond gekeken.

‘Ik vind het prachtig.’ Zei ik en ik liet zijn hand los om de bloemen van dichterbij te bekijken. 

He wasn't the person I thought he was || Draco Malfoy ||Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu