POV Zafirah
Er staat iemand voor mij. En ik herken hem binnen 2 seconden. ''Wat doe jij hier?'' Vraag ik.
Mijn vader kijkt mij verbaasd en verward aan. ''Meisje, Ik dacht dat je ontsnapt was?'' Nu raakte ik nog meer in de war. ''Als ik ontsnapt was waarom kom je dan hier heen? En hoe wist je dat ik hier zat?'' Dan maakt zijn verwarde gezicht plaats voor een grote grijns. ''Dat zei Dennis tegen mij omdat hij voor mij werkt. Het hele plan om je te ontvoeren kwam van mij.'' Deze nieuwe informatie verwarde mij. Ik zette een stap naar achter en alles begon te duizelen. Ik kreeg een paniek aanval! Die had ik vroeger wel vaker. Het is een soort aanval die ik vroeger kreeg als mijn vader thuis kwam. Ik wist altijd dat hij boos zou worden. Als was het om een mug op zijn kamer. En drie keer raden op wie hij zich af reageerde? Inderdaad op mij! Ik begin te hyperventileren. Ik weet precies wat er gaat gebeuren. Ik krijg vlekken voor mij ogen. De muren komen op mij af. Alles draait en de toch al niet zo heel grote gang werd kleiner en kleiner. Het voelde alsof ik geen lucht meer kreeg. Ik zocht verward naar een uitgang. Ik rende door het huis. Ik heb nog steeds vlekken voor mijn ogen. Ik zie daardoor niet dat ik recht op Dennis ren. Ik bots tegen hem aan, ik val op de grond. Dan gebeurt dat gene waar ik het meest bang voor ben. Ik zie mijn vader op mij afkomen. Ik probeer weg te kruipen. Het is weer het als vroeger. Ik kruip en kruip naar achter, maar ik voel veel te snel de muur achter mij. Ik kruip naar de hoek van de kamer. Mijn vader komt nog steeds op mij afgelopen. Hoe dichter bij hij komt hoe banger ik wordt. Mij ademhaling is gejaagd en ik kijk als een dier in de val door de kamer, opzoek naar een uitgang. Als mijn vader dicht bij is, begin ik te schreeuwen. ''GA WEG! LAAT MIJ MET RUST. IK WIL DIT NIET.'' Ik gil zo hard ik kan. Ik ben zo bang. Ik zie Roos en Esther op mij afrennen. Maar de angst maakt meester van mij. Hoe dichter zij bijkomen. Hoe meer claustrofobisch ik wordt. Ik gil weer zo hard als ik kan. Ik wil ze geen pijn doen! Ze weten niet wat ik kan doen als ik bang ben. Ik word dan agressief en ga mensen slaan, schoppen en uitschelden. Ik word dan helemaal paranoïde. Ik denk dat iedereen mij gaat behandelen net als mijn vader. Zelfs mijn beste vrienden. ''Laat haar maar even. Dit had ze vroeger ook. Ik breng deze'' hij wijst naar Esther en Roos. ''wel even naar hun kamer. Als ze dan niet stil is zorg ik daar wel voor.'' Ik hoor mijn vader praten maar ik versta alleen de laatste woorden. 'Als ze dan niet stil is zorg ik daar wel voor.' Er gaat een rilling door mijn lichaam. Ik weet precies wat hij bedoelt. Ik begin weer te schreeuwen. ''NEE, NIET WEER. LAAT MIJ NOU EENS GODVERDOMME MET RUST. JE HEBT MIJN LEVEN AL EEN KEER VERZIEKT.'' Ik gil nog een keer en zak dan huilend in elkaar. Ik trek mijn knieën naar mijn gezicht en sla mijn handen er om heen. Ik hoor een deur open gaan, maar ik let er niet op. Ik begin harder te huilen en gil weer. ''LAAT MIJ MET RUST.'' Ik weet dat mijn vader boven is. Maar het voelt alsof hij nog steeds bij mij is. Die angst is nooit weggegaan. Het voelt net als de dag waarop mijn vader werd gearresteerd.
-Flashback 5 jaar geleden.-
Mijn vader kwam thuis. Ik zat op mijn kamer en had het niet door. Toen hij binnen kwam stond zijn gezicht op onweer. Ik kreeg dezelfde paniekaanval als nu, maar deze keer schreeuwde ik om hulp. Ik had dat nooit gedurfd. Deze keer was het echter zo eng dat ik zo hard als ik kon heb gegild en om hulp heb geroepen. Dat leverde mij alleen maar meer zweepslagen op. Je leest het goed, ZWEEPSLAGEN. Mijn vader had speciaal voor mij een zweep gekocht. Hij hield zoveel van mij. Proef het sarcasme. Gelukkig was de buurvrouw thuis. Die heeft de politie gebeld. Maar terwijl de politie onderweg was ging mijn vader natuurlijk door met slaan. Hij nam mij mee naar de kelder en sloot mij daar op. De politie van nu doet er natuurlijk weer een uur over om bij mij thuis te komen. Een uur later hoorde ik gestamp boven. Ik was bang en kroop zover mogelijk de hoek in. Als je een snelle blik zou werpen in de kelder zou je mij niet hebben zien zitten. Dat gebeurde de politie ook. Ze keken in de kelder, maar zagen mij niet. Ze gingen het hele huis ondersteboven voor ze nog een keer de kelder in keken. Deze keer zagen ze mij wel. Ik kroop nog verder het hoekje in. Ik was mensen onbetrouwbaar gaan vinden. Specifiek volwassenen. Toen kwam er een jonge vrouwelijke politie agente op mij af. Ze begon te fluisteren. ''ss ss, het is goed je bent veilig.'' Ze kwam voorzichtig dichter bij en fluisterde woordjes als, rustig maar, het komt goed, wij helpen je. Ik keek de agente in haar ogen en toen barste ik in huilen uit. De agente trok mij naar zich toen en knuffelt mij. ''Je bent nu veilig.'' Fluisterde ze. Ik werd meegenomen naar boven. Toen ik boven kwam waren er overal politie wagens en journalisten. Ik leefde in een klein dorpje waar eigenlijk nooit echt iets 'spannends' gebeurde. Daarom kwamen er nu allemaal mensen op af. Ik zag mijn vader in een politie auto zitten. Hij keek mij met een blik aan die de hele wereld in één klap dood zou maken. Maar hij was op mij gericht en alleen op mij. Ik keek gauw weg. Ik werd meegenomen naar het bureau. Daar zou ik aangifte doen tegen mijn vader. Ik werd voor ongeveer 3 weken in een tehuis gezet. Daarna ging ik van pleeggezin naar pleeggezin.
-einde flashback-
Nu zit ik bij Emma en Marc. Daar zit ik nu ongeveer 2 jaar. Ik heb het daar langer uitgehouden dan bij andere, omdat ze mij meer vrijheid gaven. Ik heb ook een pleegbroer Lucas. Hij is een echte grote broer en ik heb een hechte band met hem. Hij zou nu waarschijnlijk nog in Berlijn zitten. Daar ging hij ongeveer 2 en een halve week heen. Behalve als hij weet dat ik vermist ben. Ik ben nog steeds aan het huilen. Ik hoor voetstappen, maar ik trek mij er niks van aan. Ik voel 2 sterke armen om mij heen. Ik weet niet wie het is, maar hij trekt mij in een sterke knuffel. Ik wil graag weten wie het is. Maar ik heb nog nooit zoveel behoefde gehad aan een dikke knuffel. Ik huil een tijdje uit. Ik weet niet hoelang misschien 6 of 7 minuten. Maar al die tijd, dat ik lip te janken, heeft de persoon mij niet los gelaten. In plaats daarvan wreef hij over mijn rug om mij te kalmeren. Als hij merkt dat ik wat kalmer ben, laat hij mij los. Ik kijk in ogen die zo mooi zijn. Ik verdrink in Sem zijn ogen. ''Gaat het weer een beetje?'' Vraagt hij. Ik knik en zie dat alle jongens terug zijn. ''Wil je vertellen wat er is gebeurd?'' Sem kijkt mij aan. Ik knik en net als ik wil zeggen dat mijn vader hier is komt hij binnen gelopen. Ik merk dat ik weer sneller begin te ademen. Sem merkt het ook en kijkt achterom. Hij ziet mijn vader staan. Hij begrijpt het niet helemaal dus focust hij weer op mij. ''hey, kijk mij maar aan.'' Ik krijg met moeite mijn blik op Sem gericht. Ik ben altijd bang als ik mijn angst niet kan zien. En dat helpt niet bepaald. ''Oké, goed zo. Doe mij nu na. Adem in door de neus, uit door de mond.'' Ik probeer mee te doen en het lukt na een tijdje. Ik word rustiger. Nu pas zie ik dat iedereen naar ons kijkt. Ik trek mij er weinig van aan. Sem staat op en helpt mij opstaan. Ik zie dat mijn vader op mij afkomt lopen. Ik wil het allerliefst achter Sem verstoppen, maar dan laat ik zien hoe zwak ik eigenlijk ben. Ik recht mijn rug en probeer mijn vader recht aan te kijken zonder te hyperventileren. ''Meisje, wat ben je gegroeid. Wanneer kwam je ook al weer voor het laatst op bezoek? Een jaar geleden?'' Ik kijk hem aan en geef geen antwoord. ''Wil je weten waarom ik je heb ontvoerd?'' Ik kijk hem aan en probeer zo nonchalant mogelijk mijn schouders op te trekken, terwijl ik wel degelijk wil weten waar om mijn eigen VADER mij heeft ONTVOERD! ''I'dont care. Ik vertel het toch. Ik heb je ontvoerd, omdat jij de reden was dat ik in de cel kwam.'' Waar heeft hij het over! Hij ging MIJ mishandelen! ''Daarom pak ik je terug. Eerst wou je gewoon opsluiten en uithongeren en het dan op een zelfmoord laten lijken, maar ik begreep dat je een goeie indruk had gemaakt bij de jongens hier. Ik denk dat ze heel erg veel van je lichaam houden. Daarom geef ik je aan Dennis. Hij zorgt ervoor dat jij niet weg gaat. Inruil daarvoor mag hij doen met je wat hij wil.'' Ik slik. ''Ik ga namelijk straks toch naar het buitenland omdat ik hier gezocht wordt. Vaarwel dochter! Hopelijk zie ik je nooit meer. Oja en nog wat...'' En dit bracht mij weer helemaal in verwarring en maakte mij weer duizelig. ''Zorg goed voor je halfbroers. Je hoort het goed Dennis en Luke zijn je halfbroers. Toen hun moeder overleed heb ik ze alle tips en tricks van het vak geleerd. Toen kreeg ik een relatie met je moeder. Zoals je weet is ze overleden toen jij 2 werd. Maar aan jou had ik niks, want je was een meisje.'' En met die woorden gaat hij weg. Ik wordt moe van al die informatie. Ik heb halfbroers en die hebben mij weer ONTVOERD. Ik weet 1 ding zeker. Ik ga ontsnappen. Maar eerst slapen. Ik loop de trap op en laat iedereen in verwarring achter. Ik stap in bed en ga slapen.
Hoi allemaal, hier ben ik weer. Even nog een extra hoofdstuk, omdat mijn vriendin dat heel graag wou. 😆 Het lijkt mij heel leuk als jullie een 💋 in de reacties zetten als jullie alles gelezen hebben. Ben benieuwd wie alles leest😂😂. Love you all. Have a Nice day!
Woorden: 1749.
JE LEEST
Taken by him.
Mystery / Thriller'We lopen door een steegje. Ik vindt het een beetje eng worden. Ineens voel ik 2 armen mij van achter vast pakken en vast houden. Ik kijk verschrikt naar Dennis, maar het enige dat hij doet is grijnzen. Ineens drukt hij een doekje tegen mijn mond. I...