H15

217 9 1
                                    


POV Zafirah

Ik snap niet wat Justin in de deur opening doet. Hij kijkt mij afwachtend aan. ''Kom dan!'' zegt hij op fluister toon. Ik twijfel, ''Wat wil je?'' Justin rolt met zijn ogen. ''Ik wil jullie naar school brengen.'' Zegt hij sarcastisch. ''Ik ga jullie helpen natuurlijk. Ik weet niet of we hem kunnen vertrouwen. Ik kijk naar Esther en Roos. Ze knikken allebei. ''Oke..'' geef ik dan toe. ''Oke, het plan is als volgt. We moeten zo snel mogelijk het huis uit. Dan rennen we naar het bos. Daar staat Sander op ons te wachten. Hij weet de weg naar de bus. Zodra we in de bus zitten rijden we zo snel mogelijk naar het politiebureau.'' Ik knik. ''Maar als iemand gewond raakt rennen we gewoon door. Oke?'' Ik kijk ze afwachtend aan. Justin knikt, maar Esther en Roos twijfelen nog. ''Oke?!'' vraag ik nu op een meer dringende toon. Esther en Roos kijken elkaar even aan en knikken dan uiteindelijk toch. ''Oke.. opschieten nu.'' We lopen snel maar stil achter Justin aan. We zijn bijna bij de deur. Dan hoor ik een luide knal. Als ik omkijk zie ik Roos bang naar de grond kijken. Ik volg haar blik en zie een vaas in stukjes zitten. Er is geen moment te verspillen. Iedereen in het huis is nu wakker. Ik pak Roos haar pols en trek haar mee naar buiten. Ik duw haar gauw voor mij en we beginnen te rennen. Het duurt niet lang voordat ik schoten hoor. Te bang om achter mij te kijken ren ik door. Kogels vliegen om onze oren. Ik zie Sander bij de rand van het bos op ons wachten. Zodra we bij hem zijn rennen we het bos in. Ik zie in de verte de koplampen van de auto en probeer het laatste beetje energie uit mij te krijgen. Ik ren achteraan voor mij rennen Justin en Sander met Roos en Esther voor hun. Ik ben nooit erg snel geweest en heb ook nooit een goed uithoudingsvermogen gehad. Ik heb het gevoel dat we het gaan halen, maar dan voel ik mijn benen zwaar worden. Alsof er ineens lood aan vast zit. Ik val op de grond en probeer snel op te komen. Maar iets blokkeert mijn benen. Als ik om kijk zie ik dat Luke mijn benen vast heeft. Ik probeer verhit mijn benen los te krijgen, maar tevergeefs. Ik kijk om om te kijken of de rest nog verder rent. Gelukkig, ze rennen gewoon door. Ik hoor Luke achter mij lachen. ''Denk je dat ze het gaan redden?'' en terwijl hij dat zegt komt hij dicht bij mijn oor. ''Mooi niet.'' Fluistert hij angstaanjagend in mijn oor. Nog voor de woorden tot mij door dringen hoor ik twee schoten en tegelijk zie ik Esther en Roos op de grond vallen. Ik wil naar ze toe maar ik wordt tegen gehouden. Luke duwt mij tegen de boom. ''En nu jij...'' Hij pakt met zijn handen mijn keel vast en spant zijn spieren aan. Ik probeer adem te happen maar het lukt niet. ''Luke, Dennis wil haar levend! Luke stop!!'' Hoor ik iemand schreeuwen, volgens mij is het Cole. Langzaam begin ik spikkels te zien en verlies ik mijn bewust zijn. Het laatste wat ik hoor is. ''Je zal boete.'' Volgens mij is het Luke of Dennis.

POV Esther.

We zijn nog aan het rennen. Ik kan nergens anders aan denken dan wegkomen. We zijn bijna bij de auto als ik ineens een hevige pijn in mijn been voel. Ik klap op de grond en zie naast mij dat Roos het zelfde gebeurt. Heel even denk ik dat ze ons hier achterlaten, maar dan voel ik twee sterke armen om mij heen. Ik kijk in de warme ogen van Justin. Hij rent en we komen aan bij de auto. Ik wordt achterin gezet. Roos wordt naast mij neer gezet. Ze is gedragen door Sander. Shiip!! Denk ik stiekem in mijn gedachten. Ik kijk om mij heen als ik zie dat Justin achter het stuur zit. Ik zoek naar een bekend gezicht, maar kan haar niet vinden. Ik raak in paniek. ''WAAR IS ZAFI??!" Ik zie Sander verdrietig naar mij kijken. ''Sorry, maar we hebben de beloofde gemaakt door te rennen.'' Langzaam drinkt het tot mij door. Zafi heeft het niet gered! Ik begin te huilen, en ik zie dat Roos ook de tranen in haar ogen heeft. We omhelzen elkaar stevig. Door de adrenaline van eerst had ik de pijn in mijn been nog niet door. Nu begint die echter langzaam door te dringen. Als ik naar mijn been kijk zie ik een schampschot. De kogel heeft mij dan we gemist, maar heeft toch een best grote wond achter gelaten. Ik wordt moe en val in slaap.

POV Zafirah

Ik kijk in de hoek van de kamer. Ik ben helemaal aan het trillen. Ik zit voor mijn gevoel nu al bijna een halfuur in deze ruimte. Ik ben misschien tussendoor in slaap gevallen, maar ik weet het niet meer zeker. Net toen ik het op het gillen wou zetten om me eruit te laten, zag ik iets bewegen in de hoek. Langzaam loop ik er naar toen. Hoe dichter bij ik kom, hoe meer er een silhouet vormt op de plek waar ik het zag bewegen. Als ik heel dicht bij ben herken ik de persoon. ''SEM!'' schreeuw ik opgelucht, maar dat verandert al gauw als ik hem zie. Hij ademt zwaar en zit onder de blauwe plekken. ''Wat is er gebeurt?!'' Vraag ik met een trilling in mijn stem. Ik kijk om mij heen maar zie nergens een stoel. Ik help Sem wat rechter tegen de muur op te zitten. ''I-ik probe-erde je-e te help-e-en. Maar d-daar was Den-n-nis het niet me-e-eens.'' Antwoord hij schokkerig op mijn vraag. Ik kijk of hij nog ernstige verwondingen heeft. Voor zover ik kan zien heeft hij alleen hele blauwe plekken heeft over zijn gezicht. Ik wil hem nog meer vragen, maar dan wordt de deur met een knal open gegooid. Ik kijk geschrokken naar het boze gezicht van Luke. ''Zo, zo zusje. Je probeerde weg te komen? Met je lieve vriendinnetjes? Nou weet je, ze zijn dood. En dat is allemaal jou schuld.'' Ik krijg maar een paar woorden door, vriendinnetjes, dood, en jouw schuld. Zijn ze echt dood? En is dat mijn schuld? Ik voel tranen op komen, maar ik veeg ze ruw weg. Ik kijk Luke woedend aan. Ik sta op en haal naar hem uit. Hij blokt mijn aanval en duwt mij ruw tegen de muur. ''LEER JE HET DAN NOG STEEDS NIET? JE KOMT HIER NIET WEG, JE BENT NIET DE BAAS, EN. JE. MAG. NIET. SLAAN.'' Hij schreeuwt hard in mijn gezicht ik word er bang van. ''Meekomen.'' Zegt hij nors en trekt mij mee aan mijn pols. We lopen de trap op. We komen in de woonkamer waar ook alle andere jongens staan, waar onder Cole en Dennis. Dennis heeft een rare metalen ding in zijn handen en Cole een soort afstandsbediening. ''Hier komen.'' Beveelt Dennis. Natuurlijk luister ik niet en blijf staan waar ik sta. ''Wat is het toverwoord?'' Ik kijk ze treiterend aan. ''Hier komen, Slet.'' Dennis kijkt mij geamuseerd aan wachtend op mijn reactie. Ik voel woede opborrelen. Ik ren op hem af om hem te meppen. Cole pakt mij helaas vloeiend vast en houdt mijn handen op mijn rug. Ik stribbel zwaar tegen. Dennis komt nu dichter bij met het rare metalen ding. Nu hij dicht bij is kan ik zien dat het een soort halsband is. Ik schudt wild met mijn hoofd. Brent pakt mijn hoofd vast en houdt hem stil. Dennis doet de halsband om en op dat moment laat iedereen mij los. Ik kijk even verbaasd om mij heen. Ik wil wegrennen maar op dat moment voel ik zo veel pijn. Het is alsof ik met beide handen schrikdraad heb vast gepakt. Zoveel stroom gaat er door mijn lichaam. Op dat moment besef ik wat de halsband is. Het is een schokband!


Taken by him.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu