Sixteen

2.9K 73 2
                                        

[Laura]

Voor de zoveelste keer vannacht pak ik mijn telefoon. Het is twintig voor drie. Fantastisch, het is een kwartier later dan de laatste keer dat ik mijn telefoon pakte om te kijken hoe laat het is. Ik kan echt niet slapen. Alles van de afgelopen avond dwaalt door mijn hoofd. Hoe kon ik ooit die pillen pakken? Hoe heb ik dat in mijn hoofd kunnen halen. Ik weet zeker dat Ryan mij alleen heeft vergeven omdat ik zo ellendig was. Ik moet het met hem er over hebben. Het is niet goed wat ik gezegd heb. Ik had dat echt nooit mogen zeggen. Ik herkende mezelf niet terug vanavond. Wie was ik en wat, in vredesnaam, deed ik?

Ik stap uit bed en loop vervolgens naar de keuken. Ik pak een glas water en neem er een slokje van. Slapeloos staar ik voor me uit. Ik pak mijn telefoon en kijk erna. Uiteindelijk ontlock ik hem en zoek het nummer van Ryan op. Ik twijfel,

En ik twijfel,

Ik twijfel meer,

En ik doe het.

Zenuwachtig en niet helemaal wetend waarom ik dit doe, wacht ik af. Hij gaat wel over, maar er gebeurd nog niks. Het is midden in de nacht en ik ben Ryan aan het wakker bellen. Alsof deze avond nog niet kut genoeg was voor hem. Snel hang ik op. Het was een dom idee. Ik pak mijn glas water en loop er mee naar de bank. Ik neem plaats. Vanuit de bank kan ik naar buiten kijken. Het is rustig.

Opeens licht het scherm van mijn telefoon op. Ik word gebeld door Ryan. Zo snel als ik kan neem ik op. 'Hey.' Zeg ik snel. 'Dus je belt me wakker om vervolgens op te hangen?' Grapt hij. Ik glimlach zwakjes. 'Sorry.' Verontschuldig ik mij. 'Nee, wat is er?' Gaat hij tegen mijn excuses in. Ik zucht. 'Ik kan gewoon echt niet slapen.'

'Komt dat door vanavond?' Vraagt hij terwijl hij het antwoord al weet. Ik knik, maar dat kan hij natuurlijk niet zien. 'Ja, ik voel me slecht tegenover jou.' Zeg ik zacht. Ik voel een brok in mijn keel ontstaan. 'Hey, niet doen. Het is oké.' Ik zucht. Het is helemaal niet oké. 'Dat is het niet.' Snik ik. Ik voel al een traan over mijn wang rollen. 'Wacht.' Zegt hij en hangt dan op. Ik frons mijn wenkbrauwen en kijk naar mijn telefoon. Wachten op wat?

Dan hoor ik twee zachte klopjes op de deur. Geschrokken kijk ik op naar waar het geklop vandaan komt. Ik loop rustig op de deur af. Ik haal de deur van slot en doe open. Ryan staat voor de deur. Mijn hart slaat een slag over van blijdschap. Snel laat ik hem binnen. Ik doe de deur weer dicht. Ik vlieg hem in zijn armen. Ik knuffel hem stevig. 'Ik ben zo blij dat je hier bent.' Fluister ik. Hij lacht en houdt me steviger vast dan eerst.

We nemen plaats op de bank. 'Het is wel heel donker hier.' Zegt hij. Ik heb het licht uitgelaten. De gordijnen zijn nog open dus door de maan die naar binnen schijnt kunnen we elkaar en andere dingen wel goed zien voor zover dat mogelijk is. 'Wat voelt er nu nog niet goed voor jou?' Vraagt hij dan aan mij. Ik haal mijn schouders op. 'Gewoon, je vindt het helemaal niet oké. Dat weet ik gewoon.' Hij zucht. 'Begin je nou weer?' Vraagt hij. 'Ja, het voelt niet goed. Alleen maar omdat ik met die stomme pillen in mijn hand stond vergaf je me.' Hij kijkt weg van me. 'Oké, als dit is wat je horen wil. Dat klopt, Laura. Ik vind het ook niet oké dat je dat gezegd hebt. Hoe haalde je het in je hoofd om dat naar mijn hoofd te slingeren terwijl jij, alleen jij, weet hoe goed ik mijn best heb gedaan om aan mezelf te werken en alleen jij weet hoeveel tijd en moeite ik in jou gestopt heb.' Ratelt hij in een stuk door. Ik voel me er klein door, maar het is terecht dus ik slik het weg. 'Dankjewel.' Zeg ik. Het blijft even stil. Ik weet niet wat ik zeggen moet. Ik kijk naar beneden en speel wat met mijn vingers.

Plotseling voel ik een vinger onder mijn kin die mijn hoofd zachtjes weer naar boven brengt. Ik kijk recht in de mooiste paar ogen van de wereld. Een kleine glimlach siert op zijn lippen. 'Maar het maakt niet uit. Ik heb ook domme dingen gedaan en gezegd. Ik heb jou ook gekwetst. Ik heb zelfs ergere dingen gedaan dan wat jij vandaag gedaan hebt. Dus ja, Laura, het is wél oké.' Vertelt hij me. Ik kijk hem blij aan. Het doet me goed dat hij dit zegt. Nu is het eerlijk. Nu weet ik zeker dat hij het niet alleen zei om mijn stomme actie.

Eigenlijk weet ik het zeker. Ik ben hopeloos verliefd op hem. Hij is het, hij is het altijd al geweest. Hij is lief voor me. Hij kan streng voor me zijn. Hij is eerlijk en het belangrijkste van allemaal, hij is wél te vertrouwen. Ik hoef hem alleen maar aan te kijken en ik weet precies of hij liegt of niet. Ik ken hem en hij kent mij. We kennen elkaar zoals geen ander ons kent.

'Laura?' Vraagt hij. Ik kijk op. Ik zat ver in mijn gedachten. 'Ja?' Hij lacht. De mooiste lach die ik ooit gezien heb. 'Gaat alles goed?' Ik knik. 'Ja.'

'Je hebt morgen vroeg een tentamen, dat weet je?' Zegt hij eerder dan dat hij het vraagt. 'Ja, dat weet ik.' Ik weet niet echt hoe ik moet reageren. Ik weet dat ik zeggen moet wat ik voel, maar het komt er gewoon niet uit. Het wordt eerlijk gezegd een beetje ongemakkelijk.

'Zal ik dan maar weer gaan? Is alles goed nu tussen ons of wil je nog wat kwijt?' Ik schud met mijn hoofd. 'Nee, alles is goed tussen ons. Er zit me niks meer dwars. En jij?' Vraag ik dan. Hij schudt met zijn hoofd. 'Nee, alles is goed zo.'

Hij staat op om te vertrekken. Shit, ik heb het nog niet gezegd. 'Lau?' Vraagt hij opeens. Ik kijk op naar hem. Ik blijf op de bank zitten. 'Mhm?' Mompel ik. 'Er is iets met je, ik merk het aan je.' Hij steekt zijn hand naar me uit. Ik neem hem aan en hij trekt me van de bank af. Hij laat mijn hand niet los. Ik moet een beetje omhoog kijken als ik hem aan wil kijken. 'Ik weet het niet.' Zeg ik. Hij zet een stapje dichterbij. Hij legt een vinger onder mijn kin. 'Je weet het wel.' Mijn hart begint razend snel te kloppen. Ik moet het nu zeggen.

'Ik ben hopeloos verliefd op je.' Het is eruit. Simpeler kon ik het niet maken. Hij grijnst. 'Bewijs het.' Hij kijkt me speels aan. Ik ga het spelletje terug spelen. Ik bijt op mijn lip en kijk hem daarbij aan. Hij schudt afkeurend met zijn hoofd. 'Draak.' Zegt hij nog net voor dat hij zijn lippen op de mijne drukt. Ik ga op mijn tenen staan en sla mijn armen om zijn nek. Ik zoen hem terug. Onze zoen zit vol met passie. Vol met liefde, liefde die wij voor elkaar hebben. Een bom van vlinders ontploft in mijn buik.

We laten elkaar los. Blij kijk ik hem aan. Hij kijkt mij net zo blij aan als dat ik hem aan kijk. Hij maakt mij gelukkig.

'Lekker slapen, schat.' Hij stuurt mij een handkusje en trekt dan de deur achter hem dicht.

Als een verliefde malloot sta ik te lachen. Dit gevoel valt niet te beschrijven.

Hem en hem alleenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu