#14

758 51 2
                                    

‘We zijn al bijna bij school.’ Zei ik naar een tijdje. Ik herkende de bomen van het Verboden Bos en niet veel later waren we bij de bosrand aangekomen en keken we over het terrein waar allemaal leraren zich hadden verzameld op één plek. Ik zag tussen de leraren door, de stok van Dolleman. De rest van de Orde was vast allemaal dingen aan het uitleggen, over hoe het was gegaan. Ik keek Tops aan met een moeilijk gezicht en ze knikte bemoedigend.

We liepen verder over het gras en kwamen aan bij het groepje leraren en leden van de Orde. Professor Perkamentus kwam naar me toe. ‘Goed dat je er weer bent.’ Zei hij met een glimlach. ‘Een beetje afgekoeld?’ Ik knikte. De andere professoren leken niet te weten wat ze moesten doen, dus gingen ze maar terug naar het kasteel. ‘Ons werk zit erop.’ Zei Dolleman. Perkamentus keek hem aan. ‘Bedankt, Alastor.’ Zei hij en hij glimlachte als bedankje naar de andere leden.

De leden van de Orde stapte op hun bezems en vlogen weg. Tops bleef nog iets langer staan. ‘Bedankt.’ Zei ik oprecht. ‘Jij ook.’ Zei ze en ze gaf me een knuffel. ‘We zien elkaar vast wel nog een keertje.’ ‘Ik hoop het.’ Zei ik. Tops stapte op haar bezem en vloog weg, met nog een keer achterom te hebben gekeken.

Ik draaide me terug naar professor Perkamentus. ‘Je hebt iets gedaan,’ Begon hij. ‘Wat totaal tegen de regels is en ik zou je eigenlijk van school moeten sturen.’ Ik keek hem vol ongeloof aan, maar hij glimlachte. ‘Je moet aankomende zaterdag langs mijn kantoor komen. Ik stuur je nog een briefje met de informatie die je nodig hebt.’ Ik zuchtte opgelucht. Perkamentus begon terug naar het kasteel te lopen. ‘Maar ik geloof dat meneer Malfoy wel erg ver moet zijn gegaan, om jou zo boos te maken.’ Hij keek me aan over zijn half ronde brilletje. Ik knikte. ‘Hij vroeg nog naar je en weigerde het om naar de ziekenzaal te gaan. Hij is toch gegaan, want de wond begon hevig te bloeden. Hij ligt er nog steeds en wacht tot je langs komt.’ Ik snoof. ‘Kan hij lang wachten.’ Perkamentus lachte. ‘Zo’n antwoord had ik wel verwacht.’ Toen werd hij weer serieus. ‘Ik zou het toch fijn vinden als je even bij hem langs gaat. Hij was nogal van streek. Ik kan je natuurlijk tot niks dwingen, maar toch…’ Hij bleef staat voor de grote eiken houten deuren en keek me aan. Ik zuchtte. ‘Goed ik ga wel even langs.’ ‘Je bent een goede meid, Alexia.’ Zei Perkamentus met een glimlach. Hij gaf me een klopje op mijn schouder en liep door naar binnen. Na een tijdje ging ik ook naar binnen en liep met tegenzin naar de ziekenzaal.

 Toen ik de ziekenzaal binnen liep, hoorde ik gelijk zijn stem mijn naam roepen. ‘Alexia!’ Ik rolde met mijn ogen en liep naar het achterste bed. Ik bleef het bed er voor staan en keek naar hoe Draco uit bed wilde komen, om naar mij toe te lopen, maar madame Pleister hield hem tegen. ‘De laatste keer dat je uit bed ging viel je na twee stappen al flauw.’ Zei ze. ‘Daar heb ik niet nog een keer zin in. Kom maar hierheen, liefje.’ Zei ze en ze wende zich tot mij. ‘Is hij je vriendje?’ Vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd. Draco was het daar blijkbaar niet mee eens. Ik ging op het bed voor Draco’s bed zitten. ‘Oh.’ Zei madame Pleister en ze liep naar haar kantoortje.

‘Je bent gekomen.’ Zei Draco. ‘Ja.’ Antwoorde ik. ‘En ik ga ook weer weg.’ Ik wilde opstaan, maar Draco had mijn pols gepakt in een stevige greep. ‘Het spijt me.’ Zei hij en hij leek het te menen. ‘Ik hoef jou excuses niet, Malfoy.’ Zei ik zonder me om te draaien. ‘Bewaar die maar voor iemand die ze wel geloofd.’ In plaats van dat Draco’s greep losser werd, werd hij juist strakker. Ik hoorde hoe hij zich moeizaam bewoog in zijn bed. Hij had waarschijnlijk veel bloed verloren, niet dat ik me schuldig voelde, en kon daardoor niet lang blijven staan. Toch hoorde ik hoe hij opstond en even duizelde. Toen hij zijn evenwicht terug had, trok hij lichtjes aan mijn pols, in de poging me om te draaien. Ik weigerde om me ook maar een vin te verroeren en bleef staan waar ik stond.

‘Het spijt me echt.’ Zei Draco. ‘Ik had niet zo stom moeten zijn, ik had niet zo moeten doen, ik had niet zo moeten reageren. Het was stom van me.’ ‘Komt er ook een achter.’ Mompelde ik. Plots, trok hij hard aan mijn pols, zodat ik wel moest omdraaien. Hij greep die kans en pakte met zijn andere hand me bij mijn zij en drukte me dicht tegen zich aan. Ik probeerde me los te trekken. ‘Laat me los, Malfoy.’ Het was alsof je, je uit de greep van een slang probeerde te wurmen. Een onmogelijke kans.

He wasn't the person I thought he was || Draco Malfoy ||Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu